Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[eiser01] ,
[eiser02],
1..De procedure
- de dagvaarding van 10 februari 2022, met producties;
- het antwoord (e-mailbericht van 20 april 2022), met bijlagen;
- de brief van 25 mei 2022 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de conclusie van antwoord in reconventie;
- een e-mailbericht van [gedaagde01] van 22 augustus 2022;
- een e-mailbericht van [gedaagde01] van 24 augustus 2022, met bijlage.
2..De feiten
- het samenstellen van de jaarrekening;
- het boeken van de administratie;
- het opstellen en indienen van de aangiften omzetbelasting;
- het opstellen en indienen van de aangiften inkomstenbelasting van de beide vennoten van de VOF.
3..Het geschil
- [gedaagde01] te veroordelen aan hem te betalen € 12.746,-, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW;
- [gedaagde01] te veroordelen aan hem te betalen € 902,46 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- [gedaagde01] te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met de nakosten;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.