ECLI:NL:RBROT:2022:8049

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 september 2022
Publicatiedatum
27 september 2022
Zaaknummer
9785027 CV EXPL 22-1338
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van leaseachterstand en woekerrente in het kader van een financial leaseovereenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 29 september 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen Volkswagen Pon Financial Services B.V. en een gedaagde partij, die niet bij naam is genoemd. De zaak betreft een financial leaseovereenkomst die op 11 april 2017 is gesloten voor de financiering van een auto. Volkswagen eist betaling van een achterstand in leasetermijnen, die is ontstaan doordat de gedaagde partij de betalingen niet tijdig heeft voldaan. De gedaagde heeft de auto teruggegeven en is in gebreke gebleven met het betalen van het openstaande bedrag van de lease.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Dordrecht
zaaknummer: 9785027 CV EXPL 22-1338
datum uitspraak: 29 september 2022 (bij vervroeging)
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Volkswagen Pon Financial Services B.V.,
vestigingsplaats: Amersfoort,
eiseres,
gemachtigde: Jongejan Wisseborn Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
woonplaats: [plaats],
gedaagde,
vertegenwoordigd door: [vertegenwoordiger gedaagde].
De partijen worden hierna ‘Volkswagen’ en ‘[gedaagde]’ genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 29 maart 2022, met bijlagen;
  • de aantekeningen van het mondelinge verweer van 7 april 2022 en 12 mei 2022;
  • de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
  • de nadere producties met toelichting van Volkswagen.
1.2.
Op 12 september 2022 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken met mr. Hofman namens Volkswagen en [vertegenwoordiger gedaagde].

2..De feiten

2.1.
Op 11 april 2017 hebben Volkswagen en [gedaagde] een financial leaseovereenkomst (hierna: de leaseovereenkomst) gesloten met betrekking tot de financiering van een auto.
2.2.
Het verstrekte krediet bedraagt bij aanvang van de leaseovereenkomst € 26.594,00.

3..Het geschil

3.1.
Volkswagen eist samengevat:
  • [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen € 14.538,22 met rente;
  • [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten;
  • het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
Het bedrag dat wordt geëist, bestaat uit de hoofdsom van € 11.252,79, rente van € 1.243,05 (berekend tot 17 maart 2022) en buitengerechtelijke kosten van € 2.042,38 (inclusief btw).
3.2.
Volkswagen baseert de eis op het volgende. [gedaagde] heeft de leasetermijnen niet op tijd betaald. Daarom moest [gedaagde] de auto teruggeven en het openstaande bedrag aan financiering in één keer betalen. De auto is ingenomen door een recherchebureau. De leaseovereenkomst is op dat moment van rechtswege ontbonden. De schade van Volkswagen bestaat uit het niet afgeloste deel van het verstrekte krediet en rente en is opgebouwd als volgt:
€ 26.594,00 (totaal kredietbedrag)
- € 15.632,82 (afgeloste termijnen en opbrengst autowrak) +
€ 291,61 (rente tot 4 augustus 2021)
€ 11.252,79 (niet afgeloste termijnen met rente)
3.3. [
gedaagde] voert aan dat er veel problemen waren met de auto. Zij is teleurgesteld over het contact met Volkswagen daarover. De auto is aan het begin van de coronacrisis betrokken geweest bij een ongeval en na het ongeval is de auto total-loss verklaard; toch zijn de leasetermijnen doorbetaald. Later lukte dat niet meer door de coronaperiode. Toen is het restaurant van [gedaagde] ook failliet verklaard. [gedaagde] had graag een regeling getroffen. Zij maakt bezwaar tegen de hoogte van de gevorderde rente. Er is al vier jaar lang betaald en de rente die wordt gevorderd, is woekerrente.

4..De beoordeling

4.1.
Tussen partijen staat niet ter discussie dat het resterende kredietbedrag moet worden terugbetaald. Dit deel van de vordering, verminderd met de verkoopopbrengst van de auto, ligt daarom voor toewijzing gereed.
rente
4.2. [
gedaagde] stelt dat de vordering van Volkswagen uit woekerrente is opgebouwd. Haar betoog komt er in de kern op neer dat na vier jaar lang betalen er volgens Volkswagen nog steeds een bedrag van ruim € 14.500,00 openstaat, wat volgens [gedaagde] neerkomt op een woekerrente van rond de 40%. [gedaagde] miskent met haar stelling dat de vordering slechts voor een klein deel uit vervallen rente bestaat en dat de hoogte van de vordering met name het gevolg is van het feit dat [gedaagde] de auto total-loss had gereden en de auto niet all-risk verzekerd had. Daardoor heeft de auto/het autowrak bij verkoop slechts € 3.645,94 opgebracht en is er sprake van een relatief hoge restschuld.
4.3.
Ten aanzien van de rente heeft Volkswagen tijdens de mondelinge behandeling toegelicht hoe deze is berekend. Volkswagen heeft terecht gesteld dat het aan rente gevorderde bedrag zelfs minder is dan waarop Volkswagen op grond van de algemene voorwaarden aanspraak had kunnen maken. De gevorderde rente wordt dan ook als onvoldoende gemotiveerd weersproken toegewezen.
buitengerechtelijke incassokosten
4.4.
De door Volkswagen gevorderde vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten voor een bedrag van € 2.042,38 (inclusief btw) wordt toegewezen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om een vergoeding voor deze kosten te krijgen.
proceskosten
4.5. [
gedaagde] krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen. De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van Volkswagen tot vandaag vast op € 135,71 aan dagvaardingskosten, € 1.384,00 aan griffierecht en € 746,00 aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 373,00). Dit is totaal € 2.265,71. Voor kosten die Volkswagen maakt na deze uitspraak moet [gedaagde] ook een bedrag betalen van € 124,00. Hier kan nog een bedrag bijkomen voor de betekening van de uitspraak. In dit vonnis hoeft hierover geen aparte beslissing te worden genomen (ECLI:NL:HR:2022:853).
uitvoerbaarheid bij voorraad
4.6.
Dit vonnis wordt, zoals gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Ten overvloede wordt nog overwogen dat Volkswagen ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft aangekondigd open te staan voor het (alsnog) treffen van een betalingsregeling.

5..De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Volkswagen te betalen € 14.538,22 met de contractuele rente van 18% per jaar over een bedrag van € 11.252,79 vanaf 18 maart 2022 tot de dag van volledige betaling;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de kant van Volkswagen tot vandaag vastgesteld op € 2.265,71;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. dr. S. Wahedi en in het openbaar uitgesproken.
53956