Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure in de hoofdzaak
2..De procedure in de vrijwaringszaak
- de dagvaarding van 29 april 2019 met producties 1 en 2
- de conclusie van antwoord in vrijwaring met producties 1 tot en met 3
- de brief van 28 augustus 2019 waarin de rechtbank partijen oproept voor een comparitie
- de brief van 24 maart 2020 waarin de rechtbank meedeelt dat de zitting die was gepland op
- de brief van 23 maart 2021 waarin de rechtbank de mondelinge behandeling bepaalt op 20
- de zittingsagenda van 23 april 2021
- de spreekaantekeningen van Boskalis
- de pleitaantekeningen van Environmental
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 20 mei 2021
- de brief van 7 juli 2021 van Environmental met opmerkingen over het proces-verbaal.
3..De feiten
- Indien er steenbekleding aanwezig is wordt klei van erosiebestendigheidsklasse 3 (c3) gebruikt.
- Indien er een grasbekleding aanwezig is wordt klei van erosiebestendigheidsklasse 2 (c2) gebruikt. Dit wordt aangebracht in een wigvorm conform de Leidraad Rivieren (dikte 1,2 m onder toplaag bovenaan het talud en 2,0 m onder toplaag onderaan het talud).
- Aanvullingen op de kruin worden uitgevoerd in c2-klei met een dikte van 1,0 m, tenzij het overslagdebiet onder maatgevende omstandigheden kleiner is dan 0,1 l/m/s. In dat geval wordt c3- klei gebruikt met een dikte van 0,4 m.
- Aanvullingen op het binnentalud wordt uitgevoerd in zand, met een afdeklaag van c2 klei van 0,8 m en een toplaag van 0,3 m. Voor de kleilaag wordt bij een overslagdebiet kleiner dan 0,1 l/m/s c3 klei met een dikte van 0,4 m toegepast.
- Bij Strijensas Buitendijk, Hoge Westerse Zomerpolderse Kade Oost (sectie 2) en Buitendijk Zuid-Beijerland (sectie 2) wordt een kruinverschuiving toegepast waardoor het kernmateriaal zand uit de bestaande dijk aan de oppervlakte komt te liggen. Deze zandlaag wordt uitgegraven en vervangen door een kleipakket, zodat de nieuwe dijk weer voorzien is van een kleibekleding die voldoet aan bovenstaande eisen.
dijklichaambestaat uit een dijkkern beschermd door dijkbekleding.
grondlichaam. Het nieuwe en het bestaande deel samen vormen in de nieuwe situatie de totale dijkkern. Daarnaast kan het dijklichaam voorzien worden van een
constructief schermten behoeve van stabiliteit (stabiliteitsscherm) of om erosie (erosiescherm) of piping (pipingmaatregel) tegen te gaan. Om piping tegen te gaan kan er ook voor een niet-constructieve maatregel gekozen worden.
dijkbekledingis de afdekking van de dijkkern en bestaat uit kleibekleding afgedekt met gras of steen (steenbekleding). Het
ontwateringssysteemis het stelsel van drainagemiddelen waarmee overtollig grondwater uit de dijkkern kan worden afgevoerd.”
4..Het geschil
in de hoofdzaak in conventie
a. het door Boskalis handelen in strijd met de overeenkomst kwalificeert als een ernstige beroepsfout zoals bedoeld in artikel 2.87 lid 1 onderdeel c Aanbestedingswet 2012 (hierna: Aw 2012);
b. de tekortkoming in de nakoming van Boskalis kwalificeert als een aanzienlijke en/of voortdurende tekortkoming zoals bedoeld in artikel 2.87 lid 1 onderdeel g Aw 2012;
c. de valse verklaring die Boskalis heeft gedaan in haar Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA) van 23 april 2019 kwalificeert als een valse verklaring zoals bedoeld in artikel 2.87 lid 1 onderdeel h Aw 2012;
(v) tot betaling van een dwangsom ad € 200.000,00;
(vi) tot vergoeding van de door het Waterschap gemaakte kosten ter (nadere) vaststelling van aansprakelijkheid op basis van de 843a-procedure ad
(vii) tot vergoeding van de door het Waterschap gemaakte onderzoekskosten ad € 40.613,00 (grondstromenonderzoek);
(ix) tot vergoeding van de door het Waterschap gemaakte kosten ad € 8.144,00 voor de vergoeding aan Stedin;
(x) in de kosten van deze procedure zulks met bepaling dat daarover de wettelijke rente verschuldigd zal zijn met ingang van de vijftiende dag na de datum van dit vonnis, alsmede in de nakosten, conform het liquidatietarief begroot op € 131,00 dan wel, in het geval van betekening, € 199,00.
5..De beoordeling
worst-case scenario”, omdat klei minder stabiel zou zijn dan zand. Dit blijkt nergens uit.
“Hier wordt de bestaande dijk aan de buitenzijde aangevuld en opgezet met zand.”Over fase 3 schrijft hij:
“De in depot aanwezige klei wordt weer toegepast als klei bekleding. De klei die later aan de binnenzijde wordt verwerkt dient eerst als voorbelasting aan de buitenzijde van de dijk.”Over fase 4 schrijft hij:
“De klei uit de voorbelasting wordt met nieuw aangevoerde klei aan de binnenzijde van de dijk verwerkt. Vervolgens kan de dijk worden ingericht met steenbekleding, beweidingsystemen enz.”
“Het waterschap dient, rekening houdend met de verlenging, voornoemde perceelgedeelten op te leveren op 31 december 2019”.Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, valt niet in te zien waarom Boskalis aansprakelijk is voor schadeloosstelling van de eigenaren voor de periode tot 1 juli 2017 en na de oplevering in september 2017. Voor zover het Waterschap aan grondeigenaren een vergoeding heeft betaald in verband met de uitloop van het werk na september 2017, geldt dan ook dat dit voor rekening komt van het Waterschap. Het Waterschap maakt niet duidelijk of specifiek voor het gebruik in de periode van 1 juli tot september 2017 schadevergoeding aan de grondeigenaren is betaald. De vordering zal worden afgewezen.
6.428,00(2,0 punten × tarief € 3.214,00)