Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[naam eiser 1],
[naam eiser 2],
[naam eiser 3],
1..[naam gedaagde 1],
[naam gedaagde 2],
1..De procedure
- de dagvaarding van 22 augustus 2022, met 9 producties;
- de akte van de erfgenamen, met productie 10, waarin is vermeld dat oorspronkelijke eisers zijn overleden en is verzocht de erfgenamen in de plaats te stellen van oorspronkelijke eisers;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens eis in reconventie, met 32 producties;
- de mondelinge behandeling op 15 september 2022;
- de pleitaantekeningen van [gedaagden]
2..De feiten
3..Het geschil in conventie
4..Het geschil in reconventie
5..De beoordeling in conventie
met grind verharde stoep ter breedte van twee meter en twintig centimeter” en dat de weg, voor zover het wordt gebruikt als rijweg, alleen kan worden bereden door “
personenauto’s en bestelwagens met een maximale breedte van twee meter (met ingeklapte buitenspiegels) en een maximumgewicht van drieduizend kilo”. Bij de akte is een bijlage gevoegd, waarin de strook grond waarop de erfdienstbaarheid is gevestigd, is gearceerd. Tussen partijen is niet (meer) in geschil dat de erfdienstbaarheid zich niet uitstrekt tot het gras aan weerszijden van de weg. Dat brengt met zich dat [gedaagden] op grond van de erfdienstbaarheid verplicht zijn om het grindpad met een minimale breedte van 2.20 meter onbelemmerd en toegankelijk te houden. [gedaagden] voeren aan dat het hekwerk aan weerszijden van de weg een doorgang biedt van 2.24 meter breed en hebben dat onderbouwd met een foto (productie 14 van [gedaagden]). De erfgenamen hebben dat niet weersproken. Van een inbreuk op de erfdienstbaarheid is dan ook geen sprake. Van [gedaagden] mag worden verwacht dat zij met een voertuig van maximaal twee meter (met ingeklapte buitenspiegels) door een toegang van 2.24 meter breed kunnen rijden. Het verweer van de erfgenamen dat het hekwerk het lastig maakt om met een personenauto erlangs te rijden, doet er niet aan af dat het grindpad voldoet aan de omvang van de gevestigde erfdienstbaarheid. Vordering I. wordt daarom afgewezen.
€ 1.016,00