ECLI:NL:RBROT:2022:7854

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 september 2022
Publicatiedatum
22 september 2022
Zaaknummer
9936010
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van premieachterstand in zorgverzekering

In deze zaak heeft Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. (hierna: Zilveren Kruis) een vordering ingesteld tegen een gedaagde die zelf procedeert, met betrekking tot een betalingsachterstand in de premie voor de basisverzekering. De procedure is gestart met een dagvaarding op 3 juni 2022, waarin Zilveren Kruis eiste dat de gedaagde een bedrag van € 174,09 zou betalen, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De gedaagde heeft in de procedure niet tijdig gereageerd en is niet verschenen op de rolzitting van 18 augustus 2022.

De feiten van de zaak zijn als volgt: er is een zorgverzekeringsovereenkomst tot stand gekomen tussen Zilveren Kruis en de gedaagde, waarbij de gedaagde maandelijks een premie verschuldigd is. De gedaagde heeft een betalingsachterstand laten ontstaan van in totaal € 409,57, waarvan op 24 maart 2022 een bedrag van € 287,00 is voldaan. Zilveren Kruis heeft de gedaagde op 12 april 2022 aangemaand om het resterende bedrag van € 125,43 te voldoen, maar de gedaagde heeft dit niet gedaan.

Tijdens de zitting heeft Zilveren Kruis haar vordering verminderd, maar de gedaagde heeft betwist dat het nog te betalen bedrag correct was. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde op de datum van dagvaarding nog een betalingsachterstand had van € 122,57, plus wettelijke rente van € 3,12 en buitengerechtelijke kosten van € 48,40, wat het totaal op € 174,09 bracht. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde in het ongelijk is gesteld en is veroordeeld in de proceskosten van Zilveren Kruis, die zijn vastgesteld op € 330,83. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 9936010 CV EXPL 22-18182
datum uitspraak: 16 september 2022
vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V.,
vestigingsplaats: Leiden,
eiseres,
gemachtigde: Flanderijn Incasso en Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
woonplaats: [woonplaats gedaagde],
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Zilveren Kruis’ en ‘[gedaagde]’ genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 3 juni 2022, met producties;
  • het antwoord van [gedaagde], bestaande uit een tweetal e-mails van 20 juni 2022;
  • de repliek tevens vermindering van eis, met producties.
1.2.
[gedaagde] heeft, hoewel zij daartoe in de gelegenheid is gesteld, niet gereageerd op de conclusie van repliek. Zij is zonder bericht van verhindering niet meer verschenen op de rolzitting van 18 augustus 2022, terwijl zij ook niet schriftelijk heeft gereageerd of om verdere aanhouding heeft verzocht.

2..De feiten

2.1.
Tussen Zilveren Kruis en [gedaagde] is een zorgverzekeringsovereenkomst tot stand gekomen. Deze overeenkomst met polisnummer [polisnummer] heeft onder andere betrekking op de verplichte basisverzekering. Op grond van deze overeenkomst is [gedaagde] maandelijks verzekeringspremie aan Zilveren Kruis verschuldigd.
2.2.
[gedaagde] heeft een achterstand laten ontstaan in de betaling van de maandelijkse premie voor de basisverzekering.
2.3.
De gemachtigde van Zilveren Kruis heeft bij brief van 12 april 2022 [gedaagde] aangemaand om binnen een termijn van 15 dagen, nadat de brief bij [gedaagde] is bezorgd, een totaalbedrag van € 125,43 te voldoen, bij gebreke waarvan de vordering verhoogd zal worden met buitengerechtelijke incassokosten ten bedrage van € 40,00, te vermeerderen met een bedrag van € 8,40 aan btw.
2.4.
[gedaagde] heeft op 20 juni 2022 een bedrag van € 175,00 aan de gemachtigde van Zilveren Kruis voldaan.

3..Het geschil

3.1.
Zilveren Kruis heeft bij dagvaarding samengevat geëist:
  • [gedaagde] te veroordelen aan Zilveren Kruis te betalen een bedrag van € 174,09 met de wettelijke rente;
  • [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten;
  • het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
3.2.
Zilveren Kruis baseert de eis op het volgende. [gedaagde] heeft de verschuldigde maandelijkse premie voor de basisverzekering niet (op tijd) voldaan en heeft een achterstand van € 409,57 laten ontstaan. De betalingsachterstand heeft betrekking op de verschuldigde premie over de maanden september tot en met november 2021 en maart 2022. Zilveren Kruis zag zich genoodzaakt haar vordering ter incasso uit handen te geven en Zilveren Kruis maakt aanspraak op de wettelijke rente tot 3 juni 2022 van € 3,12 en een vergoeding voor buitengerechtelijke kosten van € 48,40 (incl. btw). Van de totale achterstand heeft [gedaagde] op 24 maart 2022 een bedrag van € 287,00 aan de gemachtigde van Zilveren Kruis voldaan.
De vordering was, aldus Zilveren Kruis, ten tijde van de dagvaarding dientengevolge als volgt opgebouwd:
Hoofdsom € 409,57
Wettelijke rente tot 3-06-2022 € 3,12
Buitengerechtelijke kosten (incl. btw) € 48,40
--------------
Subtotaal € 461,09
Voldaan aan Flanderijn op 24-03-2022 € 287,00 -/-
--------------
Totaal € 174,09
3.3.
Bij conclusie van repliek heeft Zilveren Kruis medegedeeld dat [gedaagde] op 20 juni 2022 een bedrag van € 175,00 aan de gemachtigde van Zilveren Kruis heeft voldaan en heeft zij haar vordering verminderd, in die zin dat zij nog slechts betaling van de proceskosten vordert.
3.4.
[gedaagde] is het niet eens met de eis en voert het volgende aan. [gedaagde] stelt dat het om een bedrag van € 341,00 gaat, waarvan reeds € 175,00 betaald is. Er resteert dan nog een bedrag van € 166,00, welk bedrag [gedaagde] pas op 26 juni 2022 kan betalen, omdat zij eerder geen inkomsten heeft. De gemachtigde van Zilveren Kruis wil echter niet met [gedaagde] meedenken.

4..De beoordeling

betalingsachterstand
4.1.
Tussen partijen is niet in geschil dat [gedaagde] aanvankelijk een achterstand in de betaling van de maandelijkse premie heeft laten ontstaan van € 409,57, waarvan [gedaagde] op 24 maart 2022 een bedrag van € 287,00 heeft voldaan. Dat betekent dat, zoals Zilveren Kruis ook bij repliek onbetwist heeft gesteld, op de dag van dagvaarding (3 juni 2022) een betalingsachterstand resteerde van € 122,57.
rente en buitengerechtelijke incassokosten
4.2.
[gedaagde] heeft voorts niet betwist - en daarmee staat vast - dat zij tot de dag van dagvaarding een bedrag van € 3,12 aan wettelijke rente verschuldigd was.
4.3.
Zilveren Kruis maakt ook aanspraak op een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Die vordering dient beoordeeld te worden aan de hand van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De door de gemachtigde van Zilveren Kruis aan [gedaagde] gezonden aanmaning van 12 april 2022 voldoet aan de in artikel 6:96 lid 6 BW gestelde eisen. Nu [gedaagde] hieromtrent geen verweer heeft gevoerd, zal van de ontvangst van deze aanmaning door [gedaagde] worden uitgegaan. Daarnaast staat vast dat zij niet binnen de in de aanmaning gestelde termijn tot volledige betaling van het restant van de betalingsachterstand is overgegaan. [gedaagde] is dan ook een vergoeding voor buitengerechtelijke kosten van € 48,40 incl. btw aan Zilveren Kruis verschuldigd.
proceskosten
4.4.
Gelet op bovenstaande was [gedaagde] op 3 juni 2022 een totaalbedrag van € 174,09 verschuldigd (€ 122,57 + € 3,12 + € 48,40), zodat Zilveren Kruis op die datum op terechte gronden tot dagvaarding is overgegaan.
4.5.
Zilveren Kruis heeft gesteld dat [gedaagde] na het uitbrengen van de dagvaarding de onderhavige procedure nog had kunnen voorkomen door vóór de eerste zittingsdag, te weten 21 juni 2022, een bedrag van € 340,83 te voldoen (€ 174,09 (restant vordering) + 129,74 (kosten dagvaarding) + € 37,00 (salaris gemachtigde voor het opstellen van de dagvaarding). Zilveren Kruis heeft in dat verband verwezen naar een door haar als productie 4 bij repliek overgelegd overzicht en onbetwist gesteld dat dit bij de dagvaarding was gevoegd. Uit de e-mail van [gedaagde] van 20 juni 2022 om 15.18 uur begrijpt de kantonrechter dat [gedaagde] hiervan inderdaad op de hoogte was. In die e-mail stelt zij immers dat het gaat om een bedrag van (afgerond) € 341,00, waarvan zij € 175,00 heeft voldaan.
4.6.
[gedaagde] heeft vóór de eerste zittingsdag op 21 juni 2022 slechts € 175,- betaald. Gelet hierop mocht Zilveren Kruis de procedure voortzetten. Nu de [gedaagde] in de procedure heeft geantwoord, heeft Zilveren Kruis ook kosten moeten maken om daarop te reageren.
4.7.
[gedaagde] wordt in deze procedure als de in het ongelijk gestelde partij aangemerkt. Zij was immers geld verschuldigd aan Zilveren Kruis en heeft dat pas na het uitbrengen van de dagvaarding betaald. Daarbij weegt mee dat Zilveren Kruis onbetwist en met overlegging van diverse brieven heeft aangevoerd dat zij voorafgaand aan de procedure meerdere pogingen heeft gedaan om [gedaagde] tot betaling te bewegen.
4.8.
Gelet op het voorgaande moet [gedaagde] de proceskosten van Zilveren Kruis betalen. Die proceskosten worden vastgesteld op € 129,74 aan dagvaardingskosten, € 128,00 aan griffierecht en € 74,00 aan gemachtigdensalaris (2 punten à € 37,00 per punt, één voor het opstellen van de dagvaarding en één voor de conclusie van repliek). Dit is totaal € 331,74. Na toerekening van de betaling van € 175,00 aan de hoofdsom, rente en buitengerechtelijke kosten resteert van die betaling nog een bedrag van € 0,91, welk bedrag in mindering strekt op de proceskosten. Dat betekent dat de proceskosten in totaal nog € 330,83 bedragen. Voor kosten die Zilveren Kruis maakt na deze uitspraak moet [gedaagde] ook een bedrag betalen van € 18,50 (1/2 punt x € 37,00). Hier kan nog een bedrag bijkomen voor de betekening van de uitspraak. In dit vonnis hoeft hierover geen aparte beslissing te worden genomen (ECLI:NL:HR:2022:853).
uitvoerbaarheid bij voorraad
4.9.
Dit vonnis wordt, zoals gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

5..De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de kant van Zilveren Kruis tot vandaag vastgesteld op € 330,83;
5.2.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. van Kalmthout en in het openbaar uitgesproken.
44487