ECLI:NL:RBROT:2022:7827

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 september 2022
Publicatiedatum
21 september 2022
Zaaknummer
10043626
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mondelinge uitspraak over de kwalificatie van de overeenkomst tussen partijen en de gevolgen daarvan

Op 21 september 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam een mondelinge uitspraak gedaan in de zaak tussen [verzoeker] en Freshlight B.V. De zaak betrof een verzoek om loondoorbetaling, waarbij de kantonrechter diende te beoordelen of er sprake was van een arbeidsovereenkomst of een overeenkomst van opdracht. De kantonrechter, mr. J.J. Willemsen, heeft vastgesteld dat de verhouding tussen partijen niet kan worden gekwalificeerd als een arbeidsovereenkomst. Dit oordeel is gebaseerd op de afspraken die partijen hebben gemaakt en de wijze waarop zij uitvoering hebben gegeven aan die afspraken.

De kantonrechter heeft in zijn overwegingen benadrukt dat [verzoeker] en Freshlight in het verleden al eerder op basis van een overeenkomst van opdracht hebben samengewerkt. De schriftelijke overeenkomst die zij hebben gesloten, bevatte een concurrentiebeding, maar dit is inmiddels vervallen door de opzegging van de overeenkomst door Freshlight. De kantonrechter heeft geoordeeld dat [verzoeker] geen belang heeft bij de verzochte verklaring dat het concurrentiebeding is vervallen, en heeft dit verzoek afgewezen.

Daarnaast heeft de kantonrechter geoordeeld dat [verzoeker] de auto die aan hem ter beschikking was gesteld door Freshlight, dient terug te geven, nu de overeenkomst is geëindigd. De proceskosten zijn toegewezen aan Freshlight, waarbij [verzoeker] is veroordeeld tot betaling van € 747,- aan salaris voor de gemachtigde. De kantonrechter heeft de uitspraak uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk moet worden nageleefd, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Zaaknummer: 10043626 VZ VERZ 22-10544
Datum: 15 september 2022
proces-verbaal van mondelinge uitspraak ex artikel 30p Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van

[verzoeker],

woonplaats: [woonplaats verzoeker],
verzoeker,
gemachtigde: mr. M.S. van Dijk,
tegen

Freshlight B.V.,

vestigingsplaats: Apeldoorn,
verweerster,
gemachtigde: mr. A. Thissen.
Partijen worden hierna “[verzoeker]” en “Freshlight” genoemd.
Aanwezig is mr. J.J. Willemsen, kantonrechter, bijgestaan door mr. S.M.A. Fijneman, griffier.
Na uitroeping van de zaak verschijnen:
aan de kant van [verzoeker]:
  • dhr. [verzoeker];
  • mr. M.S. van Dijk;
aan de kant van Freshlight:
  • [naam 1], directeur;
  • mr. A. Thissen.
De kantonrechter gaat over tot de mondelinge behandeling.
De zaak is met partijen besproken. Daarbij hebben partijen hun standpunten ten aanzien van de door de kantonrechter voorgelegde vragen nader toegelicht. De kantonrechter heeft de zitting voor korte tijd geschorst. Na hervatting van de zitting heeft de kantonrechter op de voet van artikel 30p van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in aanwezigheid van beide partijen mondeling uitspraak gedaan. Deze luidt als volgt.

De gronden van de beslissing

Het verzoek van [verzoeker]
De verzoeken van [verzoeker] worden afgewezen omdat naar het oordeel van de kantonrechter geen sprake is van een arbeidsovereenkomst. Dit wordt hierna uitgelegd.
en Freshlight hebben eerder samengewerkt in het verleden en dit was op basis van een overeenkomst van opdracht. [naam 2] heeft in haar brief van 7 december 2021 mede namens [verzoeker] een voorstel aan Freshlight gedaan, opnieuw op basis van een overeenkomst van opdracht. Vervolgens hebben [verzoeker] en Freshlight een schriftelijke overeenkomst gesloten op basis van dit voorstel. Naar het oordeel van de kantonrechter hebben partijen vervolgens ook uitvoering gegeven aan deze overeenkomst als ware het een overeenkomst van opdracht, gelet onder meer op het volgende:
  • [verzoeker] was vrij in de manier waarop hij zijn werkzaamheden uitoefende;
  • [verzoeker] heeft geen loonstroken ontvangen en heeft hier ook niet om gevraagd;
  • [verzoeker] heeft de door hem gewerkte uren aan Freshlight gefactureerd, vanuit een zakelijk adres, op zakelijk papier;
  • [verzoeker] heeft geen vakantiedagen en/of ziektedagen bij Freshlight in rekening gebracht;
  • [verzoeker] achtte zich kennelijk niet gehouden om op vrijdag op het kantoor van Freshlight te zijn, zoals Freshlight had verzocht. Het enkele feit dat Freshlight [verzoeker] had verzocht om de administratie van zijn werkzaamheden op vrijdag op kantoor te doen, is onvoldoende om een gezagsverhouding tussen partijen aan te nemen.
Dit alles maakt dat de verhouding tussen partijen niet is aan te merken als een arbeidsovereenkomst zodat de verzoeken die hierop zijn gebaseerd, worden afgewezen.
In artikel 7 van de overeenkomst is een concurrentiebeding opgenomen voor de duur van de overeenkomst. De overeenkomst is inmiddels geëindigd door de opzegging door Freshlight, waarin [verzoeker] heeft berust. Het concurrentiebeding geldt daarom niet langer, zodat [verzoeker] geen belang heeft bij de verzochte verklaring voor recht dat het concurrentiebeding is vervallen. Ook dit verzoek wordt afgewezen.
Het tegenverzoek van Freshlight
Tijdens de mondelinge behandeling is duidelijk geworden dat zowel Freshlight als [verzoeker] ervan uitgingen dat Freshlight de auto aan [verzoeker] ter beschikking stelde voor de duur van de overeenkomst. Omdat de overeenkomst is geëindigd, moet [verzoeker] de auto aan Freshlight (doen) terug leveren zoals Freshlight verzoekt.
Proceskosten
[verzoeker] krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen. De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van Freshlight tot vandaag vast op € 747,- aan salaris voor de gemachtigde.

De beslissing

De kantonrechter:
wijst de verzoeken van [verzoeker] af;
veroordeelt [verzoeker] tot teruggave aan Freshlight van de aan hem ter beschikking gestelde auto met kenteken [kenteken] en medewerking aan overschrijving van het kenteken op naam van Freshlight binnen zeven dagen na betekening van deze uitspraak;
veroordeelt [verzoeker] in de proceskosten, aan de kant van Freshlight tot vandaag vastgesteld op € 747,- met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf de vijftiende dag na vandaag tot de dag van volledige betaling;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
deze mondelinge uitspraak is gedaan door mr. J.J. Willemsen.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal dat door de kantonrechter is ondertekend.