ECLI:NL:RBROT:2022:7776

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 september 2022
Publicatiedatum
20 september 2022
Zaaknummer
C/10/626659 / HA ZA 21-897
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid assurantietussenpersoon na brand in tuincentrum tijdens verbouwing

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 7 september 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen Intratuin Voorschoten B.V. en Allround Benefits B.V. Intratuin had een tuincentrum overgenomen en tijdens de verbouwing daarvan is er brand uitgebroken. De schade die door de brand is ontstaan, bleek niet volledig gedekt door de verzekering. Intratuin heeft Allround Benefits, de assurantietussenpersoon, aansprakelijk gesteld voor het tekortschieten in haar zorgplicht, omdat er geen passende verzekeringen waren afgesloten voor de nieuwe vestiging in Lisse. De rechtbank heeft de vordering van Intratuin afgewezen.

De rechtbank oordeelde dat Allround Benefits niet tekortgeschoten was in haar zorgplicht. De rechtbank stelde vast dat Allround Benefits voor de dekking van het huurdersbelang, inventaris en goederen en bedrijfsschade voor de fase na voltooiing van de verbouwing nog in gesprek was met de verzekeraar Achmea. Achmea had aangegeven dat zij geen verzekering kon aanbieden zonder dat er aanvullende preventiemaatregelen waren genomen. Intratuin was op de hoogte van deze situatie en had zelf ook geen alternatieve verzekeringsmogelijkheden aangedragen.

Daarnaast oordeelde de rechtbank dat de CAR-verzekering die door Allround Benefits was afgesloten voor de verbouwingswerkzaamheden pas inging op 30 november 2020, terwijl de werkzaamheden op 1 november 2020 waren gestart. Intratuin stelde dat zij hierdoor schade had geleden, maar de rechtbank oordeelde dat Allround Benefits niet verantwoordelijk was voor deze schade, omdat de werkzaamheden die vóór de ingangsdatum van de verzekering waren uitgevoerd, niet onder de dekking vielen.

De rechtbank concludeerde dat de verwijten van Intratuin aan Allround Benefits ongegrond waren en wees de vorderingen af. Intratuin werd veroordeeld in de proceskosten van Allround Benefits, die zijn vastgesteld op € 9.182,00, te vermeerderen met wettelijke rente.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/626659 / HA ZA 21-897
Vonnis van 7 september 2022
in de zaak van
INTRATUIN VOORSCHOTEN B.V.,
gevestigd te Voorschoten,
eiseres,
advocaat mr. P.J.L.J. Duijsens te 's-Gravenhage,
tegen
ALLROUND BENEFITS B.V.,
gevestigd te Zwijndrecht,
gedaagde,
advocaat mr. M.B. Esseling te Rotterdam.
Partijen zullen hierna Intratuin en Allround Benefits worden genoemd.

1..De zaak in het kort

In het tuincentrum dat Intratuin heeft overgenomen is tijdens de verbouwing brand uitgebroken. Schade die daarvan het gevolg is, is niet volledig gedekt door een verzekering. Allround Benefits is de assurantietussenpersoon van Intratuin. Intratuin houdt Allround Benefits voor dat tekort aansprakelijk omdat zij zou zijn tekortgeschoten in haar zorgplicht. De rechtbank wijst de vordering af.

2..De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties E0 tot en met E14;
  • de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 13;
  • de brief van de rechtbank van 23 december 2021 waarbij partijen zijn opgeroepen voor een
  • de brief van de rechtbank van 7 januari 2022 met een zittingsagenda;
  • de aanvullende productie van Intratuin;
  • de mondelinge behandeling op 8 februari 2022;
  • de spreekaantekeningen van mr. Duijsens.
2.2.
Na de mondelinge behandeling is de zaak enige tijd aangehouden onder meer in afwachting van het verloop van een aanverwante procedure van Intratuin tegen Nationale Nederlanden N.V., hierna: NN, bij de rechtbank Den Haag.
2.3.
Op de rolzitting van 27 juli 2022 heeft mr. Duijsens bericht dat de Rechtbank Den Haag de vordering van Intratuin tegen NN heeft afgewezen. Partijen hebben daarop beide gevraagd vonnis te wijzen.
2.4.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3..De feiten

3.1.
Intratuin exploiteerde een tuincentrum in Voorschoten.
3.2.
Allround Benefits is een assurantietussenpersoon die Intratuin sinds ruim 20 jaar adviseert en voor haar verzekeringen verzorgt.
3.3.
Het tuincentrum in Voorschoten moest sluiten omdat de locatie een andere bestemming krijgt. Intratuin heeft daarom in oktober 2020 activa overgenomen van een verouderd tuincentrum in Lisse dat was gevestigd in een gehuurd complex, waarvan zij huurder werd. Voorafgaand aan de opening van dat tuincentrum moest daar een veelomvattende verbouwing plaatsvinden.
3.4.
Op 7 oktober 2020 stuurt [persoon A] van Intratuin, hierna: [persoon A] , aan [persoon B] van Allround Benefits, hierna: [persoon B] , een e-mail met daarbij een brochure met overzichtstekeningen van de voorgenomen verbouwing van het bestaande tuincentrum te Lisse en deelt mee:
“(…)
Bijgaand het boekje.
Planning is 1 november starten met de verbouwing van de koude kas.
Wij zullen ook op een gegeven moment handel gaan laten leveren en opslaan in Lisse. Dit moet ook verzekerd zijn.”
3.5.
[persoon B] antwoordt daarop per e-mail van 7 oktober 2020:
“(…) Heel veel succes met de verbouwing en maak nog een mooie eindsprint met de oude locatie!
Ik had vorige week de volgende zaken genoteerd. Als ik iets mis of niet juist heb verwoord dan verneem ik het graag.
Jij gaat voor eigen rekening verbouwen. Hier is een bedrag mee gemoeid van € 650.000,- De helft is voor rekening van de eigenaar van het pand, wat je vanaf 1-1-2021 gaat huren. Ik heb je geadviseerd om een CAR verzekering af te sluiten. Je bent geen huurder en geen eigenaar, dus is het verstandig om het aansprakelijkheidsrisico te dekken.
Indien de aannemer dit voor je doet, dan is dat ook goed. Graag ontvangen wij de bestekken van de verbouwing om een passende offerte te maken.
Wij zullen met de huidige verzekeraar van Voorschoten overleggen en ik denk dat we het beste vanaf 1-12-2020 een deel van de voorraad op 2 adressen gaan verzekeren. Hoe exact verneem je nog van ons.
Graag vernemen wij bij welke verzekeraar de huidige eigenaar het pand heeft verzekerd.
De aansprakelijkheidsverzekering, inventaris en huurdersbelang (de verbouwing aan het pand) hebben onze aandacht, al dan niet samen met de inspecteur van Achmea.
Per 31-3-2021 is het oude pand niet meer jouw bezit.”
3.6.
Op 9 oktober 2020 bericht [persoon A] aan [persoon B] dat de levering van het bestaande tuincentrum in Voorschoten waarschijnlijk twee maanden wordt uitgesteld tot 31 mei 2021.
3.7.
Op 18 november 2020 bericht [persoon C] , projectcoördinator bij Intratuin, hierna: [persoon C] , aan [persoon D] , Relatiebeheerder Zakelijke Verzekeringen bij Allround Benefits, hierna: [persoon D] , per e-mail:
“Onderwerp: RE: Verzekering verbouwing
(…)
Ik ben er even ingedoken en heb begrepen dat een van de aannemers inderdaad een CAR verzekering
heeft. Hij is gedekt voor al het werk dat hij heeft aangenomen. Alle werkzaamheden die niet door hem worden uitgevoerd vallen daar niet onder.
Via deze link ontvang je de informatie die ik nu ter beschikking heb. https://(...)
Wanneer je aanvullingen nodig hebt dan hoor ik het graag.”
3.8.
Op 18 november 2020 doet [persoon D] vervolgens met het volgende e-mailbericht een aanvraag voor een CAR-verzekering voor Intratuin:
“Onderwerp: FW: Verzekering verbouwing
(…) De opdrachtgever is Intratuin (…).
De werkzaamheden welke onderhanden zijn het verwijderen van de vloer uit de koude kas door een aannemer welke zijn CAR verzekering heeft. Daarnaast is eigen personeel en ingehuurde zzp-ers bezig met het strippen van het bestaande magazijn.
Tuincentrum Overvecht Lisse wordt Intratuin Lisse. Klanten van het Tuincentrum kunnen nooit op plekken komen waar de verbouwing plaats vind. De planning is dat het tuincentrum 2 januari dicht gaat en op 10 maart heropend.
Mocht je nog aanvullende informatie van ons nodig hebben dan vernemen wij dat graag van jou.”
3.9.
Op 19 november 2020 bericht [persoon E] , hierna: [persoon E] , risicodeskundige bij Avéro Achmea Glastuinbouw, hierna: Achmea, aan [persoon D] :
“Onderwerp: RE: polissen Intratuin Voorschoten (…)
Bedankt voor de informatie over de verplaatsing van Intratuin Voorschoten.
(…)
Mijn collega is enkele jaren geleden nog op locatie Lisse geweest, heb de situatie met hem doorgesproken.
(…)
1. Compartimentering brandrisico
Voor zover bekend zijn er niet of nauwelijks maatregelen genomen om verspreiding van brand te
voorkomen.
Onze insteek voor het verzekeren is dat het magazijn, de warme kas en de koude kas van elkaar zijn gescheiden door een 60 minuten brandwerende muur of vergelijkbaar.
Kun je aangeven of locatie Lisse hieraan voldoet.
2. Huur
Je geeft aan dat de opstallen op de nieuwe locatie in eerste instantie worden gehuurd.
Dit betekent dat als we de inrichting, huurdersbelang en bedrijfsschade kunnen verzekeren we bij schade afhankelijk zijn van de inzet van de verhuurder en zijn verzekeraar.
Dit is voor ons, gezien het grote belang, geen wenselijke situatie.
3. Ouderdom gebouw
Het gebouw is een aaneenschakeling van diverse type gebouwen.
Als er recent geen nieuwbouw heeft plaats gevonden dan is het geheel, voor kassen, gedateerd.
Wat is de onderhoudstoestand.
4. Voorste deel gevoelig voor overlopen goten
(…)
Op voorhand op basis van de ons bekende gegevens is het niet mogelijk om een verzekering aan te bieden.
Mocht blijken dat de situatie wel degelijk is veranderd dan wil ik graag samen met jou de mogelijkheden bekijken.
Graag ontvang ik dan informatie over de 4 eerste aandachtspunten bij verzekerbaar risico.
(…)”
3.10.
Op 19 november 2020 bericht [persoon D] vervolgens aan [persoon C] per e-mail, waarin ook de opmerkingen in de hiervoor aangehaalde mail van [persoon E] zijn opgenomen:
“(…)
In onderstaande mail de aandachtspunten van verzekeraar Avero Achmea. Als we punten 1, 2 en 4 op orde hebben zal punt 3 nauwelijks voor problemen zorgen.
Punt 1 is het belangrijkste, kun jij dit morgen afstemmen met ons zodra het op locatie bekeken en besproken is.”
3.11.
Op 19 november 2020 bericht [persoon D] per e-mail aan [persoon E] :
“(…)
Onderwerp: RE: polissen Intratuin Voorschoten (…)
Zoals telefonisch besproken onderstaand nog even per mail hetgeen wij bespraken. Alsmede nog een aanvulling daarop.
1. morgen komt een bedrijf langs om de brandcompartimentering te bespreken.
2. Verzekeraars van het opstal zijn opgevraagd.
3. Grootscheepse verbouwing en onderhoud van installatie en het pand.
4. Overlopen van de goten is bekend, nog niet opgepakt maar staat op de lijst qua verbouwing.
Januari, februari en begin maart is het tuincentrum volledig gesloten voor de verbouwing.
zoals besproken stel jij een bezoek datum voor.”
3.12.
Op 7 januari 2021 vindt op locatie in Lisse een bespreking plaats met als deelnemers: [persoon E] en diens collega [persoon F] , [persoon A] , [persoon D] en diens collega [persoon G] . Het pand in Lisse staat dan leeg.
3.13.
Nadien zijn delen van de voorraad van Intratuin in Voorschoten naar Lisse overgebracht en zijn zaken die Intratuin bij haar leveranciers bestelde in Lisse afgeleverd.
3.14.
Op 26 januari 2021 bericht [persoon D] per e-mail aan [persoon C] , met als bijlage de ‘Rapportage acceptatie eisen Gebouw’ van Achmea, gedateerd 7 januari 2021:
“(…)
Onderstaand eindelijk alle eisen van (…) Achmea.
Kunnen wij hier morgen een telefonisch overleg hierover houden?
Rapportage acceptatie eisen gebouw, Intratuin Lisse, zie bijlage
In dit rapport staat de preventie waaraan het gebouw moet voldoen om het risico te kunnen verzekeren.
Dit betekent dat alle preventie moet worden uitgevoerd.
Ik begrijp dat de tijd dringt en het misschien niet mogelijk is om voor ingebruikname alle preventie uit te voeren.
Als men aangeeft alle preventie uit te voeren maar dat dit qua tijd niet lukt dan wil ik in gesprek gaan om te zoeken naar een oplossing.
Gebouw elders verzekerd
Wij willen bij een schade niet afhankelijk zijn van de beslissingen van de verzekeraar van het gebouw (…).
Hier zal een oplossing moeten worden gezocht waarbij zekerheid is dat schade aan het gebouw (…) snel en zorgvuldig wordt opgelost.
Mogelijke oplossingen zijn, is het gebouw(…) bij Achmea ondergebracht of misschien is het een idee om te spreken over vruchtgebruik waarbij de huurder zorg draagt voor de verzekering.
Wat zijn jouw ideeën?
(…)”
3.15.
Op 30 januari 2021 antwoordt [persoon A] daarop aan [persoon D] per e-mail:
“(…)
Het pand is verzekerd via de verhuurder. Het is onmogelijk om alle bijgaande eisen te verwezenlijken. We doen wat we kunnen, maar financieel en in de tijd moet het wel behapbaar zijn.
Is er een andere verzekeraar te vinden voor de inventaris en de voorraden?
(…)”
3.16.
Op 1 februari 2021 vraagt [persoon D] aan [persoon A] of zij de volgende dag rond 11 uur telefonisch overleg kunnen hebben over de uitwerking van het bezoek aan het tuincentrum in Lisse. [persoon A] bevestigt dat. Dat overleg heeft om onbekende redenen niet meer plaatsgevonden.
3.17.
Op 8 februari 2021 heeft een grote brand gewoed in het tuincentrum in Lisse. Intratuin heeft daardoor schade geleden: de geplande opening van het tuincentrum in Lisse werd aanzienlijk vertraagd en door de brand gingen onder meer voorraden, bedrijfsappa-ratuur en inboedel verloren. Verbouwingswerkzaamheden die ondertussen al in het pand waren uitgevoerd verloren hun waarde.
3.18.
NN, de verzekeraar waarbij Intratuin voor haar tuincentrum in Voorschoten was verzekerd tegen bedrijfsschade, heeft zich op het standpunt gesteld dat enkel het bedrijf in Voorschoten onder de dekking van de lopende verzekering bij NN valt. In samenspraak met Allround Benefits heeft Intratuin dat standpunt in rechte tevergeefs aangevochten.
3.19.
Voor de verbouwingswerkzaamheden is door tussenkomst van Allround Benefits een CAR-verzekering afgesloten onder de naam Aflopende Bouw- en Montageverzekering, met Allianz Benelux N.V., hierna: Allianz, als risicodrager. De ingangsdatum daarvan is 30 november 2020. Voor die datum heeft Intratuin al uitgaven gedaan voor de verbouwing in Lisse. Allianz laat daarvan € 134.321,-- buiten beschouwing bij de begroting van de gedekte schade onder de CAR-polis.
3.20.
Voor huurdersbelang, voorraden, activa en inventaris te Lisse is, voor zover niet vallend onder de CAR-polis, ten tijde van de brand geen verzekering afgesloten.
3.21.
Op 18 februari 2021 stelt de advocaat van Intratuin Allround Benefits aansprakelijk vanwege tekortschieten in haar zorgplicht in verband met de niet toereikende verzekeringen van het tuincentrum te Lisse.

4..Het geschil

4.1.
Intratuin vordert samengevat dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
Allround Benefits zal veroordelen om aan Intratuin te voldoen de schade op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet,
Allround Benefits zal veroordelen om aan Intratuin een voorschot op de totaal te begroten schade te voldoen van € 300.000,=
Allround Benefits zal veroordelen om aan Intratuin € 3.200,= te voldoen als vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten;
een en ander te vermeerderen met wettelijke rente en kosten.
4.2.
Intratuin legt aan haar vordering ten grondslag dat Allround Benefits tegenover haar is tekortgeschoten in haar zorgplicht als assurantietussenpersoon door geen passende verzekeringen af te sluiten voor de nieuwe vestiging in Lisse. Daardoor is de schade van de brand niet volledig gedekt. Die schade moet Allround Benefits volgens haar vergoeden vanwege het tekortschieten in haar zorgplicht.
4.3.
Allround Benefits is volgens Intratuin op vier punten tekortgeschoten:
zij heeft voor de vestiging in Lisse geen verzekeringen afgesloten voor huurdersbelang,
voorraden, activa, inventaris en dergelijke;
zij heeft nagelaten een bedrijfsschadeverzekering voor de vestiging in Lisse af te sluiten;
de CAR-verzekering die Allround Benefits heeft afgesloten voor de verbouwing in Lisse is te laat ingegaan;
er is sprake van onderverzekering.
4.4.
Allround Benefits voert gemotiveerd verweer tegen de vordering. Zo betwist zij op onderdelen dat zij is tekortgeschoten in haar zorgplicht en zij bestrijdt dat er sprake is van schade en causaal verband. Zij concludeert tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van Intratuin in de kosten van het geding, rente en nakosten daaronder begrepen.
4.5.
Op de stellingen van partijen wordt bij de beoordeling waar nodig nader ingegaan.

5..De beoordeling

Algemeen

5.1.
Tussen partijen is niet in geschil dat Allround Benefits op grond van de overeenkomst van opdracht tussen partijen voor Intratuin moet zorgen voor passende verzekeringen, het voorkomen van onderverzekering en het tijdig ingaan van verzekeringen en dat zij daarbij de zorg van een goed opdrachtnemer in acht moet nemen. De maatstaf daarbij is de redelijk bekwaam en redelijk handelend beroepsgenoot. Wat deze maatstaf in een concreet geval meebrengt, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Mocht Allround Benefits in die zorgplicht toerekenbaar zijn tekortgeschoten, dan is zij verplicht de schade die het gevolg is van dat tekortschieten aan Intratuin vergoeden.
5.2.
De rechtbank zal naar die maatstaf de verwijten beoordelen zoals Intratuin deze in als grondslag van de vordering heeft aangedragen.
Verwijt 1. Huurdersbelang, voorraden, activa, inventaris en dergelijke
5.3.
Intratuin verwijt Allround Benefits dat zij, hoewel zij dat haar heeft verzocht, niet heeft zorggedragen voor een verzekering van het huurdersbelang, voorraden, activa, inventaris en dergelijke, terwijl Allround Benefits wel wist of moest weten dat in oktober 2020 de overname had plaatsgevonden, dat Intratuin direct daarna startte met verbouwen, inrichten en bevoorraden en dat met de exploitatie van het tuincentrum in Lisse per 1 januari 2021 zou worden begonnen en dat daarvoor al activa van Lisse waren overgenomen door aankoop en levering.
5.4.
Allround Benefits voert aan dat zij heeft voldaan aan haar zorgplicht, en zij bestrijdt dat er sprake is van een causaal verband tussen een eventuele schending van haar zorgplicht en de gestelde schade.
5.5.
De rechtbank oordeelt als volgt.
5.6.
Vast staat dat Allround Benefits voor dekking van het huurdersbelang, inventaris en goederen en bedrijfsschade voor de fase ná voltooiing van de verbouwing nog in gesprek was met Achmea. Ook staat vast dat Achmea, voordat zij een verzekering wilde aanbieden, uitgebreide preventiemaatregelen verlangde zoals uiteengezet in haar
Rapportage acceptatie eisen gebouwen ook dat Achmea eerder al had laten weten dat zij op basis van de bekende gegevens, op voorhand – dus zonder uitvoering van die preventiemaatregelen – geen verzekering kon aanbieden. Een voorlopige dekking van deze risico’s in Lisse bij Achmea lag onder bij die stand van zaken dus evenmin voor de hand. Dat Achmea volgens een aanvullende productie die Intratuin ten behoeve van de mondelinge behandeling nog heeft overgelegd wel bereid was een ander pand zonder inspectie vooraf in voorlopige dekking te nemen, zegt niets. Immers, Achmea wilde het pand in Lisse nu juist vooralsnog niet in dekking nemen vanwege de situatie daar ter plaatse, waarmee zij al bekend was.
5.7.
Nadat Allround Benefits aan Intratuin had meegedeeld welke preventiemaatregelen Achmea eiste alvorens voor het bedrijf in Lisse een verzekering te kunnen aanbieden, en zij Intratuin enkele mogelijkheden voor een alternatieve aanpak heeft gesuggereerd, heeft Intratuin Allround Benefits per mail van 30 januari 2021 gevraagd of inventaris en goederen bij een andere verzekeraar ondergebracht konden worden. Het moet Intratuin op dat moment dus duidelijk zijn geweest dat inventaris en goederen op dat moment nog niet waren gedekt in Lisse, omdat het gebouw in de bestaande toestand wat Achmea betreft zich daarvoor niet leende.
5.8.
Allround Benefits heeft onweersproken gesteld dat andere verzekeraars evenmin bereid zouden zijn zonder aanvullende preventiemaatregelen een al dan niet voorlopige dekking aan te bieden voor het tuincentrum te Lisse.
5.9.
Bij die stand van zaken valt niet in te zien in welk opzicht het aan enig tekortschieten van Allround Benefits te wijten is geweest dat er op 8 februari 2021 (nog) geen al of niet voorlopige dekking was verkregen voor inventaris, goederen, huurdersbelang en dergelijke voor het tuincentrum in Lisse.
5.10.
Weliswaar heeft Intratuin er in dit verband nog gewezen op de weken die ongebruikt zijn verstreken tussen opmaken van de
Rapportage acceptatie eisen- nog op de dag van het gezamenlijke bezoek aan Lisse op 7 januari 2021 - en de doorzending daarvan door Allround Benefits aan Intratuin op 26 januari 2021, maar zij heeft niet uiteengezet dat snellere doorzending en bespreking daarvan met Intratuin er in redelijkheid toe had kunnen leiden dat huurdersbelang, inventaris en goederen op 8 februari 2021 wel gedekt zouden zijn.
5.11.
De slotsom moet zijn, dat het verwijt onder 1 ongegrond is en dus de vorderingen niet mede kan dragen.
Verwijten 2 en 4: geen (toereikende) bedrijfsschadeverzekering voor Lisse
5.12.
Inmiddels staat vast dat de vordering van Intratuin tegen NN om dekking te verkrijgen onder de ‘verhuisclausule’ in de bedrijfsschadepolis van NN door de rechtbank Den Haag is afgewezen. Bij de verdere beoordeling zal de rechtbank bij die stand van zaken ervan uitgaan dat deze schade inderdaad niet is gedekt onder die polis.
5.13.
Omdat er bij de beoordeling in deze zaak vanuit wordt gegaan dat de polis voor bedrijfsschade bij NN in het geheel geen dekking biedt voor schade die verband houdt met de brand in Lisse, kan het verwijt van Intratuin dat het verzekerd belang onder die polis voor de brand niet is verhoogd tot € 7.200.000,-- wegens gebrek aan belang verder onbesproken blijven.
5.14.
Tegen de achtergrond van wat onder 5.12 is overwogen, is tussen partijen niet in geschil dat Allround Benefits had moeten onderkennen dat de polis bij NN geen dekking bood voor de bedrijfsschade die het gevolg zou zijn van de brand op de nieuwe locatie in Lisse, met uitstel van de opening van deze locatie als gevolg.
5.15.
Intratuin meent, voor zover nu in dit verband nog van belang, dat zij schade lijdt doordat kort gezegd omzetderving te Lisse als gevolg van uitstel van de opening door de brand niet gedekt is en dat dit aan tekortschieten van Allround Benefits te wijten is, hetgeen laatstgenoemde gemotiveerd betwist.
5.16.
De rechtbank oordeelt als volgt.
5.17.
Bezien moet worden of het inderdaad aan tekortschieten van Allround Benefits in haar zorgplicht is te wijten dat het risico van bedrijfsschade door een voorval voorafgaand aan de opening van het tuincentrum in Lisse niet hetzij op een andere wijze bij NN, hetzij bij een ander verzekeraar verzekerd was.
5.18.
Allround Benefits heeft gemotiveerd aangevoerd dat een risico op bedrijfsschade voor de vestiging te Lisse voorafgaand aan de opening van die vestiging noch (al dan niet bij wijze van voorlopige dekking) op een andere wijze bij NN, noch bij een andere verzekeraar ondergebracht had kunnen worden. Intratuin heeft daar niets concreets tegenovergesteld dat in een andere richting wijst.
5.19.
Bij die stand van zaken valt niet in te zien in welk opzicht het aan enig tekortschieten van Allround Benefits te wijten is geweest dat er op 8 februari 2021 (nog) geen – al of niet voorlopige – dekking was verkregen voor het risico op bedrijfsschade voor het tuincentrum in Lisse.
5.20.
Ook op dit onderdeel moet de slotsom daarom zijn dat de verwijten ongegrond zijn en dus de vordering niet mede kunnen dragen.
Verwijten 3 en 4: geen (toereikende) CAR verzekering
5.21.
Volgens Intratuin is Allround Benefits tekortgeschoten bij het afsluiten van de CAR-verzekering voor de verbouwingswerkzaamheden doordat deze pas is ingegaan op 30 november 2020 terwijl de bouwwerkzaamheden al waren gestart op 1 november 2020. Intratuin werd daardoor gekort op de uitkering onder de CAR-verzekering voor de schade van voor 30 november 2020, aldus Intratuin, en wel tot een bedrag van € 134.321,--. Ter zitting heeft zij daaraan toegevoegd dat de deskundigen aan [persoon A] hebben meegedeeld dat die post wel onder de CAR-verzekering valt, maar dat een korting naar tijdsgelang is toegepast omdat de verzekering niet al op 1 november 2020 is ingegaan, maar later.
5.22.
Allround Benefits voert daartegen het volgende aan. Allround Benefits ontving de gevraagde stukken van de verbouwing pas op 18 november 2020 van Intratuin. Uit een bijbehorende begroting bleek dat niet op 1 november, maar op 10 november 2020 begonnen zou worden met opruimwerkzaamheden buiten het gebouw waarvoor geen CAR-verzekering nodig is. Vanaf die datum waren er ook sloopwerkzaamheden waarvoor volgens [persoon C] van Intratuin geen verzekering nodig was. Op 18 november 2020 begon een aannemer die een eigen CAR-verzekering had. Met [persoon C] is afgesproken dat er vanaf 30 november 2020, de dag waarop de werkzaamheden aan het dak zouden beginnen, een eigen CAR-verzekering voor Intratuin moest ingaan. Allround Benefits bestrijdt gemotiveerd dat Intratuin schade heeft geleden als gevolg van het feit dat deze polis niet op 1 november 2020, maar op 30 november 2020 is ingegaan.
5.23.
De rechtbank oordeelt als volgt.
5.24.
Allround Benefits heeft onder overlegging van haar productie 13 uiteengezet dat het grootste deel van de kosten die niet gedekt zijn onder de CAR-verzekering geen enkel verband hebben met de brand, zoals
slopen asfalt/beton,
opruimen rooien bomen /afval opruimen parkeerterrein fatsoeneren.Enkel een post voor kosten van het omdekken van het dak van een bestaande kas met 16mm polycarbon ter waarde van 35% van € 33.000,-- is te relateren aan de brand. Het gaat daarbij om kosten die volgens Allround Benefits mogelijk onder de CAR-verzekering vallen van de aannemer [persoon H] .
5.25.
Van een korting naar tijdgelang op de uitkering onder de CAR-polis is niet gebleken en een dergelijke generieke korting valt ook niet te rijmen met het overzicht in productie 13 waarmee Allround Benefits illustreert welke posten door Allianz buiten beschouwing zijn gelaten bij de schadevaststelling onder de CAR-polis, waarvan de optelling van enkele geïndividualiseerde posten sluit op het bedrag dat Intratuin in dit verband heeft genoemd.
5.26.
Tegenover de gemotiveerde uiteenzetting van Allround Benefits heeft Intratuin ook op dit punt niet nader concreet uiteengezet dat het hierbij wel om kostenposten gaat die in causaal verband staan met de brand, dan wel, waar het de post
omdekken van het dakbetreft, dat die niet al gedekt zijn onder de CAR-polis van de aannemer [persoon H] . Ook heeft zij niet voldoende concreet toegelicht dat het aan tekortschieten van Allround Benefits te wijten is dat Allianz uitkering van deze schade kennelijk weigert.
5.27.
Ook op dit onderdeel moet de conclusie dan ook zijn dat niet valt in te zien in welk opzicht het aan enig tekortschieten van Allround Benefits te wijten is dat de posten die in dit verband zijn opgevoerd door Allianz buiten beschouwing worden gelaten, hetzij omdat zij niet zijn aan te merken als gevolg van de brand, hetzij reeds zijn gedekt onder een CAR-polis van de aannemer. Ook overigens is er niets aangevoerd dat tot de conclusie kan leiden dat er sprake is van een ontoereikende CAR-verzekering die aan tekortschieten van Allround Benefits te wijten is.
5.28.
Ook op dit onderdeel moet de slotsom daarom zijn dat de verwijten ongegrond zijn en dat zij dus de vordering niet mede kunnen dragen.
Verwijt 4: onderverzekering
5.29.
Intratuin heeft op dit punt aangevoerd dat Allround Benefits haar niet heeft behoed voor onderverzekering. Ten eerste keert de CAR-verzekering maar ten dele uit door de te late ingangsdatum en ten tweede is sprake van onderverzekering omdat het verzekerd belang onder de bedrijfsschadeverzekering bij NN had moeten worden verhoogd, aldus Intratuin.
5.30.
Elk van beide onderdelen van dit verwijt behoeft, gelet op al hetgeen hiervoor daarover al is overwogen en beslist, geen afzonderlijke bespreking meer.
Slotsom en kosten
5.31.
Nu geen van de gemaakte verwijten de vorderingen kunnen dragen, zullen deze als feitelijk ongegrond worden afgewezen.
5.32.
Intratuin zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Allround Benefits worden vastgesteld op
- griffierecht € 4.200,00
- salaris advocaat €
4.982,00(2,0 punt × tarief VI ad € 2.491,-- per punt)
Totaal € 9.182,00
5.33.
Uit de uitspraak van 10 juni 2022 van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2022:853), onder nummer 2.3, leidt de rechtbank af dat in dit vonnis geen aparte beslissingen hoeven te worden genomen over nakosten en wettelijke rente daarover.

6..De beslissing

De rechtbank
6.1.
wijst de vorderingen af;
6.2.
veroordeelt Intratuin in de proceskosten, aan de zijde van Allround Benefits tot op heden vastgesteld op € 9.182,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de veertiende dag na dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
6.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.P. van Essen en in het openbaar uitgesproken op 7 september 2022. [1]

Voetnoten

1.[196/1729]