In deze zaak, behandeld door de kantonrechter mr. B.J.R. van Tongeren, gaat het om een geschil tussen Van der Vorm Vastgoed B.V. en een huurder, aangeduid als [gedaagde01]. De eiseres, Van der Vorm, heeft een huurachterstand van € 3.629,49 geclaimd, die is ontstaan door wanbetaling van de huurder. De huurder heeft aangevoerd dat de huurachterstand is ontstaan door beslaglegging op zijn AOW en dat deze inmiddels volledig is voldaan. De kantonrechter heeft echter vastgesteld dat de huurder geen bewijs heeft geleverd van de betaling van de achterstand en dat de door Van der Vorm gestelde huurachterstand van € 3.750,36 tot en met augustus 2022 juist is. De kantonrechter heeft de vordering van Van der Vorm grotendeels toegewezen, met uitzondering van de gevorderde buitengerechtelijke kosten, omdat Van der Vorm niet kon aantonen dat zij een kosteloze aanmaning had verzonden zoals vereist door de wet. De huurder is veroordeeld tot betaling van het achterstallige bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en is ook verantwoordelijk voor de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 943,74. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.