Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De verdere procedure
- het tussenvonnis van 4 juni 2021 en de daarin genoemde stukken;
- de akte van [persoon B] van 21 juli 2021;
- het proces-verbaal van het getuigenverhoor van 12 januari 2022;
- de akte van [persoon A] van 2 maart 2022;
- het proces-verbaal van het getuigenverhoor van 8 juni 2022;
- de conclusie na enquête van [persoon B] ;
- de conclusie na enquête van [persoon A] .
2..De verdere beoordeling
“ [persoon B] cheater wife beater liar”de eer en goede naam van [persoon B] heeft aangetast. De beslissing over het al dan niet toekennen van een schadevergoeding is daarbij aangehouden. De kantonrechter zal nu op deze vordering beslissen. Vanwege de omstandigheid dat deze tekst maar kort zichtbaar is geweest en de openbaarheid daarvan beperkt is gebleven (tot de bezoekers van de desbetreffende toiletruimte), acht de kantonrechter een beperkte, symbolische schadevergoeding op zijn plaats. De kantonrechter zal [persoon A] veroordelen om een bedrag van € 100,- aan [persoon B] te betalen. De wettelijke rente over dit bedrag wordt toegewezen vanaf de dag van het instellen van de vordering, zijnde 27 mei 2020.