In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 26 augustus 2022 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen [eiseres], vertegenwoordigd door Groenendaal & Van Krijl Gerechtsdeurwaarders, en [gedaagde], die zelf procedeert. De eiseres vorderde een betaling van € 500,- van de gedaagde, die psychologische hulp heeft ontvangen maar de bijbehorende factuur van € 1.434,96 niet heeft betaald. De gedaagde had de factuur gedeclareerd bij haar zorgverzekeraar, die een bedrag van € 669,78 heeft uitgekeerd, maar de gedaagde was zich niet bewust van de eigen bijdrage en het eigen risico die van toepassing waren. De eiseres heeft haar vordering beperkt tot € 500,- met het oog op de proceskosten.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde niet heeft betwist dat zij het bedrag van € 669,78 aan de eiseres moet doorstorten. Het gevorderde bedrag van € 500,- is toegewezen, evenals de wettelijke rente over dit bedrag. De gedaagde is ook veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 363,43. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gedaagde onmiddellijk moet betalen, ook al kan zij in hoger beroep gaan.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van partijen in een overeenkomst en de gevolgen van het niet betalen van facturen, evenals de rol van zorgverzekeraars in het proces van declaratie en uitbetaling.