ECLI:NL:RBROT:2022:7253

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
26 augustus 2022
Publicatiedatum
29 augustus 2022
Zaaknummer
9862442
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van psychologische hulp met betrekking tot eigen bijdrage en risico

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 26 augustus 2022 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen [eiseres], vertegenwoordigd door Groenendaal & Van Krijl Gerechtsdeurwaarders, en [gedaagde], die zelf procedeert. De eiseres vorderde een betaling van € 500,- van de gedaagde, die psychologische hulp heeft ontvangen maar de bijbehorende factuur van € 1.434,96 niet heeft betaald. De gedaagde had de factuur gedeclareerd bij haar zorgverzekeraar, die een bedrag van € 669,78 heeft uitgekeerd, maar de gedaagde was zich niet bewust van de eigen bijdrage en het eigen risico die van toepassing waren. De eiseres heeft haar vordering beperkt tot € 500,- met het oog op de proceskosten.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde niet heeft betwist dat zij het bedrag van € 669,78 aan de eiseres moet doorstorten. Het gevorderde bedrag van € 500,- is toegewezen, evenals de wettelijke rente over dit bedrag. De gedaagde is ook veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 363,43. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gedaagde onmiddellijk moet betalen, ook al kan zij in hoger beroep gaan.

De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van partijen in een overeenkomst en de gevolgen van het niet betalen van facturen, evenals de rol van zorgverzekeraars in het proces van declaratie en uitbetaling.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 9862442 CV EXPL 22-14129
datum uitspraak: 26 augustus 2022
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
[eiseres] ,die handelt onder de naam
[handelsnaam],
woonplaats: [woonplaats eiseres] ,
eiseres,
gemachtigde: Groenendaal & Van Krijl Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde] ,
woonplaats: [woonplaats gedaagde] ,
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘ [eiseres] ’ en ‘ [gedaagde] ’ genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 26 april 2022, met bijlagen;
  • het mondelinge antwoord van [gedaagde] ;
  • de repliek, met bijlagen;
  • de e-mail van [gedaagde] van 26 juli 2022.

2..De feiten

2.1.
[gedaagde] heeft gedurende twaalf sessies psychologische hulp ontvangen van [eiseres] .
2.2.
[eiseres] heeft voor de psychologische hulp op 13 augustus 2021 een factuur van € 1.434,96 gestuurd aan [gedaagde] (hierna: de factuur). [gedaagde] heeft de factuur niet betaald.

3..Het geschil

3.1.
[eiseres] eist samengevat:
  • [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen € 500,- met rente;
  • [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten;
  • het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
3.2.
[eiseres] baseert de eis op het volgende. [gedaagde] heeft de factuur gedeclareerd bij haar zorgverzekeraar. Daarop heeft de zorgverzekeraar € 669,78 uitgekeerd aan [gedaagde] . De zorgverzekeraar hanteert namelijk een eigen bijdrage van € 478,36 en een eigen risico van € 286,82. De eigen bijdrage trekt [eiseres] van het factuurbedrag af, aangezien zij daarvoor een vervangende (lagere) factuur heeft gestuurd aan [gedaagde] , waarop zij in deze procedure geen aanspraak maakt. [gedaagde] moet daarom € 956,60 aan [eiseres] betalen (€ 1.434,96 - € 478,36). Omdat zij dit tot nu toe ondanks aanmaningen heeft nagelaten, moet zij ook wettelijke rente, die berekend tot 8 april 2022 € 14,20 bedraagt, en een vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten van € 215,23 betalen. Op het totaal van deze bedragen brengt [eiseres] nog één of meerdere betalingen van in totaal € 50,- in mindering, zodat een vordering van € 1.136,03 resteert. In deze procedure beperkt [eiseres] haar vordering met het oog op de proceskosten tot € 500,-.
3.3.
[gedaagde] is het niet eens met de eis en voert het volgende aan. [gedaagde] wist bij het aangaan van de overeenkomst niet dat zij zowel een eigen bijdrage als eigen risico moest betalen voor de behandelingen. Zij was er psychisch slecht aan toen en heeft daarom het contract niet goed doorgelezen. [eiseres] heeft daar misbruik van gemaakt.

4..De beoordeling

hoofdsom
4.1.
Er is geen discussie over dat de verzekeraar van [gedaagde] € 669,78 aan haar heeft uitgekeerd, na de declaratie van de factuur. [gedaagde] heeft niet betwist dat zij dit bedrag in ieder geval moet doorstorten aan [eiseres] . Het geëiste bedrag van € 500,- wordt daarom toegewezen.
4.2.
Of [gedaagde] ook het restant van de factuur, dat niet door haar verzekering wordt gedekt, moet betalen aan [eiseres] hoeft niet beoordeeld te worden. Op grond van het voorgaande kan het geëiste bedrag van € 500,- namelijk al worden toegewezen.
rente
4.3.
De geëiste rente over dit bedrag wordt ook toegewezen. [gedaagde] heeft namelijk geen verweer gevoerd op dit punt en uit de wet (artikel 6:119 BW) volgt dat zij deze rente verschuldigd is.
proceskosten
4.4.
[gedaagde] krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen. De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van [gedaagde] tot vandaag vast op € 127,43 aan dagvaardingskosten, € 86,- aan griffierecht en € 150,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 75,- tarief). Dit is totaal € 363,43. Voor kosten die [eiseres] maakt na deze uitspraak moet [gedaagde] een bedrag betalen van € 37,50 (1/2 punt x € 75,- tarief). Hier kan nog een bedrag bijkomen voor de betekening van de uitspraak. In dit vonnis hoeft hierover geen aparte beslissing te worden genomen (ECLI:NL:HR:2022:853).
uitvoerbaarheid bij voorraad
4.5.
Dit vonnis wordt, zoals gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

5..De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] te betalen € 500,- met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW hierover vanaf 26 april 2022 tot de dag van volledige betaling;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de kant van [eiseres] tot vandaag vastgesteld op € 363,43;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
Dit vonnis is gewezen door mr. B.J.R. van Tongeren en in het openbaar uitgesproken.
33394