Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[naam eiser 1] ,
[naam eiser 2],
1..De procedure
- de dagvaarding van 4 november 2021, met 23 producties,
- de conclusie van antwoord in conventie tevens houdende eis in reconventie, met 3 producties,
- de conclusie van antwoord in reconventie, met producties 24 tot en met 28,
- de brief van de rechtbank van 14 februari 2022, waarbij partijen zijn opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 24 maart 2022,
- de mondelinge behandeling van 4 juli 2022; van deze zitting is geen
2..De feiten
Conclusie
(op basis van de waarneming & uw mondelinge toelichting)
exclusief:
inclusief:
- een staalconstructie zoals aangebracht ten behoeve van tussenwand,
- kwaliteit beton aanpassen naar C30,
- dikte aanpassen achterwand ten behoeve van wijnkast,
- verwarmingsaansluiting in bergruimte en repareren lekke leiding in de vloer bij de trap.
8..BEANTWOORDING VAN UW VRAGEN
1..Graag in kaart brengen welke werkzaamheden zijn uitgevoerd door BBHB
2..Graag in kaart brengen welke werkzaamheden op basis van de overeenkomst niet
3..Het geschil
in conventie
4..De beoordeling
in conventie
€ 32.087,38 aan schade geleden. De vordering tot nakoming jegens BBHB is omgezet in een vordering tot vervangende schadevergoeding.
“deze opdracht is exclusief legeskosten vergunningsaanvraag”, gaat de rechtbank aan dat betoog voorbij. Niet in geschil is dat voor de aanvraag van de vergunning bouwtekeningen, berekeningen en een plan van aanpak nodig zijn. Blijkens de overeenkomst (zie 2.5) zou BBHB voor deze stukken zorgdragen. Op de zitting hebben [eisers] verklaard dat ze meerdere malen om deze stukken hebben gevraagd, maar dat ze de stukken nooit van BBHB hebben ontvangen. Dit is niet door BBHB betwist, zodat dit vaststaat. In verband met het ontbreken van de benodigde stukken hebben [eisers] de vergunning dus ook niet kunnen aanvragen.
€ 12.509,58 aan herstelwerkzaamheden.
het opknappen van de trapis opgenomen. Het
opknappenvan een trap impliceert dat er meer moet gebeuren dan het enkel plaatsen van de trap. BBHB heeft daarnaast niet gemotiveerd betwist dat de door EXP genoemde werkzaamheden vallen onder deze post. Dat deze (opknap)werkzaamheden niet zijn uitgevoerd, is niet in geschil. Hierdoor is komen vast te staan dat [eisers] aanspraak kunnen maken op het gevorderde bedrag voor het opknappen van de buitentrap.
terugplaatsenimpliceert dat de ramen en de trap zelf al aanwezig zijn en er dus geen materiaal meer nodig is. In de brief van 25 februari 2022 heeft EXP toegelicht dat het terugplaatsen van de ramen dient te geschieden in stelkozijnen met nieuw materiaal en dat er een nieuwe trap nodig is omdat de kelder dieper is aangelegd. Door BBHB is hier niet op gereageerd, waarmee is komen vast te staan dat [eisers] aanspraak kunnen maken op het gevorderde bedrag aan materiaalkosten voor het terugplaatsen van de ramen en de trap.
€ 43.200,- niet hebben betaald. In reactie hierop stellen [eisers] dat in dat geval er ook rekening dient te worden gehouden met de reductie van € 250,- per week op de aanneemsom die BBHB aan [eisers] heeft toegezegd. Zij verwijzen hiervoor naar de afspraak die partijen hebben gemaakt op 27 mei 2021 (zie 2.9).
€ 4.500,- -/-
€ 4.700,- -/-
ventilatie”wordt door EXP toegelicht dat zij naar beoordeling van de situatie ter plaatse acht dat er onvoldoende is voldaan aan de artikelen 3.28 tot en met 3.31 en artikel 3.34 van het Bouwbesluit.
vloerverwarming of capaciteit aanwezige design radiatoren (2 stuks) aanpassen naar 18℃ gebruikstemperatuur door bijplaatsen van minimaal 2 x 3.000 Wattin haar gebrekenlijst opneemt terwijl EXP bij deze schadepost heeft geschreven dat haar advies is om dit te laten bepalen door een derde, kan haar niet baten. De rechtbank begrijpt dit advies van EXP zó dat door [eisers] aan een derde moet worden gevraagd of zij vloerverwarming moeten nemen of dat zij beter de capaciteit van de radiatoren kunnen laten verbeteren. Het advies is dus niet om een derde te laten bepalen of deze werkzaamheden noodzakelijk zijn om te voldoen aan het bouwbesluit of om een derde de hoogte van de kosten te laten bepalen.
€ 1.442,00(2 punten, tarief III)