ECLI:NL:RBROT:2022:7069

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 september 2022
Publicatiedatum
23 augustus 2022
Zaaknummer
9916170
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huur van een trailer en de gevolgen van schadedekking bij schade door brand

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, gaat het om een geschil tussen Tip Trailer Services Netherlands B.V. en een gedaagde partij over de huur van een trailer. De eiser, Tip, stelt dat de gedaagde partij, die een trailer heeft gehuurd, geen schadedekkingsprogramma heeft afgenomen, waardoor de schade aan de trailer, die op 1 juni 2020 door brand verloren is gegaan, voor rekening van de gedaagde komt. De gedaagde heeft de offerte voor de huur van de trailer ondertekend, maar heeft geen schadedekking aangekruist. Tip vordert een schadevergoeding van € 41.787,66, inclusief wegsleepkosten, en andere kosten. De gedaagde voert verweer en stelt dat de schade lager is dan door Tip gevorderd.

Tijdens de mondelinge behandeling is de gedaagde niet verschenen, wat de kantonrechter in zijn beoordeling meeneemt. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde het risico van schade draagt, zoals vastgelegd in de algemene voorwaarden van de huurovereenkomst. De kantonrechter concludeert dat de gedaagde geen schadedekking heeft gekozen en dat de schade aan de trailer voor haar rekening komt. De kantonrechter wijst de vordering van Tip toe, maar verlaagt het bedrag van de schadevergoeding tot € 34.150,00, omdat Tip niet voldoende bewijs heeft geleverd voor het hogere bedrag. Daarnaast worden buitengerechtelijke kosten en proceskosten toegewezen aan Tip, met rente vanaf de datum van de dagvaarding. Het vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 9916170 CV EXPL 22-17221
datum uitspraak: 16 september 2022
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Tip Trailer Services Netherlands B.V.,
vestigingsplaats: Amsterdam,
eiseres,
gemachtigde: mr. N.R. Rietveld,
tegen
[gedaagde],
vestigingsplaats: [vestigingsplaats gedaagde],
gedaagde,
gemachtigde: mr. W.M. van Rossenberg.
De partijen worden hierna ‘Tip’ en ‘[gedaagde]’ genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 27 januari 2022, met bijlagen;
  • het antwoord, met bijlagen;
  • het vonnis van de rechtbank Rotterdam, team handel en haven, van 1 juni 2022 waarin de zaak in de stand waarin deze zich bevindt naar de kantonrechter is verwezen.
1.2.
Op 19 augustus 2022 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken met de beide gemachtigden en met [naam] van Tip. Namens [gedaagde] zelf was niemand aanwezig.

2..De feiten

2.1.
Tip schrijft op 25 mei 2020 in een e-mail aan [gedaagde], voor zover nu van belang:
Zojuist hebben wij elkaar kort telefonisch gesproken, nogmaals bedankt voor uw aanvraag voor een trailer! Bijgevoegd vindt u het voorstel voor het inhuren van een Schuifzeiloplegger. Lees de offerte rustig door, ik zal morgen einde middag nog even contact met u opnemen om alles te bespreken.
(…)
Schadedekking
In onze offerte kunt u ervoor kiezen om een schadedekking af te nemen, met of zonder eigen risico. Daarvoor kunt u het desbetreffende hokje aankruisen mocht u hier gebruik van willen maken. Sluit u geen schadedekking bij ons af? Dan heb ik nog een kopie nodig van uw CTA Polis.
2.2.
[gedaagde] ondertekent op 28 mei 2020 de bij de hiervoor genoemde e-mail van 25 mei 2022 gevoegde offerte voor het huren van een trailer. In het formulier staat:
2.3.
[gedaagde] heeft dus een trailer gehuurd van Tip. In de algemene voorwaarden die van toepassing zijn op deze overeenkomst staat, voor zover nu van belang:

6..RISICODRACHT EN AFHANDELING VAN SCHADEVERGOEDING

6.1
Huurder draagt het risico van schade, vernietiging, verlies, diefstal, verbeurdverklaring en/of inbeslagneming van het Transportmaterieel met inbegrip van alle onderdelen en toebehoren, tenzij dit door Verhuurder is veroorzaakt. Wanneer schade, vernietiging, verlies, diefstal, verbeurdverklaring en/of inbeslagneming door Verhuurder is veroorzaakt, ontheft dit Huurder niet van zijn plicht tot het nakomen van verplichtingen voortvloeiend uit de Huurovereenkomst (met inbegrip van, doch niet beperkt tot, de verplichting van Huurder om de Huursom te betalen).
(…)

7..VERZEKERING

7.1
Tenzij Huurder in de Huurovereenkomst op grond van artikel 8 de optie Bescherming tegen Schade heeft gekozen, zal Huurder het Transportmaterieel verzekeren totdat het aan Verhuurder wordt geretourneerd door middel van een allesomvattende polis tegen verlies en schade van het Transportmaterieel, ter dekking van zijn vervangingswaarde alsmede tegen aansprakelijkheid van derden en andere risico’s als die welke normaal worden verzekerd door een redelijkerwijs voorzichtig persoon met betrekking tot dergelijk materieel, zonder beperking of eigen risico (behalve wanneer overeengekomen met Verhuurder) bij een verzekeraar met een uitstekende reputatie. Huurder zal, op eerste verzoek, Verhuurder voorzien van een kopie van de verzekeringspolis alsmede een kopie van elke kwitantie van bepaalde premies. Verhuurder zal in een dergelijke verzekeringspolis als eerste persoon worden genoemd.
7.2
Indien Huurder is overeengekomen om voor de optie Bescherming tegen Schade te kiezen, of wanneer Verhuurder geen bevestiging heeft ontvangen dat Huurder een in artikel 7.1 omschreven verzekering heeft afgesloten (in welk geval Bescherming tegen Schade automatisch namens Huurder als extra dienst zal worden genomen tot het tijdstip dat Huurder aan Verhuurder bevestigt dat een verzekering als bedoeld in artikel 7.1 is afgesloten). Huurder zal met betrekking tot het Transportmaterieel een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering afsluiten alsmede andere verzekeringen voor zover bij wet verplicht.

3..Het geschil

3.1.
De trailer die [gedaagde] van Tip heeft gehuurd is op 1 juni 2020 door brand verloren gegaan. Tip stelt dat [gedaagde] het aangeboden schadedekkingsprogramma níet heeft afgenomen bij haar. De schade aan de trailer komt daarom op grond van artikel 6.1 van de algemene voorwaarden die van toepassing zijn op de overeenkomst, voor rekening van [gedaagde]. Als de kantonrechter van oordeel is dat [gedaagde] dit programma wél afgenomen heeft van Tip, zijn er meerdere redenen waarom het schadedekkingsprogramma in dit geval geen dekking biedt voor de schade, aldus Tip.
3.2.
Tip vordert veroordeling van [gedaagde] tot betaling van, naast rente:
1. een schadevergoeding van € 41.787,66 (inclusief € 650,00 aan wegsleepkosten);
2. € 1.192,88 aan buitengerechtelijke kosten, en
3. de proceskosten, waaronder € 2.686,42 aan beslagkosten.
3.3.
[gedaagde] voert verweer.
3.4.
Als dit voor de beoordeling van belang is, wordt hierna ingegaan op de stellingen waarmee Tip haar vordering en [gedaagde] haar verweer onderbouwt.

4..De beoordeling

4.1.
De trailer die [gedaagde] van Tip heeft gehuurd is, in de huurperiode, door brand verloren gegaan. Het uitgangspunt is dat [gedaagde] de schade die Tip hierdoor lijdt aan Tip moet betalen (artikel 6.1 van de algemene voorwaarden, zie 2.3). Dat [gedaagde] zelf ook niets aan de schade kan doen (brandstichting en dus overmacht, aldus [gedaagde]) is niet van belang. [gedaagde] draagt het risico, waartegen zij zich kan verzekeren, ook als zij niets aan het ontstaan van de schade kan doen.
4.2.
[gedaagde] kan zich bij Tip verzekeren tegen schade. Tip schrijft hier iets over in haar e-mail aan [gedaagde] van 25 mei 2020 (zie 2.1) en [gedaagde] kon op de offerte (zie 2.2) aankruisen of zij gebruik wil maken van de schadedekking. Als [gedaagde] heeft gekozen voor de schadedekking van Tip, dan komt de schade aan de trailer voor rekening van Tip.
4.3.
[gedaagde] heeft echter niet gekozen voor het schadedekkingsprogramma van Tip. Zij heeft op het aanvraagformulier niets aangekruist (zie 2.2) en [gedaagde] zegt daarmee, die conclusie moet getrokken worden: ‘Nee, ik wil geen gebruik maken van de schadedekking van Tip’. [gedaagde] is zelf niet op de mondelinge behandeling van de zaak verschenen en heeft de vraag waarom zij niets heeft aangekruist dus niet zelf kunnen beantwoorden. Als er bewust voor gekozen wordt géén schadedekking af te nemen, ziet de kantonrechter niet hoe die schadedekking op grond van de algemene voorwaarden dan toch van toepassing zou zijn.
4.4.
Het beroep op artikel 7.2 van de algemene voorwaarden (zie 2.3) slaagt niet. Het artikel is om te beginnen wat vreemd geformuleerd met enkel een bijzin: ‘Indien Huurder’, ‘of wanneer Verhuurder’, maar dan wat? Dat ontbreekt. Tussen de haakjes staat alleen dat de dekking van het schadedekkingsprogramma van toepassing is tot ‘het tijdstip dat Huurder aan Verhuurder bevestigt dat een verzekering als bedoeld in artikel 7.1 is afgesloten’. Volgens Tip is dit een soort overbruggingsregeling, zo begreep de kantonrechter op de zitting, om vertraging in transporten te voorkomen (omdat het wat tijd kan kosten, het afsluiten en/of tonen van de CTA-polis). [gedaagde] is echter, zo verklaarde haar advocaat op de zitting (nogmaals), nooit van plan geweest haar CTA-polis naar Tip te sturen. Haar advocaat wist niet (precies) te vertellen waarom niet: ‘Omdat ze ervan uitgaan dat dan de schadedekking van toepassing is denk ik’. Dit vraagt echter wel om een nadere verklaring. Heeft [gedaagde] bij het aangaan van de overeenkomst de algemene voorwaarden gelezen en op grond van artikel 7.2 geconcludeerd: als ik niets doe is de schadedekking automatisch van toepassing? Dit is op zichzelf niet aannemelijk. [gedaagde] is zoals al gezegd niet op de zitting verschenen en heeft dus van de gelegenheid iets te zeggen over haar gedachtegang bij het aangaan van de overeenkomst geen gebruik gemaakt.
4.5.
Als het echter al de bedoeling van [gedaagde] is geweest de regeling door niets te doen van toepassing te laten zijn, brengt een redelijke uitleg van artikel 7.2 mee dat dit niet tot toepasselijkheid van de schadedekkingsregeling leidt. Daarbij is van belang dat artikel 7.1 bepaalt dat de huurder die niet kiest voor de schadedekking zelf een verzekering moet afsluiten en verhuurder op eerste verzoek moet voorzien van (onder meer) een kopie van de polis van die verzekering. Niets doen is dus geen optie voor de huurder. Het enkele feit dat voor de schadedekking premie in rekening is gebracht bij [gedaagde], betekent ook niet dat de schadedekking ook van toepassing is. Tip geeft een verklaring voor het in rekening brengen van premie: een administratie fout, en zulke fouten worden nu eenmaal gemaakt.
4.6.
Kortom, [gedaagde] wilde geen schadedekking bij Tip. Uit niets blijkt dat dit anders is. [gedaagde] kan daarom nu geen beroep doen op dat programma. De schade aan de trailer komt voor rekening van [gedaagde]. Tip stelt dat die schade € 41.787,66 is. [gedaagde] voert echter gemotiveerd aan dat dit niet klopt en dat de schade € 33.500,00 is (zie nummer 13 conclusie van antwoord). Tip had hierop op de mondelinge behandeling geen deugdelijk weerwoord. De kantonrechter veroordeelt [gedaagde] daarom tot betaling van een schadevergoeding van € 33.500,00, plus de niet betwiste kosten voor het wegslepen van € 650,00, bij elkaar dus € 34.150,00, met rente, de ‘gewone’ als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek. Omdat Tip niet duidelijk maakt waarom [gedaagde] vanaf 1 juni 2020 rente moet betalen, wordt de rente toegewezen vanaf 27 januari 2022 (de dag dat de dagvaarding is uitgebracht).
4.7.
Omdat de stelling van Tip dat het schadedekkingsprogramma niet van toepassing is slaagt, hoeven de stellingen die Tip inneemt voor het geval geoordeeld zou worden dat dit programma wel van toepassing is, niet besproken te worden.
4.8.
Tip onderbouwt voldoende dat buitengerechtelijk is geprobeerd deze vordering te incasseren. Een vergoeding voor buitengerechtelijke kosten is daarom op zijn plaats, niet de gevorderde € 1.192,88, maar € 1.116,50 (omdat een lagere hoofdsom dan gevorderd wordt toegewezen). Omdat niet blijkt dat Tip deze kosten al heeft betaald, is de gevorderde rente over de buitengerechtelijke kosten niet toewijsbaar.
4.9.
[gedaagde] is de in het ongelijk gestelde partij en wordt daarom veroordeeld in de proceskosten. De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van Tip tot vandaag vast op € 103,33 aan dagvaardingskosten, € 717,00 aan griffierecht (€ 1.384,00 minus de voor het leggen van beslag al betaalde € 667,00 aan griffierecht) en € 996,00 aan salaris voor de gemachtigde (twee punten van € 498,00 per punt voor het opstellen van de dagvaarding en voor zijn aanwezigheid op de mondelinge behandeling). Ook de beslagkosten komen voor rekening van [gedaagde]. Tip stelt, en [gedaagde] betwist dit niet, dat deze kosten
€ 2.686,42 bedragen. Het totaal van deze bedragen komt uit op € 4.502,75. Voor kosten die Tip maakt na deze uitspraak moet [gedaagde] ook nog € 124,00 betalen. Hier kan nog een bedrag bij komen voor de betekening van de uitspraak. In dit vonnis hoeft hierover geen aparte beslissing te worden genomen (ECLI:NL:HR:2022:853). De rente over de kosten is toewijsbaar zoals door Tip gevorderd.
4.10.
Dit vonnis wordt zoals gevorderd ‘uitvoerbaar bij voorraad’ verklaard. Dit betekent dat als deze zaak aan een hogere rechter wordt voorgelegd, in afwachting van de uitspraak van die hogere rechter wel alvast afgedwongen kan worden dat [gedaagde] voldoet aan de veroordelingen.

5..De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om € 34.150,00 aan [gedaagde] te betalen, met rente als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek vanaf 27 januari 2022 tot aan de dag dat [gedaagde] dit bedrag volledig heeft betaald;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om € 1.116,50 aan buitengerechtelijke kosten aan Tip te betalen;
5.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de kant van Tip tot vandaag vastgesteld op € 4.502,75, met rente als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek vanaf de vijftiende dag na vandaag tot de dag van volledige betaling;
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.A. Vroom en in het openbaar uitgesproken.
686