ECLI:NL:RBROT:2022:6895

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 augustus 2022
Publicatiedatum
18 augustus 2022
Zaaknummer
C/10/604551 / HA ZA 20-910
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • mr. drs. J. van den Bos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid en vrijwaring in geschil over scheepsmotoren

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 10 augustus 2022 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Koning’s Technisch Bedrijf B.V. (KTB) en de vennootschap naar Duits recht YC-Europe GmbH (YC). Het geschil betreft de eigenschappen van een motor die door YC aan KTB is verkocht en geleverd. KTB werd aangesproken door Aqua Vitae, een scheepseigenaar, die ontevreden was over de prestaties van de motor. Aqua Vitae had de motor laten inbouwen door Shipfix, die KTB in vrijwaring heeft opgeroepen. KTB heeft op zijn beurt YC in (onder)vrijwaring opgeroepen, stellende dat YC hen niet adequaat heeft geïnformeerd over de capaciteitsbeperkingen van de motor.

De rechtbank oordeelde dat KTB niet voldoende zorgvuldigheid heeft betracht bij het lezen van de informatie die door YC was verstrekt. De rechtbank concludeerde dat de mededeling over de capaciteitsbeperkingen wel degelijk was gedaan en dat KTB de verstrekte informatie zorgvuldiger had moeten lezen. De vordering van KTB op YC werd afgewezen, evenals de vrijwaringsvordering van Shipfix op KTB. KTB werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van YC zijn begroot op € 10.427,50. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en ondertekend door de rolrechter.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/604551 / HA ZA 20-910
Vonnis van 10 augustus 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KONING’S TECHNISCH BEDRIJF B.V.,
gevestigd te Meppel,
eiseres,
advocaat mr. R. van Eck te Deventer,
tegen
vennootschap naar Duits recht
YC-EUROPE GmbH,
gevestigd te Rödermark, Bondsrepubliek Duitsland,
gedaagde,
advocaat mr. E. Eshuis te Groningen.
Namen en begrippen die in het tussenvonnis van 20 oktober 2021 (hierna: het tussenvonnis) zijn gebruikt en gedefinieerd, worden in dit vonnis in dezelfde betekenis gebruikt.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis en de daarin genoemde processtukken;
  • de conclusie van antwoord met producties;
  • de brief van 4 maart 2022 van KTB, met producties;
  • de brief van 4 maart 2022 van YC, met een productie;
  • de mondelinge behandeling van 21 maart 2022;
  • de spreek/pleitaantekeningen die op de mondelinge behandeling zijn voorgedragen door beide partijen;
  • de drie door KTB ter zitting overgelegde kopieën;
  • de akte van 13 april 2022 van KTB, met producties;
  • de akte van 4 mei 2022 van YC, met producties;
  • de akte van 15 juni 2022 van KTB.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2..Inleiding

2.1.
Het geschil draait om de eigenschappen van een motor, die YC heeft verkocht en geleverd aan KTB. Een scheepseigenaar, Aqua Vitae, heeft zich over de motor laten voorlichten door YC en deze motor laten inbouwen door Shipfix. Shipfix heeft de motor daartoe ingekocht van KTB. De motor voldeed niet aan de verwachtingen van Aqua Vitae, die daarop zowel Shipfix als KTB heeft aangesproken. Shipfix heeft KTB in vrijwaring opgeroepen. KTB heeft (zowel voor de vordering van Aqua Vitae in de hoofdzaak als voor de vordering in vrijwaring van Shipfix) YC in (onder)vrijwaring opgeroepen.
2.2.
In het tussenvonnis is geoordeeld dat de vordering van Aqua Vitae op Shipfix moet worden afgewezen. Ook is geoordeeld dat de vordering van Shipfix op KTB moet worden afgewezen. Deze beslissingen zijn inmiddels in een eindvonnis opgenomen (vonnis van 6 april 2022, ECLI:NL:RBROT:2022:2655, hierna: het eindvonnis).
2.3.
In het tussenvonnis is voorts geoordeeld dat KTB jegens Aqua Vitae aansprakelijk is, omdat KTB Aqua Vitae onjuist heeft voorgelicht over de van de motor te verwachten prestaties. In het bijzonder heeft de rechtbank geoordeeld dat eventuele onjuiste voorlichting door YC in de verhouding tussen KTB en Aqua Vitae, voor rekening en risico van KTB komt (rechtsoverwegingen 6.16 en 6.17). In het eindvonnis heeft de rechtbank KTB veroordeeld tot betaling aan Aqua Vitae van een schadevergoeding van € 97.239,44.

3..De beoordeling

De ondervrijwaring

3.1.
De vrijwaringsvordering van Shipfix op KTB is afgewezen in het eindvonnis. Voor zover de vordering in dit geding is gebaseerd op vrijwaring ter zake van die vordering, wordt zij dan ook afgewezen.
De vrijwaring
3.2.
Partijen twisten over de feitelijke gang van zaken rond de (herkomst van de) motor. KTB stelt – kort gezegd – dat het een ongebruikte motor is geweest die rechtstreeks van YC afkwam. YC stelt dat de motor een garantiegeval is. Er is een motor wegens problemen met de krukas vervangen door YC, maar KTB heeft de vervangen motor niet teruggezonden, maar (na reparatie) doorverkocht aan Aqua Vitae. De rechtbank zal deze discussie laten voor wat zij is. De grondslag van aansprakelijkheid van KTB in de hoofdzaak is namelijk niet de toestand van de motor, maar de voorlichting die KTB over de motor heeft gegeven aan Aqua Vitae.
3.3.
In de hoofdzaak is geoordeeld dat Aqua Vitae niet hoefde te verwachten dat de motor het nominale vermogen van 540 pk niet continu kon leveren. Vaststaat, ook in dit geding, dat KTB Aqua Vitae hiervoor niet heeft gewaarschuwd. KTB wijt dit aan slechte voorlichting door YC.
3.4.
Partijen hebben uitgebreid gedebatteerd over wat er aan voorlichting door YC aan KTB is gegeven.
3.4.1.
In elk geval staat tussen partijen vast dat KTB ruim voordat Aqua Vitae bij haar aanklopte, een prijslijst had ontvangen van YC, waarop (voor zover hier van belang) het volgende vermeld was:
“[…]
Series
Model
Rated power/ speed
(kW/r/min)
Power Definition
[…]
[…]
[…]
[…]
[…]
6T
YC6T540C
398/1800
HD
[…]
[…]
[…]
[…]
I. Power Definition
1. Rated Continuous Power (UC)
[…]
2. Heavy Duty Power (HD)
Application: […]
Using restrictions: Rated power speed running time of the total running time of 80%, each 12h within the calibration power within the limit of 8h in the 2 full load operation, […]
3. Maximum continuous power MC)
[…]
4. Intermittent power (ID)
[…]
5. High load power (PW)
[…]
II. Remark for the spectrum
All engine models are ready to order (except […])
De 398 kW die in het citaat wordt genoemd, komt overeen met (afgerond) 540 pk, uitgaande van de conversiefactor voor een
metric horsepower(1 pk(M) ≈ 735,499 W).
3.4.2.
In haar laatste akte verwoordt KTB het als volgt:
“[…]
7. Anders dan [YC] stelt, was KTB er niet mee bekend dat de motor geen continue vermogen kan leveren van 540pk. Dat [YC] onderaan een prijslijst in kleine lettertjes meldt dat de motor beperkingen bevat, maakt dat niet anders.
8. In de eerste plaats heeft KTB geen kennis genomen van hetgeen [YC] onderaan de prijslijst heeft geschreven. KTB heeft slechts oppervlakkig naar de prijslijst gekeken. Aangezien de motoren nog niet waren gekwalificeerd, was de prijslijst voor KTB niet interessant. Voor KTB was er dan ook geen aanleiding om in de prijslijst, die [door] [YC] per email was gestuurd, helemaal naar beneden te scrollen.
9. Bovendien mag van [YC] worden verwacht en verlangd dat zij – nu de motor niet [over] de eigenschappen beschikt zoals deze op het specificatieblad zijn opgenomen – KTB uitdrukkelijk wijst op de beperkingen. Een vermelding in de kleine lettertjes onderaan een prijslijst is niet voldoende. Dit te meer nu TNO, die op 12 februari 2016 de motor voor certificering heeft getest, in haar testrapport geen melding heeft gemaakt van de beperkingen.
10. Daar komt nog bij dat KTB in juli 2017 een [zelfde motor] heeft getest op de testbank. Bij deze test was de heer Ortchies, medewerker van [YC] aanwezig. Uit de test bleek dat de motor 600 pk leverde, en dus meer dan de 540 pk [die] in het specificatieblad was opgenomen. Uit de test kwam niet naar voren dat er beperkingen waren. Ook de heer Ortchies heeft op dat moment niet gezegd over het feit dat de motor beperkingen bevatte.
[…]”
3.5.
De rechtbank leest hierin een erkenning van de ontvangst van de relevante informatie. Dat KTB die informatie niet op waarde heeft geschat komt volledig voor haar rekening en risico. KTB is geen consument; het reviseren van en handelen in motoren is een van haar kernactiviteiten. Als professionele partij ligt het
bij uitstekop haar weg om
ookde kleine(re) letters te lezen die haar worden toegezonden. Overigens heeft de rechtbank niet kunnen vaststellen dat de letters waarin de beperking is gesteld daadwerkelijk significant kleiner waren dan de andere vermeldingen in de tabel. Daarbij komt dat de tabel een kolom “Power Definition” kent, met daarin codes (voor de motor van dit geschil is die code HD) die op zichzelf geen betekenis hebben. Die codes krijgen pas betekenis door de definities onderaan de tabel. Voor een oplettende lezer was er dus alle reden om dit onderdeel van de informatie van YC te lezen. Die lezer hoefde vervolgens niet te ploegen door een brei aan informatie. De (vijf) definities zijn overzichtelijk op een rijtje gezet, voorzien van toepasselijk kopje (“I. Power Definition”) en verder is er slechts één andere, korte, opmerking onderaan de tabel gemaakt.
3.5.1.
Aan de verantwoordelijkheid van KTB doet de certificering van de motor door TNO niet af. KTB moet simpelweg de informatie die zij ontvangt van YC tot zich nemen en op waarde schatten.
3.5.2.
Ook de resultaten van de testbank doen niet af aan de verantwoordelijkheid van KTB. KTB beschrijft dat de test opleverde dat de betreffende motor zelfs een vermogen van 600 pk kon leveren. Dat mag zo zijn, maar dat is niet waar het dit geding om gaat. Zoals ook in de hoofdzaak al geoordeeld (rechtsoverweging 6.13 van het tussenvonnis), gaat het niet om het maximale motorvermogen (540 pk of 600 pk), maar de vraag of het opgegeven vermogen van 540 pk langdurig continu (dag in, dag uit, zonder significantie onderbrekingen) kan worden geleverd. Niet is gesteld of gebleken dat de sessie op de testbank dergelijke omstandigheden heeft benaderd. Bovendien: zelfs als dat het geval zou zijn, dan zegt een goed doorstane test alleen iets over de geteste motor. Dat kan simpelweg een uitzonderlijk goed uitgevallen exemplaar zijn. Als de eigenschappen van de geteste motor de opgegeven kwalificaties te boven gaan, betekent dat niet dat van andere motoren van hetzelfde type hetzelfde mag worden verwacht. YC heeft dat in elk geval niet gesuggereerd.
3.6.
De slotsom is dan ook dat, ook voor zover de vordering van KTB op YC is gebaseerd op de vordering van Aqua Vitae op KTB, deze moet worden afgewezen.
Proceskosten en uitvoerbaarheid bij voorraad
3.7.
KTB zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van YC worden begroot op:
- griffierecht € 4.200,00
- salaris advocaat
€ 6.227,50(2,5 punten × tarief € 2.491,00)
Totaal € 10.427,50
3.8.
De proceskostenveroordeling zal uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard, omdat het verzoek daartoe is gegrond op de wet en het niet is weersproken.
3.9.
Uit het arrest van 10 juni 2022 van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2022:853, rechtsoverweging 2.3) leidt de rechtbank af dat in dit vonnis geen aparte beslissingen hoeven te worden genomen over nakosten en wettelijke rente daarover.

4..De beslissing

De rechtbank
4.1.
wijst de vorderingen af;
4.2.
veroordeelt KTB in de proceskosten, aan de zijde van YC tot op heden begroot op € 10.427,50,
4.3.
verklaart onderdeel 4.2 van dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. J. van den Bos. Het is ondertekend door de rolrechter en door deze in het openbaar uitgesproken op 10 augustus 2022.
14076/1876