Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
KAMAR NEWBUILDING B.V.,
[naam gedaagde 2],
[naam gedaagde 3],
KAMAR NEWBUILDING B.V.,
1..De procedure in de hoofdzaak
- de dagvaarding van 6 oktober 2017, met producties 1 tot en met 15;
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie met producties 1 tot en met 19;
- de oproepingsbrief van deze rechtbank van 7 augustus 2019;
- de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring van KNB met producties 1 tot en met 3;
- de conclusie van antwoord in reconventie, met producties 16 tot en met 50;
- akte houdende overlegging producties tevens akte houdende wijziging van eis van [naam gedaagde 1], met producties 20 tot en met 22;
- de akte houdende overlegging producties van [naam gedaagde 1], met producties 23 tot en met 25;
- het proces-verbaal van de comparitie van 4 december 2019, alsmede de daarin vermelde spreekaantekeningen;
- de conclusie van antwoord in het incident tot vrijwaring;
- het vonnis in het incident van 15 september 2021, waarin KNB is toegestaan Malbo in vrijwaring op te roepen;
- de akte uitlating ex artikel 2.16 procesreglement van KNB;
- de oproepingsbrief van deze rechtbank van 17 december 2020;
- de brief van deze rechtbank van 19 januari 2021 waarin is bepaald dat de mondelinge behandeling fysiek zal worden gehouden;
- de akte houdende overlegging producties, tevens akte houdende vermeerdering van eis van [naam gedaagde 1], met productie 26;
- de akte overlegging producties tevens bewijsaanbod van KNB, met producties 51 en 52;
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 25 maart 2021, alsmede de daarin vermelde spreekaantekeningen van KNB alsmede de ingekomen reacties op het proces-verbaal.
2..De procedure in de vrijwaringszaak
- de dagvaarding van 25 februari 2021 met producties 1 tot en met 42;
- de conclusie van antwoord tevens houdende conclusie van eis in reconventie, met producties 1 tot en met 5;
- de oproepingsbrief van deze rechtbank van 17 december 2020;
- de brief van deze rechtbank van 19 januari 2021 waarin is bepaald dat de mondelinge behandeling fysiek zal worden gehouden;
- de conclusie van antwoord in reconventie, met producties 43 tot en met 57;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 25 maart 2021, alsmede de daarin vermelde spreekaantekeningen, alsmede de ingekomen reacties op het proces-verbaal.
3..De feiten in de hoofdzaak
Techniches Übergabe- und Akzeptierungsprotokollenkele wijzigingen aangebracht en er een lijst met opmerkingen (
Bemerkungen zum Übergabeprotokoll) aan toegevoegd als bladzijden 2 tot en met 4. Het door KNB en [naam gedaagde 1] ondertekende
Technisches Übergabe- und Akzeptierungsprotokollbepaalt onder meer:
müssen innerhalb 3 Wochen nach Unterzeichnung geklärt sein” is bedoeld dat die punten vóór of bij aflevering in Wesel zouden moeten zijn opgehelderd in die zin dat zou moeten zijn uitgezocht en afgestemd wie, wanneer, waar en in wiens opdracht het betreffende werk zou moeten worden uitgevoerd.
Abrechnungszusätzliche Arbeiten’ enige getallen, sluitend op het bedrag van € 46.616 bijgeschreven en voorts:
- Rüfdeck vorne corrigieren
- hinterseite corrigeren zu passen motorschiff
- Veth checken stand bugstrahl
- farbe controlieren
- ankerwinden controlieren”.
Bemerkungen zum Übergabeprotokolluiterlijk 30 augustus 2017 te verhelpen.
4..De feiten in de vrijwaringszaak
Bemerkungen zum Übergabeprotokoll) aan het
Technisches Übergabe- und Akzeptierungsprotokolltussen KNB en [naam gedaagde 1] toegevoegd als bladzijden 2 tot en met 4. Malbo heeft deze lijst geparafeerd.
Protokollbevat onder meer de volgende tekst:
müssen innerhalb 3 Wochen nach Unterzeichnung geklart sein” is bedoeld dat al die punten vóór of bij aflevering in Wesel zouden moeten zijn opgehelderd in die zin dat zou moeten zijn uitgezocht en afgestemd wie, wanneer, waar en in wiens opdracht het betreffende werk zou moeten uitvoeren.
Delivery and Acceptance Protocolondertekend dat voor zover relevant luidt:
Final financial settlement of the Contract - For delivery of container barge “MarkHardi II” ondertekend. Daaruit volgt dat als aanneemsom € 910.000 is overeengekomen, dat een aanbetaling groot € 25.000 is ontvangen, dat € 46.646 voor meerwerk is verschuldigd, en dat € 931.616 als “
Total remaining to be paid” is bepaald.
5..Het geschil
- contractuele boete € 27.600,00
- extra afbouwkosten € 83.536,01
- kosten verzoekschrift € 8.395,50
- expertisekosten € 61.389,85
- tijdverlet 2017 € 188.394,44
- reparatie laadvloer € 192.591,00
- conservering laadvloer € 24.495,00
- tijdverlet 2019 € 55.219,06
- beslagkosten
- totaal tegenvorderingen € 650.074,80
- verrekend in conventie
- vordering in reconventie € 503.981,07.
6..De beoordeling
in beide zaken
Bemerkungenopgenomen klachten en de door KNB genoteerde vijf restpunten maakt dit niet anders. De vijf restpunten beschouwt de rechtbank als erkende opleveringsgebreken. De 75 punten op de lijst met
Bemerkungenbeschouwt de rechtbank als lijst van volgens [naam gedaagde 1] bestaande opleveringsgebreken. Voor zover deze 75 punten niet zijn ‘opgehelderd’ (in die zin dat partijen het erover eens zijn geworden dat deze niet door KNB hoefden te worden verholpen) maar uiteindelijk wel voor herstel door KNB in aanmerking komen, zijn dit opleveringsgebreken in de zin van artikel 7:759 BW.
Bemerkungen, en dat wanneer [naam gedaagde 1] van mening was dat haar opmerkingen niet (goed) werden verholpen, dat zij ingevolge de artikelen 11 en 12 van de overeenkomst de geschillenregeling had moeten volgen. Dit verweer slaagt niet.
Bemerkungenheeft gewerkt toen het casco in Nederland lag. Reeds op basis van deze eigen stellingen kan niet worden aangenomen dat KNB het casco geheel conform de overeenkomst heeft opgeleverd.
De schuldeiser komt in verzuim, wanneer nakoming van de verbintenis verhinderd wordt doordat hij de daartoe noodzakelijke medewerking niet verleent of doordat een ander beletsel van zijn zijde opkomt, tenzij de oorzaak van verhindering hem niet kan worden toegerekend.”).
Zolang de schuldeiser in verzuim is, kan de schuldenaar niet in verzuim geraken.”). Deze regel sluit aan op de twee vormen van schuldeisersverzuim voorzien in de artikelen 6:58 en 59 BW. In r.o. 6.15 is al geoordeeld dat schuldeisersverzuim in de zin van artikel 6:58 BW niet is gebleken noch voldoende is onderbouwd. Daarmee resteert de vraag of sprake is van schuldeisersverzuim in de zin van artikel 6:59 BW (“
De schuldeiser komt eveneens in verzuim, wanneer hij ten gevolge van hem toe te rekenen omstandigheden niet voldoet aan een verplichting zijnerzijds jegens de schuldenaar en deze op die grond bevoegdelijk de nakoming van zijn verbintenis jegens de schuldeiser opschort.”).
Bemerkungenvan [naam gedaagde 1] niet direct aannemelijk lijkt) dan nog is niet aan de eisen van artikel 6:59 BW voldaan. In dat scenario is weliswaar sprake van een toerekenbare tekortkoming van [naam gedaagde 1], maar is niet voldaan aan het vereiste dat KNB op die grond bevoegdelijk de nakoming van haar eigen verbintenis jegens [naam gedaagde 1] heeft opgeschort.
Het verzuim treedt in, wanneer de schuldenaar in gebreke wordt gesteld bij een schriftelijke aanmaning waarbij hem een redelijke termijn voor de nakoming wordt gesteld, en nakoming binnen deze termijn uitblijft”), hangt af van de omstandigheden van het geval. In dat kader is een schuldeiser geenszins verplicht een termijn te stellen die zo lang is als maar enigszins zonder verwaarlozing van zijn belangen mogelijk is (HR 28 april 1927, NJ 1927, p. 1093). Ook behoeft de gestelde termijn niet zo lang te zijn als nodig zou zijn voor een schuldenaar die met de voorbereiding van de prestatie nog moet beginnen. Immers, het staat de schuldenaar niet vrij om stil te zitten zolang hem nog geen aanmaning heeft bereikt; hij weet dat hij zal moeten presteren en behoort dus reeds tevoren de nodige maatregelen te nemen om binnen de kortst mogelijke tijd tot prestatie in staat te zijn. Daarmee mag de schuldeiser bij het stellen van een termijn rekening houden (vgl. Parl. Gesch. BW Boek 6 1981, p. 288).
De klacht dat er tijdens de bouw vertraging is ontstaan doordat [naam gedaagde 1] te laat bepaalde zaken aanleverde, is onvoldoende gemotiveerd. KNB stelt dat drie wegtransporten met 24 dagen tot enkele maanden vertraging zijn gearriveerd en stelt dat uit haar producties 26 en 27 blijkt hoe dit de bouw in totaal 181 dagen vertraging heeft vertraagd. Productie 26 biedt een dergelijke toelichting echter niet en productie 27 is een zijdens KNB opgestelde lijst waarin is vermeld “
Eigenaars levering kwam veel te laat (37 dgn)”. Voor zover al een levering zijdens [naam gedaagde 1] is vertraagd, is per saldo niet aannemelijk dat dit van wezenlijke betekenis was voor het ontstaan van zeven maanden vertraging in de oplevering.
entgültige Lieferung”), zie 3.4 hierboven), niet op vertraging ontstaan door opleveringsgebreken of anderszins. Uit het standpunt van [naam gedaagde 1] volgt dat zij dit niet anders ziet.
bez. 18.03.2014”)
gebucht 27 juni 2018”)
- saldo tijdverlet 2017 € 151.317,95 met rente vanaf 24 december 2017
- reparatie laadvloer € 192.591,00 met rente vanaf 10 juli 2019
- zandstralen/conserveren € 24.495,00 met rente vanaf 10 juli 2019
- expertisekosten € 61.389,85 met rente als vermeld in r.o. 6.67
- tijdverlet 2019 € 55.219,06 met rente vanaf 5 oktober 2019
- beslagkosten
een executoriale titel krachtens een vonnis in kracht van gewijsde gegaan”.
€ 7.476 +(3 punten x € 2.492 per punt)
back-to-backzijn en KNB in dat kader eigen verantwoordelijkheden had. Malbo trad niet slechts als tussenpersoon op en heeft jegens Malbo een heel ander opleveringsprotocol getekend dan jegens [naam gedaagde 1]. Aldus nog steeds Malbo.
equality of arms’, het beginsel van hoor en wederhoor en het recht op een eerlijk proces. KNB mocht niet voorbijgaan aan deze eisen van procesrecht door niet aan Malbo de nodige informatie aan te reiken over de vordering waarvan KNB vond dat Malbo haar moest vrijhouden. Daarvoor maakt geen verschil of Malbo op enig moment - voor of na het uitbrengen van de dagvaarding in vrijwaring, al dan niet in vertaling - kopie heeft gekregen van de eis in reconventie in de hoofdzaak en de stukken waarmee deze vordering was onderbouwd, nog daargelaten dat niet concreet uit het partijdebat naar voren komt dat KNB zelf deze stukken in een later stadium aan Malbo zou hebben verstrekt.
- griffierecht € 656
- salaris advocaat
Total remaining to be paid” genoemd in het in r.o. 4.6 aangehaalde document
Final financial settlement of the Contract) verminderd met de gedane betalingen van € 635.000 en € 46.616 (zie r.o. 4.6 en 4.8).
Delivery and Acceptance Protocolhebben ondertekend dat KNB tegen zich moet laten gelden (zie 4.5 hierboven). Gelet op de inhoud daarvan en de tussen partijen gemaakte afspraak dat er nog vijf opleveringspunten zouden worden onderzocht (zie 4.4 hierboven), kan KNB zich jegens Malbo hoogstens nog beklagen over die vijf opleveringspunten en over eventueel na oplevering nog aan het licht gekomen (verborgen) gebreken.
back-to-backcontracten en het één op één kunnen ‘doorleiden’ van aansprakelijkheid sprake is. Met verwijzingen naar klachten van [naam eiser] jegens Malbo kan KNB dus niet volstaan. Het lag op haar weg afdoende duidelijk te maken of en zo ja, waarom, de vijf bij oplevering benoemde punten door Malbo na onderzoek hadden moeten worden opgelost en zo ja, in hoeverre Malbo daarin is tekortgeschoten en waarom KNB om die reden niet de restantaanneemsom hoeft te betalen.
7..De beslissing
- over € 192.591,00 vanaf 10 juli 2019,
- over € 24.495,00 vanaf 10 juli 2019,
- over € 6.346,85 vanaf 18 maart 2014,
- over € 486,50 vanaf 17 maart 2019,
- over € 10.405,66 vanaf 15 november 2017,
- over € 6.258,39 vanaf 13 juni 2018,
- over € 35.763,45 vanaf 21 mei 2019,
- over € 575,00 vanaf 26 november 2019, en
- over € 55.219,06 vanaf 5 oktober 2019;