ECLI:NL:RBROT:2022:6759
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in het belang van verzorging en opvoeding
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 29 juli 2022 een beschikking gegeven over de uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De zaak is aangespannen door de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, die verzocht om toestemming voor de uithuisplaatsing van [naam kind] bij de ouders van haar vriendin [naam 1]. De ouders van [naam kind] hebben gezamenlijk het gezag, maar de feitelijke situatie is dat [naam kind] sinds 9 maart 2022 bij de ouders van [naam 1] verblijft, met instemming van beide ouders. De kinderrechter heeft eerder op 19 april 2022 al een machtiging tot uithuisplaatsing verleend bij de vader, maar de situatie is veranderd en de jeugdbescherming heeft nu om een officiële regeling gevraagd.
Tijdens de zitting op 29 juli 2022 heeft de kinderrechter met alle betrokken partijen gesproken, waaronder [naam kind], de ouders, hun advocaten en de jeugdbeschermer. [naam kind] heeft aangegeven dat zij graag bij de ouders van [naam 1] wil blijven, omdat zij zich daar veilig en gelukkig voelt. De jeugdbescherming heeft ook bevestigd dat deze situatie het beste is voor [naam kind], terwijl de vader zich zorgen maakt over de vrijheid die [naam kind] daar heeft en de structuur die hij denkt dat zij nodig heeft.
De kinderrechter heeft in zijn overwegingen rekening gehouden met de mening van [naam kind], de adviezen van de jeugdbescherming en de Raad voor de Kinderbescherming, en de eerdere ervaringen van [naam kind] met wisselingen van verblijfplaatsen. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat het in het belang van [naam kind] is om bij de ouders van [naam 1] te blijven tot de ondertoezichtstelling eindigt op 9 november 2022. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 29 juli 2022.