ECLI:NL:RBROT:2022:6481

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 juli 2022
Publicatiedatum
3 augustus 2022
Zaaknummer
C/10/639503 / JE RK 22-1330
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van jeugdbescherming

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 22 juli 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 4 augustus 2022, en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om deze verlenging met een jaar. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder, de vader en een vertegenwoordigster van de GI aanwezig waren. De moeder steunt het verzoek tot verlenging, terwijl de vader een ambivalente houding heeft ten opzichte van het contact met [voornaam minderjarige].

De kinderrechter heeft vastgesteld dat er zorgen zijn over [voornaam minderjarige], die bij haar moeder woont. Er zijn problemen in de communicatie tussen de ouders, en de omgang met de vader is eerder begeleid door professionals vanwege incidenten. [Voornaam minderjarige] heeft angsten ontwikkeld ten opzichte van haar vader en wil geen contact meer met hem. De vader heeft aangegeven het contact te willen herstellen, maar er is behoefte aan meer inzicht in de angsten van [voornaam minderjarige]. Psychologische hulpverlening voor [voornaam minderjarige] zal in september 2022 starten.

De kinderrechter heeft geoordeeld dat de betrokkenheid van een jeugdbeschermer noodzakelijk blijft om de belangen van [voornaam minderjarige] te waarborgen. Gelet op de zorgen en de situatie is besloten om de ondertoezichtstelling te verlengen voor de duur van twaalf maanden, tot 4 augustus 2023. De beschikking is mondeling gegeven en uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Hoger beroep kan worden ingesteld door de verzoekers en andere belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/639503 / JE RK 22-1330
datum uitspraak: 22 juli 2022

beschikking verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige] 2010 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] ,

[naam vader] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoek met bijlagen van de GI van 9 juni 2022, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum
Op 22 juli 2022 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de moeder,
- een vertegenwoordigster van de GI, mw. [naam vertegenwoordigster] .
Opgeroepen en niet verschenen is:
- de vader.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.
[voornaam minderjarige] woont bij de moeder.
Bij beschikking van 25 januari 2022 is de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] verlengd tot 4 augustus 2022.

Het verzoek

De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] te verlengen voor de duur van een jaar.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Er is al langere tijd geen contact tussen [voornaam minderjarige] en haar vader. De vader heeft hier een ambivalente houding in. Op dit moment vindt de GI contactherstel tussen [voornaam minderjarige] en haar vader niet in het belang van [voornaam minderjarige] . Zij is heel angstig rondom eventueel contactherstel met haar vader en is hiervoor aangemeld voor specialistische hulpverlening. De vader toont in dit kader weinig tot geen probleembesef.

Het standpunt van de moeder

De moeder heeft ter zitting aangegeven dat zij het eens is met het verzoek. De moeder is blij dat er psychologische hulp gaat starten voor [voornaam minderjarige] . De moeder staat achter contactherstel tussen [voornaam minderjarige] en haar vader, wanneer [voornaam minderjarige] hier klaar voor is.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat er zorgen zijn over [voornaam minderjarige] . Tussen de ouders is sprake van scheidingsproblematiek en zij zijn onvoldoende in staat om met elkaar te communiceren. [voornaam minderjarige] woont bij haar moeder. De omgangsmomenten met haar vader zijn een periode begeleid door professionals, omdat er bij de vader thuis incidenten hebben plaatsgevonden. De vader heeft een ambivalente houding ten opzichte van het contact met [voornaam minderjarige] en ten opzichte van de hulpverlening en wilde niet langer meewerken aan de begeleide bezoeken. [voornaam minderjarige] heeft angsten ontwikkeld ten opzichte van haar vader en wil geen contact meer met hem. De vader wil inmiddels het contact met [voornaam minderjarige] herstellen, maar voordat dit mogelijk is moet er meer zicht komen op de angsten van [voornaam minderjarige] en waar deze vandaan komen. In september 2022 zal gestart worden met psychologische hulpverlening voor [voornaam minderjarige] . Gelet op de zorgen die er zijn is de kinderrechter van oordeel dat de betrokkenheid van een jeugdbeschermer nog altijd noodzakelijk is om de belangen van [voornaam minderjarige] te behartigen.
Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] verlengen voor de duur van twaalf maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] tot 4 augustus 2023;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. T. van den Akker, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.F. Verhaart als griffier en in het openbaar uitgesproken op 22 juli 2022.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 3 augustus 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.