In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 22 juli 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 4 augustus 2022, en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om deze verlenging met een jaar. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder, de vader en een vertegenwoordigster van de GI aanwezig waren. De moeder steunt het verzoek tot verlenging, terwijl de vader een ambivalente houding heeft ten opzichte van het contact met [voornaam minderjarige].
De kinderrechter heeft vastgesteld dat er zorgen zijn over [voornaam minderjarige], die bij haar moeder woont. Er zijn problemen in de communicatie tussen de ouders, en de omgang met de vader is eerder begeleid door professionals vanwege incidenten. [Voornaam minderjarige] heeft angsten ontwikkeld ten opzichte van haar vader en wil geen contact meer met hem. De vader heeft aangegeven het contact te willen herstellen, maar er is behoefte aan meer inzicht in de angsten van [voornaam minderjarige]. Psychologische hulpverlening voor [voornaam minderjarige] zal in september 2022 starten.
De kinderrechter heeft geoordeeld dat de betrokkenheid van een jeugdbeschermer noodzakelijk blijft om de belangen van [voornaam minderjarige] te waarborgen. Gelet op de zorgen en de situatie is besloten om de ondertoezichtstelling te verlengen voor de duur van twaalf maanden, tot 4 augustus 2023. De beschikking is mondeling gegeven en uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Hoger beroep kan worden ingesteld door de verzoekers en andere belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.