In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 7 januari 2022 uitspraak gedaan over de ondertoezichtstelling van de minderjarige [voornaam minderjarige], geboren op [geboortedatum minderjarige] 2013. De ondertoezichtstelling is aangevraagd door de Raad voor de Kinderbescherming, die zich zorgen maakt over de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] als gevolg van de echtscheidingsstrijd tussen de ouders en de verstoorde communicatie tussen hen. De ouders zijn gescheiden en [voornaam minderjarige] woont bij de moeder, terwijl de vader met verslavingsproblematiek kampt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [voornaam minderjarige] ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd door de spanningen tussen de ouders en de onveilige thuissituatie. De kinderrechter heeft besloten om [voornaam minderjarige] voor de duur van twaalf maanden onder toezicht te stellen van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West, om de emotionele veiligheid van het kind te waarborgen en passende hulpverlening in te zetten. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 19 januari 2022. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.