ECLI:NL:RBROT:2022:622

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 januari 2022
Publicatiedatum
1 februari 2022
Zaaknummer
C/10/629508 / JE RK 21-3133
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van echtscheidingsproblematiek en verstoorde communicatie tussen ouders

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 7 januari 2022 uitspraak gedaan over de ondertoezichtstelling van de minderjarige [voornaam minderjarige], geboren op [geboortedatum minderjarige] 2013. De ondertoezichtstelling is aangevraagd door de Raad voor de Kinderbescherming, die zich zorgen maakt over de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] als gevolg van de echtscheidingsstrijd tussen de ouders en de verstoorde communicatie tussen hen. De ouders zijn gescheiden en [voornaam minderjarige] woont bij de moeder, terwijl de vader met verslavingsproblematiek kampt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [voornaam minderjarige] ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd door de spanningen tussen de ouders en de onveilige thuissituatie. De kinderrechter heeft besloten om [voornaam minderjarige] voor de duur van twaalf maanden onder toezicht te stellen van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West, om de emotionele veiligheid van het kind te waarborgen en passende hulpverlening in te zetten. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 19 januari 2022. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/629508 / JE RK 21-3133
datum uitspraak: 7 januari 2022

beschikking ondertoezichtstelling

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,

hierna te noemen de Raad, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam minderjarige] , geboren op [geboortedatum minderjarige] 2013 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen [voornaam minderjarige] .

De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] ,

[naam vader] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van 30 november 2021, ingekomen bij de griffie op 30 november 2021.
Op 7 januari 2022 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. D. de Heuvel.
- de vader,
- een vertegenwoordigster van de Raad, mw. [naam vertegenwoordigster 1] ,
- een vertegenwoordigster van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West te Dordrecht, hierna te noemen de GI, mw. [naam vertegenwoordigster 2] .

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.
[voornaam minderjarige] woont bij de moeder.

Het verzoek

De Raad heeft de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] verzocht voor de duur van twaalf maanden.
De Raad heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Het rapport is deels achterhaald. De ouders zijn uit elkaar en [voornaam minderjarige] en zijn halfbroertje [naam halfbroertje] wonen bij de moeder. De situatie is nog wel zorgelijk. Er is nog veel spanning tussen de ouders en het contact tussen [voornaam minderjarige] en de vader is minimaal. Ook zijn er zorgen over de persoonlijke problematiek van de ouders. Het is van belang dat de jeugdbeschermer de regie gaat nemen om de emotionele veiligheid van [voornaam minderjarige] te waarborgen.

De standpunten

De GI heeft zich aangesloten bij het verzoek van de Raad. De jeugdbeschermer gaat samen met de ouders een plan maken om de veiligheid van [voornaam minderjarige] te borgen. Ook wordt onderzocht of er hulpverlening ingezet moet worden voor [voornaam minderjarige] en zijn halfbroertje.
Door en namens de moeder is naar voren gebracht dat zij het verzoek van de Raad begrijpt. De moeder ziet in haar thuissituatie geen zorgen, maar zij begrijpt wel dat een bepaalde regievoering nodig is ten aanzien van de vader. De moeder heeft er wel moeite mee dat een aantal zaken in het rapport van de Raad worden benoemd die zij niet herkent. Zij wil benadrukken dat haar relatie met [voornaam minderjarige] goed is en dat zij betrokken is bij zijn schoolgang.
De vader heeft naar voren gebracht dat het goed gaat met [voornaam minderjarige] . Hij wil liever niet dat [voornaam minderjarige] onder toezicht wordt gesteld. De zorgen zijn mede door de verslavingsproblematiek van de vader tot stand gekomen. De vader is hiervoor vrijwillig naar Antes gegaan. Hij was opgenomen bij Antes, maar heeft de kliniek vandaag verlaten omdat zij in lockdown gaan in verband met veel coronabesmettingen.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [voornaam minderjarige] ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. [voornaam minderjarige] wordt belast door de echtscheidingsstrijd tussen de ouders. Hij is meerdere malen getuige geweest van ruzies en verbale en fysieke agressie vanuit de vader richting de moeder en zijn halfbroertje [naam halfbroertje] . Hoewel het thuis rustiger is sinds [voornaam minderjarige] alleen met de moeder en [naam halfbroertje] woont, is er nog veel spanning tussen de ouders en kunnen zij niet op een neutrale manier met elkaar communiceren. Door de verstoorde communicatie zijn de ouders onvoldoende in staat om gezamenlijk de ernstige ontwikkelingsbedreiging van [voornaam minderjarige] weg te nemen. De regie van een jeugdbeschermer is noodzakelijk om passende hulpverlening in te zetten en duidelijke afspraken te maken over de omgang tussen [voornaam minderjarige] en de vader. De moeder staat niet open voor onbegeleide omgang zolang er geen zicht is op het alcoholgebruik van de vader. De jeugdbeschermer kan dit bespreekbaar maken en zo nodig een besluit nemen.
Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal [voornaam minderjarige] daarom onder toezicht stellen voor de duur van twaalf maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [voornaam minderjarige] onder toezicht van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West, gevestigd te Dordrecht, met ingang van 7 januari 2022 tot 7 januari 2023;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 7 januari 2022 door mr. T. van den Akker, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. D.R. van Staveren als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beslissing is vastgesteld op 19 januari 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.