Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 12 oktober 2020, met producties;
- de conclusie van antwoord;
- de oproepingsbrief van de rechtbank van 3 mei 2021;
- de mondelinge behandeling op 9 september 2021 en de ter gelegenheid daarvan overgelegde pleitaantekeningen van mr. Bouwmeester.
2..De feiten
1.7 Onderzoek weginrichting
Situatie voorafgaand aan verkeersbesluit 22 september 2016
3..Het geschil
[de, opm. rb.]weggebruikers komend uit de zijstraat bij [naam garagebedrijf] ;
4..De beoordeling
Nijmeegse markt)heeft de Hoge Raad over de aansprakelijkheid van de wegbeheerder overwogen (r.o. 3.5.2 en verder) dat op de wegbeheerder de plicht rust ervoor te zorgen dat de toestand van de weg de veiligheid van personen en zaken niet in gevaar brengt (vgl. onder meer het nog onder het oude recht gewezen arrest HR 20 maart 1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC0549, NJ 1993/547 (
Bussluis)). Deze verplichting is in artikel 6:174 leden 1 en 2 BW verwoord als een risicoaansprakelijkheid. Deze aansprakelijkheid dient te worden beoordeeld aan de hand van de maatstaven die zijn ontwikkeld in HR 17 december 2010, ECLI:NL:HR:2010:BN6236, NJ 2012/155 (
Wilnis), r.o. 4.4.3 (vgl. HR 4 april 2014, ECLI:NL:HR:2014:831, NJ 2014/368 (
Reaal/Deventer)). Bij het antwoord op de vraag of de weg voldoet aan de eisen die daaraan in de gegeven omstandigheden mogen worden gesteld, en dus niet gebrekkig is, komt het derhalve aan op de - naar objectieve maatstaven te beantwoorden - vraag of deze, gelet op het te verwachten gebruik of de bestemming daarvan, met het oog op voorkoming van gevaar voor personen en zaken deugdelijk is, waarbij ook van belang is hoe groot de kans op verwezenlijking van het gevaar is en welke onderhouds- en veiligheidsmaatregelen mogelijk en redelijkerwijs te vergen zijn (het arrest Wilnis, r.o. 4.4.4). Deze maatstaven komen overeen met de ‘kelderluikcriteria’ (HR 5 november 1965, ECLI:NL:HR:1965:AB7079, NJ 1966/136 (
Kelderluik)).
“de oorzaak van de aanrijding mogelijk (mede) was gelegen in de verwarrende en (daardoor) onveilige verkeerssituatie ter plaatse.”Dat bovendien sprake was van een gevaarlijke situatie volgt uit het feit dat tot kort voor de kruising (ongeveer 2 à 3 meter) auto’s geparkeerd stonden die [eiser] (tijdig) zicht op verkeer komend uit de zijstraat ontnamen. De kans op verwezenlijking van gevaar is daarbij groot. Dat blijkt niet alleen uit het feit dat [eiser] een ongeval is overkomen op de kruising maar ook uit de door de politie genoteerde verklaring van [persoon B] waaruit volgt dat er vaker ongevallen hebben plaatsgevonden op de kruising en dat hij bij de Gemeente melding had gemaakt van de gevaarlijke verkeerssituatie.
1.126,00(2,0 punten × tarief € 563,00)