ECLI:NL:RBROT:2022:557

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 januari 2022
Publicatiedatum
28 januari 2022
Zaaknummer
9409025
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van achterstallig loon en wettelijke verhoging aan oproepkracht

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 21 januari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een oproepkracht, [eiser], en zijn werkgever, Botlek Stores B.V. [eiser] vorderde betaling van achterstallig loon en een wettelijke verhoging. Hij was per 6 december 2020 in dienst getreden bij Botlek Stores op basis van een oproepovereenkomst en had in december 2020 werkzaamheden verricht waarvoor hij nog niet was betaald. Botlek Stores erkende de verschuldigdheid van het loon, maar betwistte de wettelijke verhoging en de buitengerechtelijke incassokosten, onder andere vanwege financiële problemen door de coronamaatregelen.

De kantonrechter oordeelde dat de vordering tot betaling van het achterstallige loon van € 642,10 onbetwist was en werd toegewezen. Wat betreft de wettelijke verhoging, die [eiser] vorderde op basis van artikel 7:625 BW, oordeelde de kantonrechter dat Botlek Stores het niet betalen van het verschuldigde loon zwaar werd aangerekend. De kantonrechter zag geen aanleiding voor matiging van de wettelijke verhoging, aangezien het niet tijdig betalen van loon een ernstige tekortkoming van de werkgever is. De kantonrechter wees de wettelijke verhoging van € 321,05 toe, evenals de wettelijke rente over het totaalbedrag.

Daarnaast werd de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten van € 174,81 toegewezen, omdat Botlek Stores niet had betwist dat de aanmaningen waren verzonden. De proceskosten werden eveneens toegewezen aan [eiser], met een totaalbedrag van € 365,03 aan verschotten en € 124,- aan salaris voor de gemachtigde. De nakosten werden vastgesteld op € 62,-. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het méér of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9409025 \ CV EXPL 21-28395
uitspraak: 21 januari 2022 (bij vervroeging)
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eiser,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: M. Hennen van Juristu Incassodiensten BV,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Botlek Stores B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde,
hierna te noemen: Botlek Stores,
gemachtigde: mr. D.H.P.M. Müskens.

1..Het procesverloop

1.1.
De kantonrechter heeft kennisgenomen van de volgende processtukken:
  • de dagvaarding met producties;
  • de conclusie van antwoord;
  • het tussenvonnis waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
  • de brief van Botlek Stores van 13 januari 2022.
1.2.
Op 14 januari 2022 heeft de mondelinge behandeling van deze zaak plaatsgevonden. [eiser] is in persoon verschenen. Namens Botlek Stores is niemand verschenen, zoals al aangekondigd bij brief van 13 januari 2022. Van hetgeen is besproken heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
1.3.
De kantonrechter heeft bepaald dat vandaag (bij vervroeging) uitspraak wordt gedaan.

2..De vaststaande feiten

Er wordt uitgegaan van de volgende vaststaande feiten.
2.1.
[eiser] is per 6 december 2020 op basis van een oproepovereenkomst in dienst getreden bij Botlek Stores, in de functie van chauffeur, tegen een uurloon van € 10,50 bruto, exclusief emolumenten.
2.2.
Van 7 tot en met 16 december 2020 heeft [eiser] , gedurende 61,15 uur, werkzaamheden verricht voor Botlek Stores. Voor deze periode heeft [eiser] dus recht op een salaris van € 642,10 bruto, exclusief emolumenten.
2.3.
Tot op heden heeft Botlek Stores het salaris van [eiser] niet betaald.

3..Het geschil

3.1.
[eiser] heeft gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Botlek Stores te veroordelen om aan hem te betalen:
  • de hoofdsom van € 963,15, bestaande uit € 642,10 aan achterstallig loon en € 321,05 aan wettelijke verhoging, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 december 2020;
  • de buitengerechtelijke incassokosten van € 174,81;
  • de kosten van deze procedure;
  • de nakosten, als Botlek Stores niet binnen 2 dagen aan dit vonnis heeft voldaan.
3.2.
Botlek Stores heeft zich ter zake van het achterstallige loon gerefereerd aan het oordeel van de rechter. Zij betwist echter de verschuldigdheid van de wettelijke verhoging en buitengerechtelijke kosten. De wettelijke verhoging is namelijk een prikkel om de werkgever te bewegen tijdig het loon te betalen. Aangezien [eiser] maar recht heeft op loon over een korte periode heeft die prikkel geen doel. Bovendien verkeerde Botlek Stores in december 2020 in financiële problemen door de coronamaatregelen en was zij niet in staat het loon van [eiser] te betalen. De wettelijke verhoging moet daarom worden afgewezen, dan wel gematigd. Botlek Stores is de buitengerechtelijke incassokosten niet verschuldigd, omdat zij de door [eiser] overgelegde aanmaningen niet heeft ontvangen. Bovendien ziet de proceskostenveroordeling al op deze werkzaamheden, zodat die niet afzonderlijk voor vergoeding in aanmerking komen (artikel 241 Rv).

4..De beoordeling

loon
4.1.
De vordering tot betaling van het achterstallige loon van € 642,10 wordt als onbetwist toegewezen.
wettelijke verhoging
4.2.
[eiser] vordert verder de maximale wettelijke verhoging van artikel 7:625 BW, over het loon van € 642,10, namelijk een bedrag van € 321,05. Daaromtrent wordt het volgende overwogen.
Botlek Stores betwist niet dat zij het loon verschuldigd is aan [eiser] , maar laat desondanks al meer dan een jaar na om dat loon aan hem te betalen. Het correct voldoen van het loon vormt een van de meest elementaire verplichtingen van een werkgever. Werknemers zijn immers met betrekking tot hun levensonderhoud veelal afhankelijk van dat loon. Dat geldt voor oproepkrachten (zoals [eiser] ) die wellicht relatief weinig uren gewerkt hebben, in dezelfde mate als voor werknemers die in vaste dienst zijn en die fulltime werken. De kantonrechter rekent Botlek Stores het niet betalen van het verschuldigde loon zwaar aan. Ook de onderhavige procedure vormt blijkbaar voor haar geen aanleiding om alsnog tot betaling over te gaan. De door Botlek Stores aangevoerde, overigens niet onderbouwde, omstandigheid dat zij in december 2020 als gevolg van de coronacrisis in financiële problemen verkeerde vormt hier (uiteraard) geen rechtvaardiging voor. Het toewijzen van de wettelijke verhoging, en daarmee het geven van een prikkel om het loon tijdig te betalen, is daarom hier bij uitstek op zijn plaats, zodat de kantonrechter voor matiging van de wettelijke verhoging geen aanleiding ziet en de wettelijke verhoging onverkort toegewezen wordt.
4.3.
Op grond van het voorgaande wordt het gevorderde bedrag van € 963,15 toegewezen. Uit de stellingen in de dagvaarding blijkt dat dit om een brutobedrag gaat. Anders dan in het petitum gevorderd zal Botlek Stores daarom worden veroordeeld tot betaling van het netto-equivalent van dit brutobedrag, waarbij op Botlek Stores uiteraard de verplichting rust om zorg te dragen voor correcte afdracht van de over het bruto equivalent verschuldigde premies en belastingen.
wettelijke rente
4.4.
De vordering tot betaling van de wettelijke rente over de loonvordering en wettelijke verhoging is als onbetwist en op de wet gegrond toewijsbaar.
buitengerechtelijke incassokosten
4.5.
[eiser] maakt verder aanspraak op een vergoeding van de door hem gemaakte buitengerechtelijke incassokosten. Hij heeft daartoe als productie 6 en 7 bij dagvaarding drie aanmaningen overgelegd, waarvan hij stelt dat die door zijn gemachtigde zijn opgesteld en verzonden aan Botlek Stores. Botlek Stores heeft de blote stelling ingenomen dat zij deze aanmaningen niet heeft ontvangen. Zij heeft echter niet betwist dat de adressering van de brieven juist is. Zij heeft evenmin gesteld dat er in het recente verleden sprake is geweest van problemen met de postbezorging, of dat er vaker sprake is van post die haar niet bereikt. Aangezien het gaat om drie afzonderlijke overgelegde aanmaningen van de incassogemachtigde had een dergelijke onderbouwing wel van haar verwacht mogen worden. Bij gebrek aan onderbouwing van het verweer van Botlek Stores gaat de kantonrechter ervan uit dat de brieven haar hebben bereikt. De proceskostenveroordeling biedt geen vergoeding voor deze werkzaamheden, aangezien de aanmaningen blijkens hun inhoud tot doel hebben om een gerechtelijke procedure juist te voorkomen. Op grond hiervan ziet de kantonrechter aanleiding om een vergoeding voor deze werkzaamheden toe te wijzen. De gevorderde vergoeding van € 174,81 is berekend conform het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten en wordt daarom aangemerkt als een redelijke vergoeding voor de verrichte werkzaamheden. Deze vordering wordt daarom eveneens toegewezen.
proceskosten
4.6.
Als de in het ongelijk gestelde partij wordt Botlek Stores veroordeeld in de proceskosten, die tot aan deze uitspraak aan de zijde van [eiser] worden vastgesteld op € 365,03 aan verschotten (€ 240,- aan griffierecht en € 125,03 aan dagvaardingskosten) en € 124,- aan salaris voor de gemachtigde (1 punt à € 124,-, aangezien de gemachtigde niet is verschenen tijdens de mondelinge behandeling). De apart gevorderde nakosten zullen worden toegewezen, omdat de proceskostenveroordeling hiervoor al een executoriale titel geeft en de kantonrechter van oordeel is dat de nakosten zich vooraf laten begroten. Deze nakosten worden vooraf vastgesteld op een bedrag van € 62,-.
4.7.
Volledigheidshalve overweegt de rechter dat [eiser] tijdens de mondelinge behandeling heeft aangetoond dat hij meer proceskosten heeft gemaakt dan het toegewezen bedrag. De proceskosten worden echter vastgesteld aan de hand van het liquidatietarief, te weten vooraf bepaalde vaste bedragen, zodat voor toewijzing van een hoger bedrag geen ruimte is.

5..De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt Botlek Stores om aan [eiser] te betalen het netto-equivalent van € 963,15 bruto, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 december 2020 tot aan de dag van de volledige betaling, en een bedrag van € 174,81 ter zake van buitengerechtelijke incassokosten;
veroordeelt Botlek Stores in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [eiser] vastgesteld op € 365,03 aan verschotten en € 124,- aan salaris voor de gemachtigde en als Botlek Stores niet binnen twee dagen na aanschrijving vrijwillig aan dit vonnis heeft voldaan, worden de nakosten begroot op € 62,- aan nasalaris;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het méér of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J.J. Wetzels en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
33394