Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaardingen van 3 juni 2020 met producties 1 tot en met 11
- de conclusie van antwoord tevens houdende voorwaardelijke eis in reconventie van Marlow Nederland met producties 1 tot en met 7
- de conclusie van antwoord tevens houdende voorwaardelijke eis in reconventie van de Reder met producties 1 tot en met 33
- het vonnis van 23 december 2020 in het bevoegdheidsincident en het incident tot voeging
- de conclusie van antwoord van Marlow Cyprus met producties 1 tot en met 3
- de conclusie van antwoord van de Charterers met producties 1 tot en met 51
- de akte houdende overlegging producties tevens akte houdende aanvulling verweer c.q. eis van de Reder met producties 34 tot en met 57
- de brieven van 4 maart 2021 waarin de rechtbank partijen oproept voor een mondelinge behandeling
- de zittingsagenda van 18 juni 2021
- de akte houdende overlegging producties tevens houdende mededeling van de Reder met producties 58 tot en met 76
- de akte houdende overlegging producties van de Reder met producties 77 tot en met 81
- de tweede akte houdende overlegging producties van 28 juni 2021 van de Reder met producties 82 en 83
- de akte houdende overlegging producties van de Charterers met producties 52 tot en met 63
- het bericht van 25 juni 2021 namens Charterers waarbij alsnog de juiste productie 63 is toegezonden
- de akte overlegging aanvullende producties van ITF c.s. met producties 12 tot en met 30
- de brief van 29 juni 2021 van de Charterers met producties 64 tot en met 67
- de tweede akte overlegging stukken van ITF c.s. met producties 31 tot en met 33
- de brief van 2 juli 2021 van Marlow met antwoorden op de in de zittingsagenda gestelde vragen
- de akte houdende antwoorden op vragen van de rechtbank van de Reder
- de akte beantwoording vragen van de rechtbank van ITF c.s.
- de akte houdende wijziging van eis van ITF c.s.
- de conclusie van antwoord in (voorwaardelijke) reconventie van ITF c.s. tegen Marlow Nederland
- de conclusie van antwoord in (voorwaardelijke) reconventie van ITF c.s. tegen de Reder
- de akte houdende wijziging van eis in reconventie van Marlow Nederland
- het bericht van de Charterers van 9 juli 2021 waarin zij bevestigen geen beantwoording van de vragen in de zittingsagenda te hebben toegestuurd
- de pleitnotities van ITF c.s.
- de spreekaantekeningen van Marlow
- de spreeknotities van de Reder
- de spreekaantekeningen van de Charterers
- het ter zitting zijdens Marlow overgelegde mapje met
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 13 juli 2021
- de antwoordakte op akte houdende wijziging van eis van Marlow
- de akte houdende conclusie van antwoord op akte wijziging van eis tevens akte houdende intrekking eisen in reconventie van de Reder
- de antwoordakte op akte wijziging van eis van de Charterers
- de brief van 2 september 2021 van de Reder met opmerkingen over het proces-verbaal
- de brief van 7 september 2021 van ITF c.s. met opmerkingen over het proces-verbaal
- de brief van 8 september 2021 van Marlow met opmerkingen over het proces-verbaal
- de brief van 8 september 2021 van de Charterers met opmerkingen over het proces-verbaal.
2..De feiten
ITF affiliates), zoals Nautilus en FNV Havens.
crew managementen het ter beschikking stellen van scheepsbemanningen. Marlow Cyprus is enig aandeelhouder van Marlow Nederland. Door Marlow worden wereldwijd ruim duizend (container)schepen gemanaged, waarvan een substantieel aantal actief is in Noord- en West-Europese wateren. Deze schepen doen regelmatig de Rotterdamse haven aan. De voor deze zaak van belang zijnde schepen waarvoor Marlow scheepsbemanning ter beschikking stelt (hierna: de Marlow schepen), hebben doorgaans een
length overallvan minder dan 170 meter en worden ingezet als
feedersof in de
short sea shipping. De bemanning werkzaam aan boord van de Marlow schepen is merendeels in dienst van Marlow Nederland of Marlow Cyprus, die jegens hen de rol van werkgever vervullen.
International Maritime Employers’ Council(hierna IMEC). IMEC is een internationale werkgeversorganisatie die opkomt voor de belangen van individuele reders (eigenaren), scheepsmanagers en werkgevers die voornamelijk bulk-, container- en tankschepen exploiteren respectievelijk doen bemannen. Het gros van de reders, scheepseigenaren, -managers en werkgevers die actief zijn in Europese en Canadese wateren is aangesloten bij IMEC.
Joint Negotiating Group(hierna: JNG), een internationaal collectief van maritieme werkgevers(organisaties).
International Bargaining Forum(hierna: IBF).
IBF Framework Agreement, het raamwerk waarop bedrijfstakcao’s en/of ondernemingscao’s tussen lokale vakbonden met lokale werkgevers(organisaties) worden gebaseerd,
IBF Collective Bargaining Agreements,bedrijfstakcao’s en/of ondernemingscao’s tussen een lokale ITF
affiliate(al dan niet mede namens ITF) en een lokale werkgever of werkgeversorganisatie,
IBF Special Agreements,ter zake van een concreet schip gesloten overeenkomsten tussen ITF en een lokale vakbond enerzijds en partijen aan scheepszijde anderzijds,
Memorandum of Agreement (…) On The implementation of the new Dockers Clauseonder meer vastgelegd dat artikel 4 van de op dat moment geldende
IBF Framework Agreementzou worden aangepast als volgt:
The parties (…) agreed that the following Dockers Clause will come in to effect from 1st March 2018;
new Dockers Clauseof
Non Seafarers Work Clause(hierna: de clausule). De clausule zou ingevolge de opneming in de
IBF Framework Agreementook worden doorgevoerd in de daarop aansluitende
IBF Collective Bargaining Agreements,
Special Agreementsen zee-arbeidsovereenkomsten.
Memorandum of Agreementis voorts een tekst voorzien voor
Appendix 4 to the IBF Framework Agreement. Ingevolge deze tekst ging een overgangsfase tot uiterlijk 1 januari 2020 gelden met betrekking tot bepaalde havens, en bleef gedurende die overgangsfase de oude
Dockers Clausegelden.
2019 - 2022 IBF Framework Agreement. Artikel 1 (
Application) van de
2019 - 2022 IBF Framework Agreementluidt:
2019 - 2022 IBF Framework Agreementzijn gelijkluidend aan artikelen 1 en 4 van de door Nautilus - mede namens ITF - met Marlow Nederland gesloten
NI NL IBF Collective Bargaining Agreement 2019 - 2022.
Ver.di IMEC IBF CBAluiden de artikelen 1 en 4:
Article 1: Application
Special Agreementsdie ITF en Nautilus (dan wel ITF en Ver.di) ter zake van hieronder nader te noemen schepen zijn aangegaan is - voor zover relevant - in artikel 1 het volgende overeengekomen:
The Company undertakes as follows:
to employ each Seafarer in accordance with the current terms of the ITF Approved Agreements stated in paragraph 3 (above) and in default thereof in accordance with the current terms of the ITF Standard Collective Agreement;
IBF Framework Agreementen daarop geënte
Collective Bargaining Agreements,maar strekt wel tot implementatie daarvan. In het onderstaande wordt ook waar een of meer van bovenstaande bepalingen in een
Special Agreementaan de orde is, gemakshalve van ‘de clausule’ gesproken.
3..Het geschil
in conventie
prior agreement of the ITF Dockers Union or ITF Unions concerned” als bedoeld in artikel 1 aanhef en sub j van de
Special Agreementszoals door Marlow Nederland en de Reder met ITF en Nautilus aangegaan (de clausule),
op de door Marlow Nederland van bemanning voorziene schepen, waaronder ook het door de Reder in eigendom gehouden schip, werkzaamheden door zeevarenden worden verricht in omstandigheden als omschreven in de clausule, alsmede
“prior agreement of the ITF Dockers Union or ITF Unions concerned”als bedoeld in artikel 1 aanhef en sub j van de
Special Agreementszoals door Marlow Cyprus met ITF en Ver.di aangegaan (de clausule)
Special Agreements,op te maken bij staat, aan ITF en Nautilus gezamenlijk;
Special Agreementszoals door ITF en Nautilus aangegaan met Marlow Nederland, althans met tussenkomst van Marlow Nederland, met ingang van 1 januari 2020 op Marlow Nederland een rechtens afdwingbare verplichting heeft doen rusten deze clausule na te leven, alsmede na te doen leven aan boord van de door haar bemande containerschepen, zulks voor zover overheidsmaatregelen in het kader van de bestrijding van de verspreiding van COVID-19 daaraan niet in de weg stonden en/of staan;
Special Agreementzoals door ITF en Nautilus aangegaan met de Reder, met ingang van 1 januari 2020 op de Reder een rechtens afdwingbare verplichting heeft doen rusten deze clausule na te leven, alsmede na te doen leven aan boord van het door haar geëxploiteerde containerschip de [naam schip 1] , zulks voor zover overheidsmaatregelen in het kader van de bestrijding van de verspreiding van COVID-19 daaraan niet in de weg stonden en/of staan;
Special Agreementsna te komen.
Special Agreementsniet na te komen.
4..De beoordeling
de kern van de zaak
new Dockers Clauseof
Non-Seafarers Work Clause) opnemen in zowel de per schip te sluiten
Special Agreementsals de individuele arbeidsovereenkomsten met de bemanningsleden.
Special Agreements.
IBF Agreement, hoewel die
IBF Agreementsen de totstandkoming daarvan wel mede inkleuring geven aan hetgeen partijen (al dan niet) zijn overeengekomen. Marlow, de Reder en de Charterers hebben bevestigd dat ook zij de vorderingen zo hebben verstaan.
Special Agreementsbevat een rechtskeuze.
affiliateenerzijds en Marlow Nederland of de Reder anderzijds is daarop ingevolge artikel 4 leden 2 tot en met 4 Rome I (Verordening (EG) Nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst) eveneens het Nederlandse recht van toepassing nu Marlow Nederland dan wel de Reder is aan te merken als de kenmerkende prestant. De gevallen bedoeld in artikel 4 lid 1 Rome I doen zich niet voor.
Special Agreement.
Special Agreementsafgelopen zal zijn wanneer dit vonnis wordt gewezen, belang hebben bij deze verklaringen voor recht, die beogen een meer algemeen oordeel van de rechtbank te verkrijgen, dat ook voor de toekomst van belang is.
Special Agreementsinmiddels is verstreken, brengt niet mee dat het belang aan de (daarop gegronde) vorderingen is ontvallen. Niet alleen worden verklaringen voor recht ten aanzien van de periode vanaf 1 januari 2020 gevorderd, ook is ter zitting toegelicht dat de collectieve onderhandelingen een tweejaarlijkse cyclus kennen en dat een eenmaal opgenomen of gewijzigde clausule in gebruik blijft totdat de sociale partners ter zake een ander onderhandelingsresultaat hebben bereikt. In zoverre blijft ook na ommekomst van de
Special Agreementsbelang bestaan bij beantwoording van de in deze procedure voorliggende vragen.
Special Agreementswaarin de clausule is neergelegd en de omstandigheden waaronder nakoming daarvan werd verlangd.
Special Agreementsnietig op grond van het Europese mededingingsrecht. Het gaat hier in hun visie om een overeenkomst in de zin van art. 101 VWEU, die tot doel of in elk geval tot gevolg heeft de mededinging binnen de EER te beperken.
alle overeenkomsten tussen ondernemingen, alle besluiten van ondernemersverenigingen en alle onderling afgestemde feitelijke gedragingen welke de handel tussen lidstaten ongunstig kunnen beïnvloeden en ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging binnen de interne markt wordt verhinderd, beperkt of vervalst (...).”
Special Agreements, stelt het op het Europese mededingingsrecht gegronde verweer naar zijn aard en inhoud niet deze bepaling in de
Special Agreementster discussie, maar veeleer de in het IBF gemaakte afspraken die tot invoering van de clausule in de
2019 - 2022 IBF Framework Agreementheeft geleid. Voornoemde bepaling in de
Special Agreementsis daarvan immers het rechtstreekse en niet-onderhandelbare gevolg.
.
Memorandum of Agreement- hebben geleid tot het opnemen van de clausule in de
2019 - 2022 IBF Framework Agreement. Conform deze overeenkomst is de clausule overgenomen in diverse
IBF Collective Bargaining Agreementsen in individuele zee-arbeidsovereenkomsten en - per schip - in
IBF Special Agreementsverwerkt.
2019 - 2022 IBF Framework Agreementals ‘de in geding zijnde overeenkomst’ als bedoeld in de Albany-leer.
2019 - 2022 IBF Framework Agreementis overigens gesteld noch gebleken.
.Eerst wordt onderzocht of de clausule aan de Albany-uitzondering voldoet volgens de maatstaf weergegeven in r.o. 4.25. Alleen als dat niet zo is, is van belang of sprake is van een overeenkomst of andere (rechts)handeling als bedoeld in artikel 101 VWEU.
2019 - 2022 IBF Framework Agreement, is aan te merken als het onderhandelingsresultaat van de tweejaarlijkse sociale dialoog tussen werkgeversorganisatie JNG en werknemersorganisatie ITF, tezamen IBF (vgl. artikel 1.1 van de
IBF Framework Agreementin 2.14 hierboven).
A five year ITF campaign to reclaim lashing for the dockworkers”, “
Lashing work is for the dockworkers”, “
workshop opeisen sjorwerk op feeders”) en is in wezen ook niet bestreden.
affiliatesvan dat gegeven gebruik maken om hun verlangens ten aanzien van betere arbeidsvoorwaarden voor zeevarenden kracht bij te zetten. Veelal wordt onder dreiging van het onthouden van medewerking door havenwerkers aangedrongen op het aangaan van ITF overeenkomsten in het voordeel van de bemanning. De rol van ITF (
affiliates) als vertegenwoordiger van havenwerkers is in die zin verstrengeld met haar rol als belangenbehartiger van zeevarenden, en zo bezien dient voornoemde asymmetrie ook de belangen van de zeevarenden.
2019 - 2022 IBF Framework Agreementis aanvaard op grond van een bewuste afweging. Men achtte de nadelen van de clausule voor de ruim 80 betrokken
short seaof
feederschepen ondergeschikt aan het belang dat de ongeveer 9.000 (
deep sea) schepen hadden bij het bereiken van een akkoord waardoor alle schepen onder
ITF approved Agreementskonden blijven varen.
2019 - 2022 IBF Framework Agreementtot stand is gekomen in het kader van collectieve onderhandelingen tussen (de juiste) sociale partners en daarmee een overeenkomst is die naar haar aard rechtvaardigt dat de clausule buiten de werkingssfeer van artikel 101 lid 1 VWEU valt. Aan het aardcriterium van de Albany-jurisprudentie is voldaan.
2019 - 2022 IBF Framework Agreementals geheel en niet voor alleen de clausule (zie r.o. 4.26 en 4.28).
2019 - 2022 IBF Framework Agreementals geheel tot doel heeft om de arbeidsvoorwaarden van de bemanning in de zeevaart te verbeteren staat niet ter discussie, zodat dit vast staat.
short seaen
feederschepen gelet op de relatief snelle opeenvolging van aangedane havens reeds containers losmaakt of pas vastsjort, terwijl het schip nog varende is,
fatigue) bij de bemanning van zeeschepen een bekend risico is,
package deal. Daarbij kunnen - zoals hier is gebeurd - belangen van de ene groep betrokkenen worden afgewogen tegen de belangen van een andere groep. Het is daarnaast te verwachten dat nu eens de ene onderhandelingszijde iets beter af is en dan weer de andere. Bij dit geven en nemen ligt het regelgevingsprimaat volgens het HvJ EU bij de sociale partners en niet bij de rechter.
het kapitaal, de toegang tot werkzaamheden anders dan in loondienst en de uitoefening daarvan alsmede de oprichting en het beheer van ondernemingen”.
De vrijheid van ondernemerschap wordt erkend overeenkomstig het recht van de Unie en de nationale wetgevingen en praktijken.”
carve-outhierboven.
affiliatesaangesloten havenwerkers maakt dat de clausule een
closed-shopbepaling is, op grond waarvan havenwerkers in de betreffende havens zich gedwongen zullen voelen om zich aan te sluiten bij de plaatselijke ITF
affiliate.
in a port, at a terminal or on board of a vessel, where dock workers, who are members of an ITF affiliated union, are providing the cargo handling services. Where there are not sufficient numbers of qualified dock workers available, the ship's crew may carry out the work provided that there is prior agreement of the ITF Dockers Union or ITF Unions concerned”.
2019 - 2022 IBF Framework Agreementrespectievelijk de
Special Agreementsblijkt, dat er grote druk op de onderhandelaars van de JNG respectievelijk Marlow is uitgeoefend om met de clausule in te stemmen omdat, kort gezegd, anders continue boycots zouden dreigen.
2019 - 2022 IBF Framework Agreement,waarover de IBF-onderhandelingen blijkens de
Memorandum of Agreementin de Filipijnen plaats hadden. Omdat de Charterers ten aanzien van dit verweer als geheel, ook voor de
Special Agreements, een beroep doen op artikel 3:44 BW en daartegen niet is geprotesteerd, zal de rechtbank - mede gelet op r.o. 4.7 - dit verweer naar Nederlands recht beoordelen. Overigens acht de rechtbank niet aannemelijk dat beoordeling naar ander in aanmerking komend recht tot een andere uitkomst zal leiden.
Special Agreementsmoet voor de gevorderde verklaringen voor recht komen vast te staan dat de gestelde verbintenissen in de periode vanaf 1 januari 2020 op Marlow Nederland, Marlow Cyprus dan wel de Reder hebben gerust. Voor de gevorderde geboden moet komen vast te staan dat de gestelde verbintenissen ten tijde van dit vonnis nog bestaan. Het bestaan van de gestelde verbintenissen is met diverse verweren bestreden.
Special Agreementsovergelegd ter zake van de schepen [naam schip 1] en de [naam schip 2] .
alledoor dezen bemande containerschepen, waaronder de [naam schip 1] . ITF c.s. hebben deze schepen niet opgesomd en evenmin een complete set
Special Agreementsovergelegd. Zij hebben verwezen naar hun producties 29, 31 en 33,
Special Agreementsvoor de [naam schip 3] en [naam schip 4] en een lijst waarop een groot aantal door Marlow Cyprus bemande schepen geel is gemarkeerd.
Special Agreementszijn overgelegd kan de rechtbank echter niet vaststellen dat, tussen wie en voor welk schip en welke periode gebondenheid aan de clausule bestaat.
Special Agreementsovergelegd:
- [naam schip 4]
- [naam schip 3]
- [naam schip 5]
- [naam schip 2]
- [naam schip 6] , voorheen [oude naam schip 6] ,
- [naam schip 7]
- [naam schip 1]
- [naam schip 8]
- [naam schip 9]
- [naam schip 10]
- [naam schip 11]
- [naam schip 12]
- [naam schip 13]
- [naam schip 14]
- [naam schip 15] .
Special Agreementsblijkt niet dat Marlow Nederland of Marlow Cyprus daarmee namens zichzelf verbintenissen is aangegaan:
Signing on its own behalf and on behalf of (...)”).
Special Agreementsvoor deze schepen niet gelden of relevant zijn indien niet ook de officieren op deze schepen in haar dienst zijn. De rechtbank gaat aan dit verweer dus voorbij.
Special Agreementswaaraan Marlow Cyprus zich heeft gebonden, zijn aangegaan met Ver.di, handelend namens zichzelf, namens “
all seafarers serving from time to time on board of the ships managed by the company described below” en namens ITF.
- de [naam schip 2] (looptijd van 14 maart 2019 tot 13 maart 2021);
- de [naam schip 6] (looptijd van 12 mei 2020 tot 11 mei 2021);
- de [naam schip 11] (looptijd van 22 mei 2020 tot 21 mei 2022);
- de [naam schip 12] (looptijd van 1 april 2020 tot 8 februari 2023);
- de [naam schip 15] (looptijd van 1 juni 2020 tot 11 februari 2023).
Special Agreementen ITF c.s. dit ook niet betwist.
Special Agreementvoor de [naam schip 6] is verstreken. Over de [naam schip 11] is bij antwoord door Marlow Cyprus gesteld dat dit schip niet langer Rotterdam aandoet. Dit is niet bestreden, zodat dit vaststaat.
- [naam schip 7] (looptijd van 9 oktober 2019 tot 8 oktober 2021);
- [naam schip 1] (looptijd van 1 januari 2020 tot 31 december 2021);
- [naam schip 8] (looptijd van 1 december 2020 tot 30 november 2022);
- [naam schip 9] (looptijd van 1 mei 2020 tot 30 april 2022).
Special Agreementvoor de [naam schip 8] loopt tot 30 november 2022. Stukken waaruit blijkt dat de [naam schip 8] niet langer door Marlow Nederland is bemand, of dat de
Special Agreementis beëindigd, zijn niet overgelegd. Bij deze stand van zaken acht de rechtbank deze stelling onvoldoende onderbouwd. In de clausulering ‘
de door Marlow Nederland van bemanning voorziene schepen’ ligt overigens besloten dat niet is beoogd een gebod te verkrijgen ten aanzien van schepen die niet meer door Marlow Nederland worden bemand.
Special Agreementsalleen als agent heeft getekend. De verplichtingen uit hoofde van de
Special Agreementsrusten volgens Marlow Nederland op “
the Company”, waarmee in haar visie is bedoeld de reder of de bevrachter.
the Company, MARLOW NAVIGATION NETHERLANDS B.V.” vermeld, zodat geen twijfel kan bestaan dat met “
The Company” in dat geval Marlow Nederland is bedoeld. In de overeenkomsten ter zake van de [naam schip 8] en de [naam schip 9] staat achter de naam van Marlow Nederland expliciet dat zij tekent “
on its own behalf and on behalf of” met name genoemde derden. Dat Marlow Nederland niet op eigen naam de overeenkomsten is aangegaan, en dat met “
The Company” niet Marlow Nederland maar de reder of bevrachter is bedoeld, is dus voor deze drie schepen onjuist.
Special Agreementten aanzien van de [naam schip 1] relevant. Marlow Nederland is deze mede aangegaan als vertegenwoordiger van de “
owner” van de [naam schip 1] , en tussen partijen is niet in geschil dat daarmee in dit geval is bedoeld de Reder. Gelet op de verkoop van de [naam schip 1] liep de
Special Agreementfeitelijk tot 19 juli 2021.
Special Agreements- aan, samengevat, dat zij geen zeggenschap heeft over de exploitatie van een schip. Zij kan de bemanning niet instrueren, omdat de leiding en het toezicht over de bemanning bij de inlener rust. Voor zover zij zou zijn gehouden tot nakoming, kan zij daartoe niet worden veroordeeld omdat het gevorderde nakomen niet in haar macht ligt, aldus Marlow Nederland.
Special Agreements, na in de preambule te hebben overwogen “
The ITF and the Company wish to regulate the conditions of employment of all seafarers (…) serving from time to time on board the Ship”,
The Company” als volgt omschrijven:
The Company undertakes as follows:
to employ each Seafarer in accordance with the current terms of the ITF Approved Agreements (…) and in default thereof in accordance with the current terms of the ITF Standard Collective Agreement;
Special Agreementszijn gemaakt.
2019 - 2022 IBF Framework Agreement(zie onder 2.14):
“It is understood and agreed that nothing contained in this Agreement is intended to or shall be construed as to restrict in any way the authority of the Master”.
To employ’ in verbintenis a omvat immers naar haar normale betekenis niet alleen het in dienst nemen maar ook het in dienst hebben (naast, voor wat betreft de Reder, het feitelijk tewerkstellen). ‘
To ensure’ in verbintenis j behelst naar haar taalkundige betekenis een brede inspanningsverplichting, en brengt in dit geval mee dat de materiële werkgever feitelijk moet bewerkstelligen dat de clausule aan boord wordt nageleefd, en dat de formele werkgever zich ervoor moet inspannen en zich ervan moet vergewissen dat dit gebeurt.
crewing agreementsmoet bedingen en vastleggen dat de scheepsexploitanten aan wie zij haar werknemers toevertrouwt de arbeidsvoorwaarden zullen respecteren. Zij dient gedurende de uitleenperiode ook op naleving daarvan toe te zien en daar op aan te dringen, zeker indien zij signalen ontvangt dat het aan correcte naleving schort.
Special Agreementsvoor de [naam schip 7] , de [naam schip 1] , de [naam schip 8] en de [naam schip 9] , dient Marlow Nederland zich eveneens - reeds vanwege de contractuele goede trouw - daadwerkelijk en serieus in te spannen voor de deugdelijke nakoming van die overeenkomsten.
Special Agreementsvoor de [naam schip 7] , de [naam schip 1] , de [naam schip 8] en de [naam schip 9] onder normale omstandigheden niet absoluut onmogelijk was. Dat zij deze niet is nagekomen, staat vast.
Special Agreementaan boord van de [naam schip 12] en de [naam schip 15] en nakoming daarvan was onder normale omstandigheden niet onmogelijk. Ook van Marlow Cyprus staat vast dat zij deze niet is nagekomen.
Special Agreementvoor de [naam schip 1] dus in beginsel na te komen en hij moet daartoe onder normale omstandigheden ook in staat worden geacht. Nu de Reder dit niet heeft gedaan, is hij tekortgeschoten.
Contact between crew and port workers, including pilots, should be reduced to an absolute minimum to protect all persons from risk of transmission of COVID-19.”), de IMO (“
Measures related to visitors to ships - Companies should seek to restrict or limit as far as possible the number of visitors coming onboard ship.” en “
Limit, as far as possible, the number of interactions with shipboard personnel by entities in the port to only those critical and essential for the continued operation and supply of the ship.” en “
Consider temporarily restricting shipboard personnel to the ship while in port (except or until the situation permits otherwise) unless disembarking as part of a crew change or to receive emergency medical attention not available on board the ship.”) en de Nederlandse Rijksoverheid, Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (“
Vermijd contacten met anderen. Voorkom bezoek van niet-bemanningsleden aan boord.”), hielden in dat de bemanning aan boord zo min mogelijk werd afgelost en dat er zo weinig mogelijk personen van buitenaf aan boord werden toegelaten. Dat zeevarenden gedurende 2020 en 2021 vanwege de pandemie in havens wereldwijd ongekend lang afgezonderd van de buitenwereld aan boord moesten verblijven, is algemeen bekend. Algemeen bekend is ook dat zeker tot begin 2021 veel angst heerste voor besmetting met COVID-19 en dat de daaraan verbonden gezondheidsrisico’s pas na verloop van tijd in ernst leken af te nemen als gevolg van vaccinatieprogramma’s en virusmutaties.
Special Agreement, voor iedere door de clausule bestreken haven zolang als er in die haven door de IMO en/of de EU (in EU-havens) en/of de nationale overheid maatregelen of adviezen golden of gelden in het kader van de bestrijding van de verspreiding van COVID-19 met de strekking om zo min mogelijk externen aan boord toe te laten, havenwerkers niet uitgezonderd. Indien de maatregelen of adviezen er weliswaar toe strekken om zo min mogelijk externen aan boord toe te laten maar niet beogen ook sjorders/havenwerkers te weren, bestaat voor het buiten toepassing laten van de clausule onvoldoende aanleiding.
Special Agreementop 8 oktober 2021. Voor de [naam schip 8] (einddatum 30 november 2022), de [naam schip 9] (einddatum 30 april 2022), de [naam schip 12] (einddatum 8 februari 2023) en de [naam schip 15] (einddatum 11 februari 2023) is voorshands aannemelijk dat de maatregelen in vele havens gedurende de looptijd zijn versoepeld of vervallen.
Special Agreementvoor de [naam schip 1] op grond van artikel 6:258 BW als door de Reder bepleit.
Special Agreementsna te komen.
affiliate, bij monde van de heer [persoon B] , betrokken is geweest bij het uitonderhandelen van de clausule in het IBF. Niet in geschil is dat FNV Havens zich sinds jaren luid en duidelijk inzette voor de clausule, (mede) ten gunste van de bij haar aangesloten havenwerkers. Marlow moet een en ander hebben begrepen vanwege de betrokkenheid bij de onderhandelingen van de heer [persoon A] (van wie onbestreden is gesteld dat hij een beleidsbepalende rol had als
General Managerdan wel
CEOvan Marlow Cyprus), en uit de standpunten van de Reder en de Charterers leidt de rechtbank af dat ook zij met een en ander bekend waren.
Special Agreementartikel 1 aanhef en onder j bepaalde:
The Company undertakes as follows:
Special Agreementsis gemaakt, en dat Marlow Nederland en de Reder jegens ITF en Nautilus dus in beginsel gehouden zijn om die afspraak na te leven. De rechtbank maakt uit de dagvaarding op dat ITF c.s. in een schadestaatprocedure de schade wil laten begroten die zij heeft geleden doordat Marlow Nederland en de Reder deze afspraak niet vrijwillig zijn nagekomen, en dat deze schade in haar visie bestaat uit de kosten die zij reeds heeft gemaakt om naleving van de clausule door Marlow Nederland en de Reder af te dwingen.
Special Agreementals geheel is of kon worden onderhandeld. Als deze stelling juist is, volgt de verbindendheid ervan uit de omstandigheid dat de bepaling dan naar de rechtbank begrijpt het resultaat is van collectieve onderhandelingen. In de andere gevallen faalt de stelling als onvoldoende toegelicht en onderbouwd. De rechtbank ziet in de geboden toelichting geen reden om onderdeel l buiten toepassing te laten op grond van artikel 6:248 lid 2 BW zoals de Charterers verzoeken.
Special Agreementsis inmiddels verstreken. De rechtbank ziet in deze omstandigheden aanleiding om Marlow Nederland, Marlow Cyprus en de Reder te veroordelen in de proceskosten aan de zijde van ITF c.s. maar de verrichtingen tegen de helft van het gangbare tarief te waarderen. Gelet op het grotendeels samen optrekken van de drie gedaagden en het relatief geringe bedrag van de kostenveroordeling, acht de rechtbank voor de proceskostenveroordeling een genuanceerde uitsplitsing daarvan niet nodig. Zij zal ervan uitgaan dat de kosten ITF, Nautilus en FNV Havens ieder voor een derde deel aangaan. Zij zal Marlow Cyprus veroordelen in alle kosten van FNV Havens en Marlow Nederland en de Reder ieder bij helfte in de kosten van ITF en Nautilus. Voor een hoofdelijke veroordeling van Marlow Nederland en de Reder ziet de rechtbank geen grond of aanleiding.
- dagvaarding 1
- akte producties 12 tot en met 30 0
- akte producties 31 tot en met 33 0
- akte beantwoording vragen 0,5
- akte wijziging eis 0,5
- mondelinge behandeling 1 +
884,50(3 punten × factor 0,5 x tarief € 563) +
5..De beslissing
- behoudens “
- gedurende de verdere looptijd van deze overeenkomst, dus tot 30 november 2022,
- op het door Marlow Nederland van bemanning voorziene schip [naam schip 8] ,
- in Nederlandse havens,
- en in havens gelegen in andere EU-lidstaten in Noord- en West-Europa, met uitzondering van de Middellandse zee maar met inbegrip van zodanige havens in de Oostzee/Baltische zee,
- behoudens “
- gedurende de verdere looptijd van deze overeenkomst, dus tot 8 februari 2023,
- op het door Marlow Cyprus van bemanning voorziene schip [naam schip 12] ,
- behoudens “
- gedurende de verdere looptijd van deze overeenkomst, dus tot 11 februari 2023,
- op het door Marlow Cyprus van bemanning voorziene schip [naam schip 15] ,
Special Agreementsvoor de onder 5.6 genoemde schepen
,op te maken bij staat, met inachtneming van het bepaalde in r.o. 4.106;
Special Agreementszoals door ITF en Nautilus aangegaan met Marlow Nederland, op Marlow Nederland een verplichting heeft doen rusten deze clausule na te leven, alsmede na te doen leven aan boord van de door haar bemande containerschepen:
Special Agreementzoals door ITF en Nautilus aangegaan met Expert Shipping B.V., op Expert Shipping B.V. een verplichting heeft doen rusten deze clausule na te leven, alsmede na te doen leven aan boord van haar containerschip [naam schip 1] van 1 januari 2020 tot 19 juli 2021, welke verplichting rechtens afdwingbaar is (en is geweest) behoudens gedurende de periode dat er in die haven door de IMO en/of de EU (in EU-havens) en/of de Nederlandse overheid verstrekte maatregelen of adviezen gelden (of golden) in het kader van de bestrijding van de verspreiding van COVID-19 met de strekking om zo min mogelijk externen aan boord toe te laten, havenwerkers niet uitgezonderd;