ECLI:NL:RBROT:2022:5421
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen uitspraak over Tozo-3 en Tozo-4 uitkeringen en onbevoegd besluit van de gemeente Rotterdam
Op 4 juli 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een verzetzaak van een opposant tegen een eerdere uitspraak van 21 januari 2022. De opposant had aanvragen ingediend voor Tozo-3 en Tozo-4 uitkeringen, maar de gemeente Rotterdam had niet tijdig beslist. De rechtbank had in de eerdere uitspraak het beroep van de opposant tegen het niet tijdig beslissen kennelijk niet-ontvankelijk verklaard en het beroep tegen het niet toekennen van dwangsommen kennelijk ongegrond verklaard. De opposant stelde dat de rechtbank niet alle relevante informatie had meegenomen in haar oordeel. Tijdens de zitting van 24 mei 2022 was de opposant aanwezig, maar de gemeente was afwezig. De rechtbank overwoog dat de eerdere uitspraak niet zonder zitting had kunnen worden gedaan, vooral omdat er twijfels bestonden over de bekendmaking van het besluit van 21 mei 2021 over de Tozo-4 aanvraag. De rechtbank concludeerde dat het verzet gegrond was, waardoor de eerdere uitspraak verviel en het onderzoek in de beroepen werd voortgezet. De rechtbank besloot dat er geen proceskostenveroordeling zou plaatsvinden, omdat er geen sprake was van beroepsmatige rechtsbijstand.