Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- het verzoekschrift met nevenverzoeken, met bijlagen 1 tot en met 13, ingekomen ter griffie op 15 maart 2022;
- het verweerschrift met nevenverzoeken, met bijlagen 1 tot en met 7;
- de aanvullende bijlagen 14 tot en met 16 die door [verzoeker] in het geding zijn gebracht;
- de aanvullende bijlage 8 die door Romaro in het geding is gebracht;
- de spreekaantekeningen van mr. Provó Kluit;
- de spreekaantekeningen van mr. Visser.
2..De feiten
Bij betaling van het loon per maand
Bij betaling van het loon per 4 weken
3..Het geschil
- het ontslag op staande voet te vernietigen;
- Romaro te veroordelen tot betaling van het salaris aan [verzoeker] vanaf 20 januari 2022 tot en met 17 februari 2022, te vermeerderen met 50% wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW;
- Romaro te veroordelen tot betaling van de transitievergoeding ter hoogte van € 1.856,45 bruto;
- Romaro te veroordelen tot uitbetaling van de opgebouwde niet genoten vakantie-uren ter hoogte van € 446,07 bruto en 4,2% eindejaarsuitkering.
- Romaro te veroordelen tot betaling van een billijke vergoeding van € 6.000,00;
- aan [verzoeker] een vergoeding wegens onregelmatige opzegging toe te wijzen van € 2.579,00;
- Romaro te veroordelen tot betaling van de transitievergoeding van € 1.856,45 bruto.
- Romaro te veroordelen tot betaling aan [verzoeker] van de buitengerechtelijke incassokosten van € 463,43 inclusief btw;
- Romaro te veroordelen tot betaling aan [verzoeker] van de wettelijke rente van alle hiervoor genoemde bedragen vanaf het tijdstip van opeisbaarheid;
- Romaro te veroordelen in de proceskosten, waaronder de nakosten.