Op 4 januari 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak betreffende de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde, die in FPA de Kijvelanden verblijft. De terbeschikkingstelling was eerder gelast door het gerechtshof Den Haag op 17 maart 2021, ter zake van oplichting, met voorwaarden over het gedrag van de ter beschikking gestelde. De rechtbank ontving op 2 december 2021 een vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden. Tijdens de openbare terechtzitting op 4 januari 2022 zijn de ter beschikking gestelde, zijn raadsman mr. A. Ytsma, en deskundigen gehoord, waaronder de psychiater en een reclasseringsmedewerker.
De reclassering adviseerde om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, gezien de problematische samenwerking en de hoge kans op recidive. De psychiater adviseerde eveneens tot verlenging met twee jaar, maar wees op de noodzaak van aanvullend neuropsychologisch onderzoek. De ter beschikking gestelde en zijn raadsman vroegen om aanhouding van de behandeling om nadere vragen te stellen, maar dit verzoek werd afgewezen. Uiteindelijk besloot de rechtbank de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, om de ontwikkeling van de impasse in de behandeling te monitoren. De rechtbank benadrukte dat de verlenging niet betekent dat de maatregel na dit jaar niet verder kan worden verlengd, indien nodig.