ECLI:NL:RBROT:2022:503

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 januari 2022
Publicatiedatum
27 januari 2022
Zaaknummer
10/650049-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met voorwaarden in strafzaak

Op 4 januari 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak betreffende de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde, die in FPA de Kijvelanden verblijft. De terbeschikkingstelling was eerder gelast door het gerechtshof Den Haag op 17 maart 2021, ter zake van oplichting, met voorwaarden over het gedrag van de ter beschikking gestelde. De rechtbank ontving op 2 december 2021 een vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden. Tijdens de openbare terechtzitting op 4 januari 2022 zijn de ter beschikking gestelde, zijn raadsman mr. A. Ytsma, en deskundigen gehoord, waaronder de psychiater en een reclasseringsmedewerker.

De reclassering adviseerde om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, gezien de problematische samenwerking en de hoge kans op recidive. De psychiater adviseerde eveneens tot verlenging met twee jaar, maar wees op de noodzaak van aanvullend neuropsychologisch onderzoek. De ter beschikking gestelde en zijn raadsman vroegen om aanhouding van de behandeling om nadere vragen te stellen, maar dit verzoek werd afgewezen. Uiteindelijk besloot de rechtbank de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, om de ontwikkeling van de impasse in de behandeling te monitoren. De rechtbank benadrukte dat de verlenging niet betekent dat de maatregel na dit jaar niet verder kan worden verlengd, indien nodig.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10/650049-19
Datum uitspraak: 4 januari 2022
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[naam ter beschikking gestelde](de ter beschikking gestelde),
geboren te [geboorteplaats ter beschikking gestelde] op [geboortedatum ter beschikking gestelde] ,
verblijvende in FPA de Kijvelanden, [verblijfadres ter beschikking gestelde] (de instelling),
raadsman mr. A. Ytsma, advocaat te Haarlem.

1..Inleiding

Bij arrest van het gerechtshof Den Haag van 17 maart 2021 is de terbeschikkingstelling van [naam ter beschikking gestelde] gelast met voorwaarden betreffende het gedrag van de ter beschikking gestelde.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van oplichting. De termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op 28 januari 2020.

2..Procesverloop

De rechtbank heeft op 2 december 2021 van het openbaar ministerie een vordering ontvangen tot verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden. Bij die vordering zijn de daarbij vereiste stukken gevoegd dan wel later toegezonden.
De vordering is op de openbare terechtzitting van 4 januari 2022 behandeld.
De officier van justitie mr. M. Boekhoud, de ter beschikking gestelde, bijgestaan door zijn raadsman, en als deskundige [naam 1] , werkzaam bij Reclassering Nederland, zijn gehoord.

3..Adviezen

Advies reclassering
De reclassering adviseert in het rapport, gedateerd 18 november 2021, de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren.
Afgelopen periode is het TBS-traject er één gebleken van ‘ups en downs’. Het behandeltraject in de Forensisch Psychiatrische Kliniek (FPK) Assen heeft de ter beschikking gestelde dan wel volbracht maar de veelvuldige strijd en discussie heeft de samenwerking geen goed gedaan. Hier zijn meerdere gesprekken en behandelpauzes noodzakelijk geweest waarbij is benadrukt dat zijn houding voor een niet uit te voeren traject zorgt.
Op 12 juli 2021 is de ter beschikking gestelde overgeplaatst naar een Forensisch Psychiatrische Afdeling (FPA) van de Kijvelanden.
Na herhaaldelijk attenderen op de afspraken door de reclassering en het behandelteam werd geconcludeerd dat de ter beschikking gestelde zich niet wilde conformeren en terugplaatsing naar een FPK onomkeerbaar zou worden. Dit kon uiteindelijk worden voorkomen doordat er meerdere gesprekken hebben plaatsgevonden tussen de klinieken (FPA en FPK), de reclassering en de ter beschikking gestelde en zijn familie.
Daarnaast wilde de ter beschikking gestelde in dezelfde periode niet meewerken aan het afnemen van een urinecontrole en het inzien van zijn telefoon en laptop door de staf. Ook werd er in diezelfde periode een losse simkaart op zijn kamer gevonden, terwijl hij weet van de afspraak dat er één simkaart in zijn bezit mag zijn, namelijk die in zijn telefoon.
De reclassering vindt dat alleen de aandacht vestigen op resocialisatie en het volgen van een opleiding onvoldoende is binnen de maatregel. Het aangaan van behandeling is een belangrijk onderdeel, ook de intrinsieke motivatie is hier een onderdeel van en niet alleen meewerken om het meewerken. Het recidiverisico is nog hoog te noemen en de ter beschikking gestelde zal zonder de nodige externe bijsturing weer vrij snel vervallen in zijn oude gedrag.
Beëindiging van de maatregel is nog niet aan de orde en het is onwaarschijnlijk dat hij binnen één jaar wel de nodige stappen gaat maken. Reden waarom geadviseerd wordt de maatregel met twee jaar te verlengen. De focus zal dan gericht zijn op beïnvloeding van de risicofactoren binnen een gepast resocialisatietraject.
Advies psychiater
Psychiater [naam 2] adviseert in het rapport, gedateerd 12 november 2021, de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren.
De ter beschikking gestelde is lijdende aan een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens in de zin van een narcistische persoonlijkheidsstoornis met antisociale trekken. Hierbij kan opgemerkt worden dat de persoonlijkheid mede gekenmerkt wordt door onrijpheid (in vooral zijn emotionele ontwikkeling) en dat eventuele problemen met de informatieverwerking uitgesloten dienen te worden.
Daarbij wordt overwogen dat teveel gedragskenmerken naar voren komen die (deels) verklaard zouden kunnen worden, door langdurige overvraging bij onderliggende problemen met de informatieverwerking. Differentiaal diagnostisch dient een Andere gespecificeerde neurobiologische ontwikkelingsstoornis (door perinatale problematiek) uitgesloten te worden. Rapporteur adviseert de kliniek dan ook tot aanvullend neuropsychologisch onderzoek om deze diagnostische hypothese nader te onderzoeken.
Het klinisch beeld dat naar voren komt is dat onderzochte in een klinische setting met structuur en overzicht de nodige winst heeft geboekt aangaande zijn persoonlijkheidsproblematiek, maar dat problemen met zijn gevoelswereld (en afstemming) nog steeds aandacht behoeven, dat onderzochte kennelijk gevoelig is voor overprikkeling / overvraging in de stap van de kliniek naar resocialisatie. Hoewel hij meer vaardigheden heeft aangeleerd om spanningen te reguleren, blijft onderzochte voor zijn spanningsregulatie in belangrijke mate afhankelijk van externe structuur en (aangeboden) overzicht.
De kans op recidive wordt bij beëindiging van de maatregel met verlies van hulpverlening en de huidige woon-schoolsituatie, voor de korte termijn ingeschat als matig, als hoog voor de lange termijn.
In de huidige situatie is onderzochte uit de samenwerking, lijkt hij verhard en zich vastgebeten te hebben in een ervaren conflict met de kliniek. De huidige stagnatie is daarbij tevens een aanwijzing dat de onderliggende kwetsbaarheid kennelijk meer op de voorgrond staat, dat toezicht op omgevingsfactoren waarschijnlijk langere tijd nodig is in een nieuw resocialisatietraject. Het maakt dat uitgegaan mag worden van een verder behandel- en resocialisatietraject dat niet binnen twee jaar zal zijn afgerond.
Op de terechtzitting gegeven adviezen
[naam 1] heeft het verlengingsadvies op de zitting toegelicht. Zij heeft onder meer verklaard dat de behandeling in de kliniek momenteel in een impasse zit. Vanuit de kliniek komen berichten dat de ter beschikking gestelde niet meewerkt aan de afspraken en er is geen overeenstemming over hoe de behandeling er uit ziet. Vanuit de ter beschikking gestelde is er weinig vertrouwen in de kliniek.

4..Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
De ter beschikking gestelde en de raadsman hebben primair aanhouding van de behandeling van de vordering gevraagd om nadere vragen te kunnen stellen aan de psychiater onder meer over de mogelijkheden van een ambulant kader of ander beveiligingsniveau en of het advies anders zou zijn geweest, wetende dat de ter beschikking gestelde nog steeds in de FPA verblijft en niet is terugplaatst naar een FPK.
Subsidiair hebben zij verlenging van de terbeschikkingstelling bepleit met één jaar, mede gelet op de impasse waarin de behandeling zich nu bevindt.

5..Beoordeling

Verzoek tot aanhouding
Het verzoek wordt afgewezen. De rechtbank acht zich gelet op het uitvoerige rapport van de psychiater en de behandeling ter terechtzitting voldoende voorgelicht om tot een beslissing te kunnen komen.
Vordering tot verlening van de maatregel
Op grond van de adviezen van de deskundigen en wat verder naar voren is gekomen op de terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat:
- er nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling van en/of ziekelijke stoornis in de geestvermogens van de ter beschikking gestelde;
- de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling wordt verlengd.
De rechtbank stelt de duur van de verlenging op één jaar.
Uit de rapportages en hetgeen op de terechtzitting is besproken is gebleken dat de behandeling momenteel in een impasse zit. De ter beschikking gestelde wil zich (voornamelijk) bezighouden met zijn HBO-opleiding en resocialisatie, terwijl de kliniek ook van hem verwacht dat hij deelneemt aan therapie en daarnaast ook aan het groepsproces en gesprekken met de begeleiding, hetgeen ook deel uitmaakt van het behandelklimaat. Er is meermalen discussie geweest over het al dan niet overtreden van voorwaarden.
De psychiater heeft de kliniek geadviseerd aanvullend neuropsychologisch onderzoek te verrichten. Niet is gebleken dat dit onderzoek al heeft plaatsgevonden, terwijl dit volgens de psychiater een verklaring zou kunnen bieden voor zowel de beperkte leerbaarheid in zijn behandeling als terugkerende stagnatie bij resocialisatie. De rechtbank acht het dan ook zeer wenselijk dat dit onderzoek op korte termijn plaatsvindt.
Vanwege deze stand van zaken zal de rechtbank de maatregel verlengen met één jaar om te kunnen monitoren hoe de impasse zich ontwikkeld en de behandeling in het komende jaar verloopt.
Daarbij merkt de rechtbank op dat verlenging voor de duur van één jaar niet betekent dat de maatregel na ommekomst van dat jaar niet langer of slechts in beperkte mate zal kunnen worden verlengd.

6..Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met
1 (één) jaar;
wijst afhet meer of anders gevorderde of verzochte.
Deze beslissing is gegeven door
mr. B.E. Dijkers, voorzitter,
en mrs. J.J. Bade en M.E. van der Zouw, rechters,
in tegenwoordigheid van M.J. Grootendorst, griffier,
en is in het openbaar uitgesproken.
De jongste rechter is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
(vul parketnummer in)Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. (vul parketnummer in)