ECLI:NL:RBROT:2022:502

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 januari 2022
Publicatiedatum
27 januari 2022
Zaaknummer
10/114681-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met voorwaarden voor een ter beschikking gestelde met ernstige borderline persoonlijkheidsstoornis

Op 4 januari 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde, die lijdt aan een ernstige borderline persoonlijkheidsstoornis en zwakbegaafd is. De terbeschikkingstelling was eerder gelast op 20 december 2019, ter zake van belaging, en is ingegaan op 18 januari 2020. De rechtbank ontving op 6 december 2021 een vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden. Tijdens de openbare terechtzitting op 4 januari 2022 zijn de ter beschikking gestelde, haar raadsman mr. R. Heemskerk, en deskundigen gehoord.

De reclassering en psychiater hebben geadviseerd om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, gezien de ernst van de problematiek en het hoge risico op suïcidaliteit en recidive. De rechtbank heeft vastgesteld dat er nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde. De rechtbank heeft besloten de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen en enkele voorwaarden te wijzigen, waaronder het verbod om naar het buitenland te gaan zonder toestemming van de reclassering.

De beslissing is genomen door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is in het openbaar uitgesproken. Tegen deze beslissing kan binnen veertien dagen beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10/114681-19
Datum uitspraak: 4 januari 2022
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[naam ter beschikking gestelde](de ter beschikking gestelde),
geboren te [geboorteplaats ter beschikking gestelde] op [geboortedatum ter beschikking gestelde],
verblijvende in De Woenselse Poort, afdeling De Verbinding,
[verblijfadres ter beschikking gestelde] (hierna: de instelling),
raadsman mr. R. Heemskerk, advocaat te ‘s-Gravenhage.

1..Inleiding

Bij vonnis van deze rechtbank van 20 december 2019 is de terbeschikkingstelling van
[naam ter beschikking gestelde] gelast met voorwaarden betreffende het gedrag van de ter beschikking gestelde.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van belaging. De termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op 18 januari 2020.

2..Procesverloop

De rechtbank heeft op 6 december 2021 van het openbaar ministerie een vordering ontvangen tot verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden. Bij die vordering zijn de daarbij vereiste stukken gevoegd dan wel later toegezonden.
De vordering is op de openbare terechtzitting van 4 januari 2022 behandeld.
De officier van justitie mr. M. Boekhoud, de ter beschikking gestelde (via videoverbinding), bijgestaan door haar raadsman, en als deskundige [naam 1], werkzaam bij Reclassering Nederland en [naam 2] (via videoverbinding),
GZ-psycholoog werkzaam bij de instelling, zijn gehoord.

3..Adviezen

Advies reclassering
De reclassering adviseert in het rapport gedateerd 19 november 2021 de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren.
De ter beschikking gestelde is op 17 januari 2020 opgenomen op Forensisch Psychiatrische Afdeling (FPA) Wier+ in Den Dolder. Op 3 april 2020 is deze behandeling beëindigd omdat zij zich onttrokken had en de FPA de behandeling niet meer wilde voortzetten. Vanaf 3 april 2020 werd zij opgenomen bij De Woenselse Poort in Eindhoven. Hier verblijft ze tot op heden.
Gelet op de ernst van de problematiek van de ter beschikking gestelde is het niet te verwachten dat zij op korte termijn kan gaan resocialiseren. De klinische behandeling gaat met ‘ups en downs’. Momenteel is risicobeheersing nog van groot belang en is er sprake van een hoog risico op suïcidaliteit en recidive. Er zijn weinig beschermende factoren.
Advies psychiater
Psychiater [naam 3] adviseert in het rapport, gedateerd 17 oktober 2021, de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren.
De ter beschikking gestelde lijdt aan een ernstige borderline persoonlijkheidsstoornis (hoofddiagnose) en is zwakbegaafd.
Het recidive risico wordt, bij beëindiging van de maatregel, als hoog ingeschat.
De psychiater adviseert de maatregel te verlengen met twee jaar, want het is niet te voorzien dat binnen korte termijn, minder dan twee jaar, verandering van het kader mogelijk zal zijn.
Op de terechtzitting gegeven adviezen
De deskundige [naam 1] heeft haar advies op de terechtzitting toegelicht. Zij heeft onder meer – zakelijk weergegeven – verklaard dat aan het IFZ is gevraagd een kliniek in de buurt van Dordrecht te zoeken om mogelijk te maken dat de ter beschikking gestelde dichter bij haar sociale contact kan verblijven. Het is nog onduidelijk of dit mogelijk is.

4..Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar. Tevens is gevraagd één voorwaarde te wijzigen zoals door de reclassering is verzocht.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
De ter beschikking gestelde en de raadsman hebben zich niet verzet tegen verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling.

5..Beoordeling

Op grond van de adviezen van de deskundigen en wat verder naar voren is gekomen op de terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat:
- er nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde;
- de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd.
De rechtbank zal voorwaarde genoemd onder 4 in de beslissing van de rechtbank van 16 april 2020 wijzigen, in die zin dat die komt te luiden: de ter beschikking gestelde gaat niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden, zonder toestemming van de reclassering. De overige voorwaarden blijven onverminderd van kracht.

6..Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met
2 (twee)jaren;
wijzigtde eerder gestelde voorwaarde in de beslissing van 16 april 2020 genoemd onder 4, en bepaalt dat de voorwaarden nu luiden:
1. de ter beschikking gestelde maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit;
2. de ter beschikking gestelde werkt mee aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking
houdt onder andere in:
• de ter beschikking gestelde meldt zich op afspraken bij de reclassering, zo frequent en zolang de reclassering dat nodig acht;
• de ter beschikking gestelde verleent ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit medewerking aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of biedt een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aan;
• de ter beschikking gestelde houdt zich aan de voorschriften en aanwijzingen die door of namens de reclassering aan haar gegeven worden ter naleving van de voorwaarden;
• de ter beschikking gestelde zal medewerking verlenen aan het verstrekken van een actuele pasfoto waarop haar gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
• de ter beschikking gestelde werkt mee aan huisbezoeken;
• de ter beschikking gestelde verschaft de reclassering inzicht op de voortgang van haar
begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
• de ter beschikking gestelde zal niet van adres wijzigen c.q. verhuizen zonder overleg met en toestemming van de reclassering;
• de ter beschikking gestelde werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met de ter beschikking gestelde, als dat van belang is voor het
toezicht;
3. de ter beschikking gestelde werkt mee aan een time-out in een Forensisch Psychiatrisch
Centrum (FPC) of andere instelling, als de reclassering dit nodig vindt. Deze time-out duurt maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar;
4. de ter beschikking gestelde gaat niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden, zonder toestemming van de reclassering;
5. de ter beschikking gestelde laat zich opnemen in FPK De Woenselse Poort of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De ter beschikking
gestelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de
behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Mocht de
behandeling bij de FPK op termijn succesvol blijken en een afschaling van het
beveiligingsniveau gewenst zijn, dan laat de ter beschikking gestelde zich, indien dat
geïndiceerd blijkt, weer opnemen in een FPA, te bepalen door de justitiële instantie die
verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt zolang de reclassering dat nodig vindt.
De ter beschikking gestelde houdt zich ook hier aan de huisregels en de aanwijzingen die de
zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn
van de behandeling;
6. de ter beschikking gestelde laat zich - na afloop van de klinische behandeling -
behandelen door een forensische polikliniek en houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen van haar behandelaar, zolang haar behandelaar dat nodig acht, ook als dat
medicatie-inname betreft;
7. de ter beschikking gestelde verblijft - na afloop van de klinische behandeling - in een
door de reclassering te bepalen instelling voor beschermd of begeleid wonen en houdt zich
aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor
haar heeft opgesteld, zolang de reclassering dat nodig acht;
8. de ter beschikking gestelde onthoudt zich van alcoholgebruik en laat zich hierop
controleren - via bloedonderzoek, urineonderzoek dan wel ademonderzoek (blaastest) -
door de reclassering, op door de reclassering te bepalen tijdstippen;
9. de ter beschikking gestelde geeft openheid omtrent haar sociale contacten met betrekking
tot haar familie, vrienden en kennissen;
10. de ter beschikking gestelde zal op geen enkele wijze - direct of indirect - contact
opnemen, zoeken of hebben met het slachtoffer, zolang de reclassering dat nodig acht;
11. de ter beschikking gestelde mag geen beschikking hebben over
communicatieapparatuur, zolang de reclassering dat nodig vindt. Gebruikmaking van
communicatieapparatuur geschiedt altijd onder toezicht van FPK De Woenselse Poort, een
soortgelijke instantie of de reclassering, zolang de reclassering dat nodig vindt.
Deze beslissing is gegeven door
mr. B.E. Dijkers, voorzitter,
en mrs. J.J. Bade en M.E. van der Zouw, rechters,
in tegenwoordigheid van M.J. Grootendorst, griffier,
en is in het openbaar uitgesproken.
De oudste rechter, jongste rechter en de griffier zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.