ECLI:NL:RBROT:2022:500

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 januari 2022
Publicatiedatum
27 januari 2022
Zaaknummer
10/691073-17
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden voor een ter beschikking gestelde met een gewelddadig verleden

Op 18 januari 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een ter beschikking gestelde, die sinds 17 januari 2018 onder deze maatregel valt. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de tbs te verlengen met voorwaarden toegewezen, maar slechts voor de duur van één jaar. De ter beschikking gestelde is eerder veroordeeld voor het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie, en zijn tbs is eerder verlengd. De rechtbank heeft de adviezen van deskundigen en de reclassering in overweging genomen, die beiden een verlenging van de tbs met twee jaar adviseerden. De rechtbank oordeelt dat de ter beschikking gestelde progressie heeft geboekt en dat hij op 10 januari 2022 de beschikking krijgt over een verdienwoning. De rechtbank acht het echter noodzakelijk om de situatie gedurende een jaar te monitoren om te zien of de positieve ontwikkeling zich voortzet. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de motiveringsverplichting voor de opleggingsrechter geldt en niet voor de rechter die beslist over de verlenging van de maatregel. De rechtbank heeft het verzoek van de officier van justitie om te bepalen dat het feit waarvoor de ter beschikking gestelde is veroordeeld een geweldsmisdrijf betreft, niet opportuun geacht, gezien het verloop van de maatregel.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10/691073-17
Datum uitspraak: 18 januari 2022
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[naam ter beschikking gestelde](de ter beschikking gestelde),
geboren te [geboorteplaats ter beschikking gestelde] op [geboortedatum ter beschikking gestelde],
verblijvende in GGZ Noord-Holland-Noord, [verblijfadres ter beschikking gestelde] (de instelling),
raadsvrouw mr. S. van Buuren, advocaat te ‘s-Gravendeel.

1..Inleiding

Bij vonnis van deze rechtbank van 24 november 2017 is de terbeschikkingstelling van [naam ter beschikking gestelde] gelast met voorwaarden betreffende het gedrag van de ter beschikking gestelde.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie. De termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op 17 januari 2018.
Bij beslissing van de rechtbank van 23 december 2019, welke op 16 juli 2020 is bevestigd door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, is de terbeschikkingstelling laatstelijk verlengd met twee jaar.

2..Procesverloop

De rechtbank heeft op 7 december 2021 van het openbaar ministerie een vordering ontvangen tot verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden. Bij die vordering zijn de daarbij vereiste stukken gevoegd dan wel later toegezonden.
De vordering is op de openbare terechtzitting van 4 januari 2022 behandeld. De officier van justitie mr. M. Boekhoud, de ter beschikking gestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw, en als deskundige [naam 1], werkzaam bij Reclassering Nederland, GGZ Fivoor (hierna de reclassering), zijn gehoord.

3..Adviezen

Advies reclassering
De reclassering adviseert in het rapport, gedateerd 29 november 2021, de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren.
Sinds 28 mei 2020 verblijft de ter beschikking gestelde bij de forensisch beschermde woonvoorziening locatie de Ypenhof op het GGZ terrein van NHN te Heiloo. Hij stelt zich coöperatief op ten aanzien van zijn behandeling.
De indexdelicten zijn voortgekomen uit de overmatig gebruik van middelen. Tevens is het sociaal netwerk en het milieu waarin hij is opgegroeid een risico factor voor hem. Door de jaren heen is hij beïnvloedbaar gebleken en terugkeer naar de oude omgeving zal de kans op terugval vergroten waardoor de kans op recidive zal stijgen.
Op het moment dat het tbs-kader wegvalt, is de verwachting dat de kans op terugval vergroot zal worden; hij zal zich onttrekken aan zorg, niet naar zijn dagbesteding toe gaan waardoor het risico dat hij zal recidiveren wordt verhoogd. Het recidiverisico wordt ingeschat als gemiddeld tot hoog.
Het is van belang dat de ter beschikking gestelde uitstroomt in de regio Noord-Holland en dat hij in zorg ingebed blijft in een tbs-kader om in aanmerking te komen voor een zelfstandige verdienwoning. Hij is bereid om hier aan mee te werken.
Advies psychiater
Psychiater [naam 2] adviseert in het rapport, gedateerd 14 oktober 2021, de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren.
De ter beschikking gestelde is lijdende aan een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de zin van een ongespecificeerde schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis. Verder is hij gediagnostiseerd met een persoonlijkheidsstoornis met gemengde borderline en antisociale trekken, stoornis in alcohol, cannabis-en cocaïnegebruik en zwakbegaafdheid.
Vanuit gestructureerde risicotaxatie middels de HKT-R scoort de ter beschikking gestelde in de risicocategorie hoog. Het risico op ernstig gewelddadig gedrag, bestaande uit ernstige verbale agressie, fysieke agressie, en recidive, wordt bij beëindiging van de tbs-maatregel met bijkomend verlies van hulpverlening, huisvesting en toezicht, voor de korte termijn ingeschat als matig en kan voor de langere termijn oplopen tot hoog.
Na bereikte symptoomstabilisatie zit onderzochte momenteel in de behandelfase van zijn behandeling. Verdere behandeling en resocialisatie zullen naar verwachting niet binnen twee jaar zijn afgerond. Het kader van een tbs met voorwaarden werkt in dit geval niet alleen als een stok achter de deur, maar biedt ook een vangnet om zijn behandeling / resocialisatie af te ronden. Het is niet ongewoon om bij ernstige verslavingsgevoeligheid na afronding van de eigenlijke behandeling, op deze manier vanuit de reclassering nog toezicht te houden op middelengebruik.
Op de terechtzitting gegeven adviezen
Deskundige Lakenman heeft het verlengingsadvies op de zitting toegelicht. Zij heeft onder meer verklaard dat de ter beschikking gestelde op dit moment stabiel is en dat er geen sprake is van middelengebruik. Op 10 januari 2022 krijgt hij de sleutel van de verdienwoning. De overgang naar een zelfstandige woning met afbouw van begeleiding is een verandering die stress met zich kan brengen. Het is belangrijk deze stap de komende twee jaar te monitoren.

4..Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar. Daarnaast heeft de officier van justitie de rechtbank gevraagd te bepalen dat het feit waarvoor de ter beschikking gestelde destijds is veroordeeld een geweldsmisdrijf betreft, waarbij sprake is van een niet gemaximeerde duur van de tbs.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
De ter beschikking gestelde en de raadsvrouw hebben primair bepleit de vordering af te wijzen aangezien wordt betwist dat er sprake is van een ziekelijke stoornis. De ter beschikking gestelde heeft geen bezwaar tegen een civiele machtiging.
Subsidiair hebben de ter beschikking gestelde en de raadsvrouw verlenging van de terbeschikkingstelling bepleit met één jaar.
Ten aanzien van het verzoek van de officier van justitie om te bepalen dat het gaat om een geweldsmisdrijf heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

5..Beoordeling

Vordering tot verlenging van de maatregel
Hetgeen primair door de raadsvrouw is bepleit wordt afgewezen.
Op grond van de adviezen van de deskundigen en wat verder naar voren is gekomen op de terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat:
- er nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling van en/of ziekelijke stoornis in de geestvermogens van de ter beschikking gestelde;
- de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling wordt verlengd.
De ter beschikking gestelde heeft de afgelopen periode wederom progressie geboekt en het traject richting meer zelfstandigheid krijgt verder vorm. Op 10 januari 2022 krijgt hij de beschikking over een verdienwoning, waarna de begeleiding verder zal worden afgebouwd.
De rechtbank zal de vordering toewijzen voor de duur van één jaar om te zien hoe deze overstap verloopt en of de positieve ontwikkeling zich verder doorzet.
Wel merkt de rechtbank nog op dat de verwachting van de reclassering is dat de resocialisatie en monitoring daarvan nog langere tijd in beslag zal nemen. De verlenging voor de duur van één jaar betekent niet dat de maatregel na ommekomst van dat jaar niet langer of slechts in beperkte mate zal kunnen worden verlengd.
Het verzoek van de officier van justitie
De rechtbank stelt zich allereerst de vraag of zij gehouden is om in deze beslissing een uitspraak te doen over de vraag of het indexdelict een geweldmisdrijf betrof en daarmee of de tbs gemaximeerd is. De hierop betrekking hebbende motiveringsplicht die voortvloeit uit artikel 359 lid 7 van het Wetboek van Strafvordering geldt voor de opleggingsrechter en niet in algemene zin voor de rechter die beslist over de verlenging van de maatregel. In dit geval is sprake van een tbs met voorwaarden zonder indicatie dat deze zal moeten worden omgezet, zodat de rechtbank niet van oordeel is dat dit hier en op dit moment vereist is. Zij acht een uitspraak hierover ook niet opportuun gelet op het verloop van de maatregel.

6..Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met
1 (één)jaar;
wijst afhet meer of anders gevorderde of verzochte.
Deze beslissing is gegeven door
mr. B.E. Dijkers, voorzitter,
en mrs. J.J. Bade en M.E. van der Zouw, rechters,
in tegenwoordigheid van M.J. Grootendorst, griffier,
en is in het openbaar uitgesproken.
De oudste en de jongste rechter zijn buiten staat te tekenen.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.