In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een geschil tussen Payfix Factoring B.V. en Payfix B.V. (hierna gezamenlijk aangeduid als Payfix c.s.) en Mercury Trade Credit Nederland B.V., Axis Corporate Capital UK II Limited en Antares Underwriting Limited (hierna gezamenlijk aangeduid als Mercury c.s.) over de hoogte van een verzekeringsuitkering. De rechtbank heeft eerder een tussenvonnis gewezen waarin werd overwogen dat Axis en Antares dekking moeten verlenen onder de verzekeringsovereenkomst voor de schade die Payfix B.V. en Payfix Factoring hebben geleden. De hoogte van de uitkering is onderwerp van discussie, waarbij Payfix c.s. een schadebedrag van € 1.308.872,54 vorderden, terwijl Mercury c.s. betwisten dat dit bedrag correct is en stellen dat er sprake is van opzet tot misleiding.
De rechtbank heeft in het eindvonnis geoordeeld dat de schade moet worden vastgesteld op basis van de uitgangspunten die in het tussenvonnis zijn vastgesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de btw-component van de door Payfix c.s. voorgefinancierde facturen niet voor vergoeding in aanmerking komt en dat de recovery van € 450.000,00 in mindering moet worden gebracht op de schade. De rechtbank heeft de schade uiteindelijk vastgesteld op € 1.147.128,87, dat door Axis en Antares naar rato van hun aandeel in het verzekerde risico aan Payfix c.s. moet worden betaald.
Daarnaast heeft de rechtbank het beroep van Mercury c.s. op opzet tot misleiding verworpen, omdat niet is komen vast te staan dat Payfix c.s. de bedoeling hadden om de verzekeraar te misleiden. De proceskosten zijn toegewezen aan Payfix c.s., waarbij Mercury c.s. als grotendeels in het ongelijk gestelde partij zijn veroordeeld tot betaling van de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 8 juni 2022.