In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van grensoverschrijdend wegvervoer van Nederland naar Frankrijk, heeft de Rechtbank Rotterdam op 20 april 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap WINDE/G.T. FRANCE B.V. en TRANSPORTS MICHEL LORIOT en HELVETIA ASSURANCES SA. De eiser, Winde, vorderde schadevergoeding van Loriot en Helvetia na een gewapende overval op een vrachtwagenchauffeur die onder bedreiging van een vuurwapen werd gedwongen om de vrachtwagen te verplaatsen. De rechtbank oordeelde dat Loriot aansprakelijk was voor de schade, omdat zij niet had aangetoond dat zij een beroep op overmacht kon doen, zoals bedoeld in artikel 17 lid 2 van de CMR. De vrachtwagen stond geparkeerd op een onbewaakt en niet omheind terrein, wat Loriot had kunnen voorzien, gezien de omstandigheden van de levering. De rechtbank concludeerde dat Loriot niet alle redelijke maatregelen had genomen om het verlies van de lading te voorkomen, en dat de aansprakelijkheid van Loriot niet kon worden ontlopen. De vordering van Winde tot schadevergoeding van € 38.578,76 werd toegewezen, evenals de CMR-rente vanaf de datum van aansprakelijkstelling. Daarnaast werd Loriot veroordeeld in de proceskosten van Winde.