ECLI:NL:RBROT:2022:471
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.P. Hameete
- G.C.W. van der Feltz
- N. Boonstra
- Rechtspraak.nl
Oordeel over de redelijke termijn en proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 27 januari 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen de heffingsambtenaar van de gemeente Rotterdam en een eiser die bezwaar had gemaakt tegen een naheffingsaanslag parkeerbelastingen. De eiser had in 2016 bezwaar aangetekend tegen de naheffingsaanslag, maar de behandeling van de zaak heeft zich over meerdere jaren uitgestrekt. De rechtbank heeft geoordeeld dat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak niet doorloopt wanneer enkel over de proceskosten in bezwaar wordt geprocedeerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de overschrijding van de redelijke termijn eindigde op 6 augustus 2020, toen de aanslag was herroepen. De rechtbank heeft de eiser recht gegeven op een proceskostenvergoeding van € 538,- en een schadevergoeding van € 1.500,- voor de overschrijding van de redelijke termijn, te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank heeft het beroep van de eiser gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd voor zover het betreft de proceskosten, en verweerder veroordeeld tot betaling van de kosten van de eiser. De uitspraak is openbaar gemaakt op 27 januari 2022.