ECLI:NL:RBROT:2022:4697
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Besluit over uitkering ex-werknemer moest ook aan de werkgever worden bekendgemaakt
Op 9 juni 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarbij de werkgever van een ex-werknemer bezwaar had gemaakt tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) over de toekenning van een uitkering. Het primaire besluit, dat op 15 juli 2019 was genomen, kende de ex-werknemer een uitkering toe op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. Dit besluit was echter niet aan de werkgever bekendgemaakt, wat volgens de rechtbank noodzakelijk was omdat het besluit financiële gevolgen had voor de werkgever in de vorm van een gedifferentieerde premie. De rechtbank oordeelde dat de werkgever tijdig bezwaar had gemaakt, en dat het UWV het bezwaar inhoudelijk had moeten behandelen. De rechtbank verklaarde het verzet en het beroep van de werkgever gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg het UWV op om een nieuw besluit te nemen. Tevens werd het UWV veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de werkgever en het betaalde griffierecht. De uitspraak benadrukt het belang van de bekendmaking van besluiten die ook gevolgen hebben voor derden, zoals werkgevers, en bevestigt de termijn voor het indienen van bezwaar.