Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- de dagvaarding van 30 augustus 2021 (zaaknummer 9432445, hierna: ‘zaak 1’);
- de dagvaarding van 1 september 2021 (zaaknummer 9508031, hierna: ‘zaak 2’);
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie en incidentele vordering tot voeging in zaak 1;
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie en incidentele vordering tot voeging in zaak 2;
- de conclusie van antwoord in reconventie in zaak 1;
- de conclusie van antwoord in reconventie in zaak 2;
- de akte indienen stukken, tevens wijziging van eis zijdens Marcan in zaak 1;
- de akte indienen stukken, tevens wijziging van eis zijdens Marcan in zaak 2;
- de akte eisvermindering zijdens [bedrijf A] in zaak 1;
- de door partijen overgelegde producties;
- de tussenvonnissen van 27 december 2021 in zaak 1 en zaak 2 waarin een mondelinge behandeling is bepaald.
2..De vaststaande feiten
Huurtermijn10 jaar
Huurverlenging1 x 5 jaar
Ingangsdatum1 juni 2014
Huurprijs€ 55.000,00 per jaar voor de begane grond
[…] alsmede de woonruimte, gelegen op de eerste en tweede verdieping, aan de[adres 2] te ( [postcode 2] ) Rotterdam,[…] hierna genoemd ‘het gehuurde’ […]
Huur ons inziens onterecht”.
3..Het geschil en de beoordeling in het incident
4..Het geschil in conventie
De vordering in conventie
5..Het geschil in reconventie
De vordering in reconventie
6..De beoordeling
€ 373,00). De apart gevorderde nakosten worden toegewezen als hierna vermeld, nu de proceskostenveroordeling hiervoor reeds een executoriale titel geeft en de kantonrechter van oordeel is dat de nakosten zich reeds vooraf laten begroten.