Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Wet basisregistratie personen (Wet brp)
Op grond van artikel 2.8, tweede lid, van de Wet brp worden de gegevens over de burgerlijke staat, indien zij feiten betreffen die zich buiten Nederland hebben voorgedaan, ontleend aan een geschrift als bedoeld onder a, bij gebreke hiervan aan een geschrift als bedoeld onder b of c, bij gebreke ook hiervan aan een geschrift als bedoeld onder d en bij gebreke ten slotte ook hiervan aan een geschrift als bedoeld onder e:
een akte over het desbetreffende feit, die is opgenomen in de registers van de Nederlandse burgerlijke stand;
een in Nederland gedane rechterlijke uitspraak over het desbetreffende feit die in kracht van gewijsde is gegaan;
een buiten Nederland overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie opgemaakte akte die ten doel heeft tot bewijs te dienen van het desbetreffende feit, of een over dat feit gedane rechterlijke uitspraak, of bij gebreke daarvan een beëdigde verklaring, bedoeld in artikel 45 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;
een geschrift dat overeenkomstig de plaatselijke voorschriften is opgemaakt door een bevoegde instantie, waarin het desbetreffende feit is vermeld;
en verklaring over het desbetreffende feit die betrokkene ten overstaan van een door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar onder eed of belofte heeft afgelegd, die op schrift is gesteld en door betrokkene is ondertekend.
Op grond van artikel 2.10, tweede lid, van de Wet brp worden aan een geschrift als bedoeld in artikel 2.8, tweede lid, onder c, d of e, alsmede artikel 2.8, derde lid, geen gegevens ontleend, voor zover de Nederlandse openbare orde zich verzet tegen de erkenning van de rechtsgeldigheid van de in deze geschriften vermelde feiten.
Burgerlijk Wetboek (BW)
Op grond van artikel 10:57, eerste lid, van het BW wordt een in het buitenland na een behoorlijke rechtspleging verkregen ontbinding van het huwelijk of scheiding van tafel en bed in Nederland erkend, indien zij tot stand is gekomen door de beslissing van een rechter of andere autoriteit en indien aan die rechter of andere autoriteit daartoe rechtsmacht toekwam.
Op grond van artikel 10:57, tweede lid, van het BW wordt een in het buitenland verkregen ontbinding van het huwelijk of scheiding van tafel en bed die niet voldoet aan één of meer van de in lid 1 gestelde voorwaarden nochtans in Nederland erkend, indien duidelijk blijkt dat de wederpartij hetzij tijdens de buitenlandse procedure uitdrukkelijk of stilzwijgend met die ontbinding of scheiding van tafel en bed heeft ingestemd, dan wel na afloop van de procedure in de uitspraak heeft berust.
Op grond van artikel 10:58 van het BW wordt een ontbinding van het huwelijk in het buitenland die uitsluitend door een eenzijdige verklaring van een der echtgenoten tot stand is gekomen erkend indien:
a. de ontbinding in deze vorm overeenstemt met een nationaal recht van de echtgenoot, die het huwelijk eenzijdig heeft ontbonden;
b. de ontbinding in de staat waar zij geschiedde rechtsgevolg heeft; en
c. duidelijk blijkt dat de andere echtgenoot uitdrukkelijk of stilzwijgend met de ontbinding heeft ingestemd dan wel daarin heeft berust.
Mudawwana
Artikel 72 – Uit de ontbinding van de huwelijksovereenkomst vloeien de rechtsgevolgen voort zoals bepaald in deze Mudawwana, met ingang van de datum van:
het overlijden van een van de echtgenoten of de vaststelling daarvan bij rechterlijk vonnis;
de vernietiging, verstoting, echtscheiding of verstoting tegen compensatie.
Artikel 87 – Na deponering van het vereiste bedrag door de echtgenoot geeft de rechtbank toestemming voor het opmaken van een akte van verstoting door twee adoulen binnen het arrondissement van dezelfde rechtbank
- Na homologatie van de akte van verstoting stuurt de rechter een afschrift daarvan aan de rechtbank welke de toestemming tot de verstoting heeft verleend.
Artikel 88 – Wanneer de rechtbank het in voorgaand artikel genoemde afschrift heeft ontvangen, geeft zij een met redenen omklede beschikking af waarin het volgende is vermeld:
de namen van de echtgenoten, datum en plaats van hun beider geboorte en huwelijk, hun beider verblijf- of woonplaats;
een samenvatting van de vorderingen en verzoeken van beide partijen, alsmede van de bewijs- en verweervoeringen, de maatregelen die in het dossier zijn getroffen, en de conclusies van het Openbaar Ministerie;
de datum van de getuigenis tot verstoting;
of de vrouw zwanger was of niet;
de namen en leeftijden van de kinderen, en aan wie de verzorging en het bezoekrecht is toegekend;
de rechten zoals vastgesteld in artikelen 84 en 85, alsmede de vergoeding welke na de wachtperiode verschuldigd is voor de verzorging.
- Tegen de beschikking van de rechtbank is beroep mogelijk overeenkomstig de normale procedures.