Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[naam gedaagde 1],
[naam gedaagde 2],
[naam gedaagde 3],
[naam gedaagde 4],
[naam gedaagde 5],
[naam gedaagde 6],
[naam gedaagde 7],
[naam gedaagde 8],
[naam gedaagde 9],
[naam gedaagde 10],
[naam gedaagde 11],
[naam gedaagde 12],
[naam gedaagde 14],
[naam gedaagde 15],
[naam gedaagde 17],
[naam gedaagde 18],
[naam gedaagde 19],
1..De procedure
- de dagvaardingen van 20 april 2021;
- de akte houdende overlegging producties (producties 1 tot en met 15);
- de conclusies van antwoord (met producties) van [gedaagden], Natuurmonumenten en [naam gedaagde 18];
- de brief van de rechtbank van 30 juli 2021, waarbij partijen zijn opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 30 november 2021;
- de brief van 16 november 2021 van mr. D.R.D.A. Buren-Baks (hierna: mr. Buren-Baks), met producties 16 en 17;
- de spreekaantekeningen van mrs. Buren-Baks, A.C. Teeuw, Ten Kate en Hueting.
2..De feiten
verleent bij deze alsnog toestemming voor het reeds gerealiseerde gebouw “[naam gebouw]”, zulks tegen betaling van een bedrag groot achttien duizend gulden (f. 18.000,--), welk bedrag door de Stichting[opmerking rechtbank: [naam stichting], rechtsopvolger van de in 2.4 bedoelde stichting en hierna ook aangeduid als [naam school]]
zal worden voldaan (…)
Ten laste van de percelen, kadastraal bekend gemeente Westvoorne, sectie [sectie 2], nummer [nummer 3] en gemeente Rockanje, sectie [sectie 1], nummer [nummer 2] en sectie [sectie 2], nummers [nummer 4], [nummer 5], [nummer 6] en [nummer 7], als lijdend erf en ten behoeve van de percelen, kadastraal bekend gemeente Rockanje, sectie [sectie 1], nummers [nummer 8], [nummer 9], [nummer 10], [nummer 11], [nummer 12], [nummer 13] en [nummer 14] en sectie [sectie 2], nummer [nummer 15] als heersend erf worden hierbij de navolgende erfdienstbaarheden gevestigd:
dat de bebouwingen en opstallen op de lijdende erven ordentelijk dienen te worden onderhouden met behoud van het oorspronkelijke karakter en dat verbouwing en/of uitbreiding van de bebouwingen en opstallen slechts is toegestaan met toestemming van de eigenaar van het heersend erf, die aan bedoelde toestemming voorwaarden kan verbinden, met dien verstande dat, indien een verbouwing en/of uitbreiding van de bestaande bebouwing een landelijk karakter heeft danwel aansluit bij de bestaande bebouwing en in stijl overeenkomt met de oorspronkelijke architectonische opzet van de thans bestaande bebouwing de eigenaar toestemming zal verlenen.
dat de lijdende erven uitsluitend mogen worden gebruikt voor activiteiten in de ruimste zin binnen de huidige statutaire doelomschrijving van [naam school] of haar rechtsopvolgers.
dat binnen de wettelijke afstand van de grens van de lijdende erven bomen mogen worden gehouden, geplant en onderhouden, ook al dienen daartoe de lijdende erven te worden betreden.
dat de begroeiing op de lijdende erven zodanig dient te worden onderhouden en behouden dat het karakter daarvan volledig wordt gehandhaafd, onder meer middels jaarlijkse dunningen overeenkomstig het laatstelijk tot en met éénendertig december negentienhonderddrieënnegentig vigerende bosbeheersplan van het Ministerie van Landbouw en Visserij, zulks ter beoordeling van het heersend erf danwel de Inspectiedienst van voormeld Ministerie.
- [perceel 3]: [naam gedaagde 6], met een recht van erfpacht ten behoeve van [naam gedaagde 17];
- [perceel 4]: [naam gedaagde 6];
- [perceel 5]: [naam gedaagde 7] en [naam gedaagde 8];
- [perceel 6]: [naam gedaagde 6];
- [perceel 7]: [naam gedaagde 9];
- [perceel 8]: [naam gedaagde 9];
- [perceel 9]: [naam gedaagde 3] en [naam gedaagde 4];
- [perceel 10]: [naam gedaagde 5];
- [perceel 11]: [naam gedaagde 5];
- [perceel 14]: [naam gedaagde 10];
- [perceel 15]: [naam gedaagde 11];
- [perceel 17]: [naam gedaagde 12];
- [perceel 18]: [naam gedaagde 12], met een recht van erfpacht ten behoeve van [naam gedaagde 18] en [naam gedaagde 19];
- [perceel 19]: [naam gedaagde 12];
- [perceel 21]: [naam gedaagde 7] en [naam gedaagde 8];
- [perceel 22]: [naam gedaagde 11], [naam gedaagde 6], [naam gedaagde 12] en [naam 3];
- [perceel 23]: Natuurmonumenten;
- [perceel 24]: [naam gedaagde 14];
- [perceel 26]: [naam gedaagde 15];
- [perceel 27]: [naam gedaagde 7] en [naam gedaagde 8];
- [perceel 28]: het waterschap;
- [perceel 29]: [naam gedaagde 6], met een recht van erfpacht ten behoeve van het waterschap;
- [perceel 30]: [naam gedaagde 6];
“Wij zullen u toestemming vragen voor de nieuwe plannen en/of vragen afstand te doen van deze oude erfdienstbaarheid”
3..Het geschil
4..De beoordeling
“een uniek vakantieconcept, ontworpen op basis van specifieke wensen die Nederlanders hebben op vakantie. Ten opzichte van andere landen hecht een Nederlander veel waarde aan wooncomfort en design.”Voor perceel [perceel 1] zou de beoogde herontwikkeling betekenen dat het conferentiehotel plaats moet maken voor meer bebouwing, verspreid over het perceel en variërend in bouwhoogte. De Weijert heeft, anders dan haar stelling dat het conferentiehotel op perceel [perceel 1] geen monumentale waarde vertegenwoordigt in tegenstelling tot het landhuis op perceel [perceel 33], geen argumenten aangevoerd waarom onderdeel A van de erfdienstbaarheid geen beletsel zou vormen voor het door haar te realiseren herontwikkelingsplan. Die enkele stelling over (het ontbreken van) monumentale waarde is onvoldoende, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen en het gemotiveerde verweer van [gedaagden], Natuurmonumenten en [naam gedaagde 18] dat de erfdienstbaarheid juist is gevestigd na de bouw van het conferentiehotel om verdere inbreuken te voorkomen die het karakter van [naam landgoed 1] en de omgeving daarvan zouden kunnen aantasten. Gelet op de formulering van onderdeel A van de erfdienstbaarheid is de realisatie van het herontwikkelingsplan van De Weijert op perceel [perceel 1] slechts toegestaan met toestemming van de gerechtigden van de heersende erven, die aan bedoelde toestemming voorwaarden kunnen verbinden. Dit leidt ertoe dat de primaire vordering van De Weijert wordt afgewezen.
- griffierecht € 309,00
- salaris