In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, staat de geestelijke gezondheid van de moeder centraal, evenals de vraag of de gedaagde, de broer van de eiseres, gehouden is rekening en verantwoording af te leggen over het beheer van de financiën van de moeder. De eiseres, de zus, stelt dat de moeder door haar geestelijke toestand niet in staat was haar vermogensrechtelijke belangen te behartigen en dat de gedaagde misbruik heeft gemaakt van deze situatie. De rechtbank oordeelt dat niet is komen vast te staan dat de moeder wilsonbekwaam was of dat er sprake was van misbruik van omstandigheden. De rechtbank concludeert dat de gedaagde niet gehouden is om rekening en verantwoording af te leggen, omdat hij slechts behulpzaam is geweest bij het regelen van de financiële zaken van de moeder. De vorderingen van de eiseres worden afgewezen, en de kosten van de procedure worden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. De uitspraak is gedaan op 11 mei 2022.