ECLI:NL:RBROT:2022:388
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om verlenging van de inburgeringstermijn wegens te late indiening
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 19 januari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Eiseres had verzocht om verlenging van de inburgeringstermijn vanwege medische omstandigheden en analfabetisme. Het verzoek was echter te laat ingediend, waardoor de rechtbank het beroep ongegrond verklaarde. Eiseres was sinds 18 december 2013 inburgeringsplichtig en had meerdere keren de termijn om in te burgeren overschreden, wat leidde tot boetes. De rechtbank oordeelde dat het besluit van de minister om het verzoek af te wijzen rechtmatig was, omdat de termijn voor het indienen van een verlengingsverzoek al was verstreken. Eiseres had eerder geen rechtsmiddelen aangewend tegen eerdere besluiten, waardoor deze in rechte onaantastbaar waren geworden. De rechtbank concludeerde dat er geen aanleiding was voor een medisch onderzoek in het kader van het te laat ingediende verzoek. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige indiening van verzoeken in het bestuursrecht.