3.1.[persoon A] verzoekt, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
primair
I. nakoming van de overeenkomst inhoudende:
1. einde arbeidsovereenkomst met ingang van 1 april 2022 en vrijstelling van werk tot die datum onder doorbetaling van het gebruikelijke loon;
2. deugdelijke eindafrekening inclusief opgebouwde verlofdagen per de einddatum;
3. beëindigingsvergoeding ter hoogte van de transitievergoeding; de berekening van cliënte komt uit op een bedrag van € 3.420,00 bruto;
4. de juridische kosten worden vergoed ter hoogte van € 3.500,00 exclusief btw. Uw factuur wordt op naam gesteld van uw cliënt, maar kan rechtstreeks door cliënte worden betaald;
5. op verzoek een positief geformuleerd getuigschrift;
6. partijen leggen deze afspraken vast in een gebruikelijke vaststellingsovereenkomst;
7. onder de opschortende voorwaarde dat [persoon A] geen gebruik heeft gemaakt van de bedenktermijn, trekt [bedrijf B] het ontslag op staande voet als dan in;
subsidiair
II. vernietiging van het ontslag op staande voet;
III. [bedrijf B] te verplichten [persoon A] binnen 24 uur na betekening van het vonnis (de kantonrechter leest: beschikking) toe te laten tot de overeengekomen werkzaamheden nadat hij arbeidsgeschikt is geraakt, tot het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig is geëindigd, onder verbeurte van een dwangsom van € 100,00 per dag of dagdeel, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen dwangsom per dag of dagdeel dat [bedrijf B] in gebreke blijkt;
IV. [bedrijf B] te veroordelen tot betaling van het salaris van [persoon A] , vanaf 30 november 2021 tot het moment dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd, te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW;
meer subsidiair
V. [bedrijf B] te veroordelen tot betaling van een billijke vergoeding aan [persoon A] zoals vermeld onder randnummer 72 van het verzoekschrift (€ 28.316,00 bruto) of een ander door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag;
VI. [bedrijf B] te veroordelen tot betaling van de wettelijke transitievergoeding zoals vermeld onder randnummer 73 van het verzoekschrift (€ 3.998,28 bruto), of een ander door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag;
VII. Aan [persoon A] een vergoeding wegens onregelmatige opzegging toe te kennen zoals vermeld onder randnummer 74 van het verzoekschrift (€ 4.104,00 bruto), of een ander door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag;
primair en (meer) subsidiair
VIII. [bedrijf B] te veroordelen tot betaling aan [persoon A] van de wettelijke rente vanaf het tijdstip van opeisbaarheid van de hiervoor genoemde bedragen tot aan de dag der algehele voldoening;
IX. [bedrijf B] te veroordelen in de kosten van onderhavige procedure.