Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[gedaagde 1] , h.o.d.n. [naam bedrijf] ,
1..Het procesverloop
- de dagvaarding met producties van 26 oktober 2021;
- de conclusie van antwoord met producties;
- het tussenvonnis waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de aanvullende producties van [eiser] ;
- de aanvullende productie van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] .
2..De vaststaande feiten
- de reparatie van de tegelvloer;
- het terugplaatsen van een keukenblok, kraan en boiler;
- het laten hangen van de nieuw geplaatste gasheater;
- het verwijderen van schimmel;
- het stuken van gaten in de muren;
- het dichten van gaten in het dak.
3..Het geschil
4..De beoordeling
- Over het boetebeding is weliswaar niet afzonderlijk onderhandeld, maar het betreft een gangbaar beding, dat is opgenomen in de ROZ-modellen.
- [eiser] en gedaagden zijn gelijkwaardige partijen, namelijk natuurlijke personen handelend in de uitoefening van hun beroep of bedrijf.
- [eiser] maakt aanspraak op de boete in plaats van de handelsrente over de periode tot 19 oktober 2021. De handelsrente over die periode zou € 694,68 hebben bedragen. Hetgeen min of meer in lijn is met de gevorderde boeterente van € 900,-. De kantonrechter acht dat verschil gerechtvaardigd, aangezien de boete niet alleen dient ter vergoeding van schade, maar ook als prikkel tot tijdige betaling van de huur. Dat betreft een legitiem doel, aangezien (tijdige) betaling van de huur een van de kernverplichtingen van de huurder is. De door gedaagden aangevoerde omstandigheid dat zij altijd aan hun betalingsverplichtingen hebben voldaan (wat daar ook van zij) maakt niet dat voor hen deze prikkel onnodig is.
- De door gedaagden aangevoerde omstandigheid dat sprake is van achterstallig onderhoud, staat (zoals eerder al overwogen) niet vast. Bovendien kan dat er niet toe leiden dat gedaagden uit eigen beweging kunnen besluiten om de volledige huur van drie maanden niet te betalen.
- Gedaagden worden toegelaten tot het leveren van tegenbewijs tegen de voorshands bewezen geachte stelling van [eiser] dat hij € 1.095,45 aan herstelkosten heeft gemaakt ter zake van de tegelvoer en € 452,35 ter zake van het stuken van de muren. Verder worden gedaagden in de gelegenheid gesteld bewijs te leveren van hun stelling dat de vloer hun eigendom is geworden.
- [eiser] wordt op zijn beurt in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren van zijn stelling dat hij € 3.000,- aan huurinkomsten is misgelopen.
- De borg van € 9.000,- wordt eerst verrekend met de schade van [eiser] en vervolgens met de huurachterstand.
5..De beslissing
donderdag 2 juni 2022 om 14.30 uurom partijen in de gelegenheid te stellen zich bij akte uit te laten of zij dit bewijs wenst te leveren en:
- als zij dit bewijs schriftelijk willen leveren, dit dadelijk bij deze akte te doen;
- als zij dit bewijs willen leveren door het doen horen van getuigen, op te geven de namen en de woonplaatsen van de getuigen met de verhinderdata van alle betrokkenen in de maanden juli tot en met september 2022;
- bepaalt dat eventuele getuigenverhoren zullen plaatsvinden in het gerechtsgebouw aan het Wilheminaplein 100 te Rotterdam;
- wijst partijen erop dat zij eventueel voor te brengen getuigen zelf dienen op te roepen;
- wijst partijen erop dat de akte uiterlijk op 1 juni 2022 om 12.00 uur op de griffie ontvangen moet zijn of door partijen of hun gemachtigde tijdens de rolzitting kan worden overhandigd;