In deze zaak vorderden [naam eiseres 1] en [naam eiseres 2] de vernietiging van besluiten van de vereniging V.T.V. Hordijkerveld, die hen met onmiddellijke ingang voor onbepaalde tijd had geschorst en hun lidmaatschap had opgezegd. De rechtbank Rotterdam oordeelde dat de besluiten in strijd waren met de wet en de statuten van de vereniging. De rechtbank stelde vast dat de schorsingsbesluiten geen stand konden houden, omdat deze niet in overeenstemming waren met het Huishoudelijk Reglement. De rechtbank oordeelde dat de vereniging niet in redelijkheid tot de opzeggingen had kunnen komen, aangezien de verwijten aan de leden onvoldoende zwaarwegend waren. De rechtbank verklaarde de besluiten tot schorsing en opzegging nietig en veroordeelde V.T.V. tot het plaatsen van een rectificatie in de nieuwsbrief, waarin de eerdere publicaties over het dispuut met de leden werden gecorrigeerd. Tevens werd V.T.V. veroordeeld in de proceskosten van de eiseressen. De uitspraak benadrukt het belang van de rechtsbescherming van leden binnen verenigingen en de noodzaak voor verenigingen om hun statuten en reglementen correct toe te passen.