ECLI:NL:RBROT:2022:3308

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 april 2022
Publicatiedatum
3 mei 2022
Zaaknummer
C/10/635287 / JE RK 22-636
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van een minderjarige in een verstoorde ouderlijke relatie

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 12 april 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarige [voornaam minderjarige], geboren in 2007. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 16 april 2022, maar de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West heeft verzocht om een verlenging voor de duur van één jaar. De ouders van [voornaam minderjarige] zijn in een verstoorde relatie verwikkeld, wat leidt tot ernstige problemen in de opvoeding en ontwikkeling van het kind. De moeder verzet zich tegen het verzoek van de GI en heeft gegronde redenen om geen toestemming te geven voor vakanties en schoolinschrijving, maar deze redenen zijn niet kenbaar gemaakt. De vader daarentegen steunt het verzoek van de GI en wijst op de noodzaak van betrokkenheid van de GI om de belangen van [voornaam minderjarige] te waarborgen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders niet in staat zijn om samen belangrijke zaken rondom [voornaam minderjarige] te regelen, wat leidt tot een bedreiging van zijn ontwikkeling. De kinderrechter heeft daarom besloten de ondertoezichtstelling te verlengen tot 16 april 2023, met de verklaring dat deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad is.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaakgegevens: C/10/635287 / JE RK 22-636
datum uitspraak: 12 april 2022

beschikking verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van

de gecertificieerde instelling Jeugdbescherming West,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Dordrecht,
betreffende
[naam minderjarige], geboren op [geboortedatum minderjarige] 2007 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,

[naam vader] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoek met bijlagen van de GI van 18 maart 2022;
- een verweerschrift van 11 april 2022.
Op 12 april 2022 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [voornaam minderjarige] , die voorafgaand aan de zitting apart is gehoord,
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. A. Sangar,
- de vader,
- een vertegenwoordiger van de GI, dhr. [naam vertegenwoordiger] .

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.
[voornaam minderjarige] woont bij de vader.
Bij beschikking van 28 september 2021 is de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] verlengd tot 16 april 2022.

Het verzoek

De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] te verlengen voor de duur van één jaar.
De GI handhaaft ter zitting het verzoek. Het is een trieste situatie voor [voornaam minderjarige] . Veel zaken zijn niet goed voor hem geregeld. Inmiddels heeft [voornaam minderjarige] wel een ID-kaart waardoor hij naar voetbalclub Spartaan20 kan gaan waar hij zo graag heen wilde. De moeder geeft alleen nog altijd geen toestemming dat [voornaam minderjarige] met de vader op vakantie kan gaan. De moeder geeft aan hiervoor gegronde redenen te hebben maar heeft deze niet kenbaar gemaakt. Daarnaast geeft de moeder geen toestemming voor inschrijving van [voornaam minderjarige] op een school bij hem in de buurt. Middels een kort geding is vervangende toestemming verkregen voor inschrijving op de Hugo de Groot, maar zij hebben aangegeven geen plek te hebben voor [voornaam minderjarige] voor volgend schooljaar. Hierdoor moet een nieuwe school gevonden worden, maar de moeder geeft daarvoor wederom geen toestemming. Hierdoor moet hij nog steeds drie uur per dag naar school reizen. Dit is zeer demotiverend voor hem en hij glijdt steeds verder af. Ondanks dat in de beschikking geen andere school staat genoemd, staat daarin wel dat een school in de buurt van [voornaam minderjarige] in zijn belang is. De moeder wenst omgang met [voornaam minderjarige] , maar zo lang zij zaken niet voor hem wil regelen kan de GI [voornaam minderjarige] ook niet motiveren het gesprek aan te gaan met de moeder als hij dat niet wil.

De standpunten

De moeder verzet zich tegen het verzoek van de GI. De moeder heeft er in 2020 op haar initiatief voor gezorgd dat [voornaam minderjarige] weer contact had met de vader. De vader is meermaals met [voornaam minderjarige] op vakantie geweest, maar de vader heeft nooit laten weten waar zij dan verbleven. [voornaam minderjarige] is uiteindelijk bij de vader gaan wonen en vervolgens is de vader, zonder de moeder in te lichten, met [voornaam minderjarige] verhuisd. Ook is [voornaam minderjarige] toen ingeschreven op een nieuwe school, wederom zonder de moeder daarvan in te lichten. Hierna is de vader weer verhuisd, zonder medeweten van de moeder. De moeder wil graag op de hoogte worden gehouden over de ontwikkelingen rondom [voornaam minderjarige] en heeft daarom een gesprek aangevraagd met de vader. Het is immers in het belang van [voornaam minderjarige] dat de ouders goed met elkaar kunnen communiceren. De moeder vindt het verblijf van [voornaam minderjarige] bij de vader niet veilig voor hem. Wanneer de vader in gesprek gaat met de moeder, kunnen deze zorgen van de moeder wellicht ook worden weggenomen. De vader wenst niet in gesprek te gaan met de moeder. Daarnaast wist de moeder niet dat [voornaam minderjarige] een paspoort nodig had. Hij heeft inmiddels een ID-kaart, maar wanneer een paspoort nodig is kan de moeder daarvoor worden benaderd. De doelen van de ondertoezichtstelling zijn inmiddels uit het oog verloren en de ondertoezichtstelling richt zich momenteel alleen op praktische zaken. De moeder wil graag contact met [voornaam minderjarige] . [voornaam minderjarige] wordt daarin niet gemotiveerd door de vader. Het lijkt erop dat de doelen van de ondertoezichtstelling ook bij een verlenging niet behaald zullen worden nu de vader niet in gesprek wenst te gaan met de moeder. Nu [voornaam minderjarige] bij de vader verblijft, dient de vader zaken voor hem te regelen. Wanneer de ondertoezichtstelling wegvalt zal de vader met zijn neus op de feiten worden gedrukt en zal hij stappen moeten ondernemen.
De vader stemt ter zitting in met het verzoek van de GI en sluit zich aan bij het standpunt van de GI. In het belang van [voornaam minderjarige] en zijn toekomst is het belangrijk dat de GI betrokken blijft. De vader is meermaals in gesprek gegaan met de moeder, ook in het bijzijn van advocaten, maar dat heeft niets opgeleverd. Een gezamenlijk gesprek met de moeder is daarom een gepasseerd station voor de vader. Dat de moeder nergens van op de hoogte zou zijn gesteld spreekt de vader tegen. De moeder handelt enkel in haar eigen belang en niet in het belang van [voornaam minderjarige] . [voornaam minderjarige] zit momenteel klem. De vader geeft aan dat hij op dit moment formeel wel gezag heeft, maar in de praktijk komt er niks van terecht om de moeder nergens toestemming voor geeft. Wellicht dat een gezagsbeëindiging de enige oplossing zal zijn, ongeacht of het gezag van de vader of de moeder wordt beëindigd.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [voornaam minderjarige] nog altijd ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. Het lukt de ouders niet de opvoeding en het gezag over [voornaam minderjarige] gezamenlijk vorm te geven. De ouders zijn niet in staat belangrijke zaken rondom [voornaam minderjarige] samen te regelen. De moeder geeft het paspoort van [voornaam minderjarige] niet en geeft geen toestemming voor vakanties en voor een inschrijving op een nieuwe school. Hierdoor moet [voornaam minderjarige] elke dag drie uur reizen om naar school te gaan. Dit is zeer demotiverend voor [voornaam minderjarige] en hij glijdt steeds verder af. Het is de Gl niet gelukt om de ouders te bewegen om belangrijke zaken voor [voornaam minderjarige] onderling met elkaar te regelen. De vader verzet zich op zijn beurt tegen een gesprek met de moeder. Ook lijkt hij de moeder niet te informeren over belangrijke dingen in [voornaam minderjarige] leven, zoals de verhuizing naar Rotterdam.
[voornaam minderjarige] zit klem tussen zijn ouders en stagneert in zijn ontwikkeling. Het is belangrijk dat beide ouders handelen in het belang van [voornaam minderjarige] en zijn toekomst. De ouders moeten nog een keer met elkaar in gesprek gaan en belangrijk zaken rondom [voornaam minderjarige] samen regelen. [voornaam minderjarige] gaat kapot door deze strijd en het is tragisch om te zien. De betrokkenheid van een jeugdbeschermer is nodig om de regie te houden, de ouders te helpen en het belang van [voornaam minderjarige] voorop te stellen.
Uit voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] verlengen voor de duur van twaalf maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] tot 16 april 2023;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. T. van den Akker, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. C.N. Arduin als griffier en in het openbaar uitgesproken op 12 april 2022.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 20 april 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.