In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 20 april 2022 uitspraak gedaan in het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling (OTS) van de minderjarigen [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2]. De ondertoezichtstelling was eerder ingesteld vanwege een spanningsvolle relatie tussen de ouders en huiselijk geweld. De gecertificeerde instelling, William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, had verzocht om verlenging van de OTS voor een periode van zes maanden, omdat er nog zorgen waren over de opvoedingssituatie en de ontwikkeling van de kinderen. Tijdens de zitting bleek echter dat de ouders inmiddels goed met elkaar communiceren en dat er geen ruzies meer zijn. Dit was een van de belangrijkste zorgen die ten grondslag lagen aan de eerdere OTS. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders afspraken maken in het belang van de kinderen en dat er positieve ontwikkelingen zichtbaar zijn. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat er geen ernstige ontwikkelingsbedreiging meer is voor de kinderen en dat het verzoek tot verlenging van de OTS niet voldoet aan het wettelijke criterium van artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. Daarom is het verzoek van de GI afgewezen. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.