In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 22 april 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarig kind, hierna te noemen [naam kind]. De ouders van [naam kind], de vader en de moeder, hebben beiden een problematische achtergrond met drugsgebruik. De moeder heeft tijdens haar zwangerschap GHB gebruikt en is na de geboorte van [naam kind] in een afkickkliniek geplaatst. De vader heeft vermoedens van een (voormalige) verslaving en heeft aangegeven dat hij clean is, maar moet dit aantonen door middel van urinecontroles. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het perspectief van [naam kind] nog onduidelijk is, aangezien zij sinds 1 juli 2021 in een pleeggezin verblijft en er geen zicht is op terugplaatsing bij de ouders. De GI heeft verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing, wat door de kinderrechter is toegewezen. De vader heeft een verzoek ingediend tot vervallenverklaring van een schriftelijke aanwijzing van de GI en tot wijziging van de GI, maar deze verzoeken zijn aangehouden voor verdere behandeling. De kinderrechter heeft benadrukt dat het in het belang van [naam kind] is dat er snel duidelijkheid komt over haar toekomst.