Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- het verzoekschrift met producties 1 t/m 20;
- het verweerschrift tevens voorwaardelijk tegenverzoek ex artikel 843a Rv met producties 1 t/m 52;
- de door [persoon A] bij brief d.d. 4 februari 2022 overgelegde aanvullende producties 21 t/m 27;
- de door [persoon A] bij brief d.d. 7 februari 2022 overgelegde verbeterde versie van productie 22.
2..De feiten
7 juni 2019 arbeidsongeschikt was.
3..Het verzoek van [persoon A]
€ 330.000,- bruto, dan wel een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag, nu de opzegging van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van Euro-Caps. Had Euro-Caps zorgvuldig gehandeld, dan had [persoon A] wellicht passende werkzaamheden kunnen blijven verrichten. Nu zij dat heeft nagelaten, zijn door dit handelen de medische klachten van [persoon A] verergerd. Het ontstaan c.q. de verergering van de medische klachten en het feit dat de re-integratieverplichtingen ernstig zijn veronachtzaamd door Euro-Caps, hebben gemaakt dat [persoon A] niet in de gelegenheid is gesteld om te re-integreren en om passende werkzaamheden te verrichten.
4..Het verweer van Euro-Caps en het voorwaardelijk tegenverzoek
5..De beoordeling
New Hairstyle),HR 8 juni 2018, ECLI: NL:HR:2018:878
(Zinzia)en HR 30 november 2018, ECLI: NL:HR:2018:2218 (
ServiceNow))volgt dat het er bij de begroting van de billijke vergoeding, kort gezegd, om gaat dat de werknemer wordt gecompenseerd voor het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. De rechter kan daarbij rekening houden met de gevolgen van het ontslag voor zover die zijn toe te rekenen aan het aan de werkgever van het ontslag te maken verwijt. De Hoge Raad heeft in dat verband een niet-limitatieve lijst van gezichtspunten geformuleerd die van belang kunnen zijn bij de begroting van de billijke vergoeding. Daarbij geldt als uitgangspunt dat de rechter de billijke vergoeding dient te bepalen op een wijze die, en op het niveau dat, aansluit bij de uitzonderlijke omstandigheden van het geval. De billijke vergoeding heeft geen specifiek punitief karakter.
De kantonrechter acht het daarnaast redelijk om bij de begroting van de billijke vergoeding een component aan immateriële schadevergoeding alsook enige compensatie voor het ernstig verwijtbaar handelen van Euro-Caps toe te kennen, zij het niet in de orde van grootte zoals door [persoon A] verzocht. In dit verband wordt erop gewezen dat de voornoemde posten door [persoon A] niet tot nauwelijks zijn onderbouwd en de kantonrechter bovenmatig voorkomen. Wel acht de kantonrechter het voldoende aannemelijk dat het handelen van Euro-Caps en [naam bedrijfsarts 1] over langere periode grote impact op [persoon A] en zijn privéleven heeft gehad.