In deze tussenbeschikking van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 4 februari 2022, wordt een verzoek behandeld van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (GI) en de ouders van twee minderjarige kinderen, [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2]. De GI heeft een schriftelijke aanwijzing gegeven aan de moeder met betrekking tot de verzorging en opvoeding van de kinderen, en verzoekt bekrachtiging van deze aanwijzing. De moeder verzet zich hiertegen en verzoekt de aanwijzing te vervallen, terwijl de vader zich refereert aan het oordeel van de kinderrechter. De kinderrechter heeft de zitting met gesloten deuren behandeld en de belangen van de kinderen staan centraal in deze zaak.
De kinderrechter constateert dat er al langere tijd geen contact is tussen de vader en de kinderen, en dat de GI wil werken aan contactherstel. De moeder heeft zorgen over de veiligheid van de kinderen, vooral na een incident op 6 december 2021. De kinderrechter vraagt de GI om een rapportage over de stand van zaken en de verdere processuele wensen, en houdt de beslissing op de verzoeken aan tot een nieuwe zittingsdatum op 29 maart 2022. De kinderrechter benadrukt het belang van goede afspraken over de omgang en de noodzaak om de belangen van de kinderen voorop te stellen. De zaak is mondeling uitgesproken in het openbaar en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 15 februari 2022.