In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, uitgesproken op 29 maart 2022, werd de schriftelijke aanwijzing van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond bekrachtigd. De zaak betreft de omgangsafspraken tussen de kinderen [naam kind 1] en [naam kind 2] en hun vader, waarbij de moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. F. Pool, en de vader, bijgestaan door mr. M. Verschoor, betrokken waren. De kinderrechter heeft de procedure behandeld met gesloten deuren op 4 februari 2022, waarbij partijen de gelegenheid kregen om afspraken te maken over de omgang. De GI had eerder een schriftelijke aanwijzing gegeven aan de moeder over de verzorging en opvoeding van de kinderen, en verzocht om bekrachtiging van deze aanwijzing en het opleggen van een dwangsom voor het niet opvolgen ervan.
Tijdens de zitting werd duidelijk dat de moeder behoefte had aan duidelijke afspraken over de omgang, en na een onderbreking kwamen partijen tot overeenstemming over de omgangsafspraken. De kinderrechter oordeelde dat de schriftelijke aanwijzing noodzakelijk was om de ontwikkeling van de kinderen te waarborgen, gezien de eerdere onvoldoende medewerking van de moeder. De kinderrechter besloot de schriftelijke aanwijzing te bekrachtigen, maar wees het verzoek om een dwangsom af, omdat er nu duidelijke afspraken waren gemaakt. De moeder had haar verzoek tot vervallenverklaring van de schriftelijke aanwijzing ingetrokken, waardoor de gronden daarvan niet meer konden worden onderzocht. De beschikking werd mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en is schriftelijk vastgesteld op 14 april 2022.