Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 17 maart 2022, met 6 producties;
- de 4 producties van Batenburg c.s.;
- de mondelinge behandeling op 28 maart 2022;
- de pleitnota van [naam eiseres] ;
- de pleitnota van Batenburg c.s.
2..De feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
- [naam bedrijf] heeft feitelijk de gehele koopsom voor het pand betaald. Het economische risico als de projectontwikkeling en/of de verkoop van het pand verlies oplevert, ligt geheel bij [naam bedrijf] . In dat geval zal [naam eiseres] niet in staat zijn om haar schuld aan [naam bedrijf] te betalen en is [naam bedrijf] op haar beurt niet in staat de leningen af te lossen.
- [naam bedrijf] kan als bestuurder van [naam eiseres] zelf beslissen of de eventuele winst die [naam eiseres] behaalt met de ontwikkeling en/of verkoop van het pand al dan niet aan [naam bedrijf] wordt uitgekeerd. Tot die tijd zouden schuldeisers van [naam bedrijf] zich niet op het pand kunnen verhalen.
- Op het moment dat het pand aan [naam eiseres] werd geleverd, waren de vorderingen van Batenburg c.s. op [naam bedrijf] tot betaling van € 3.140.000,00 aan hoofdsommen al opeisbaar. [naam bedrijf] heeft geen andere inkomsten dan die uit Tetteroo en zij wist toen al dat Tetteroo in grote financiële problemen verkeerde.
- Er is geen rechtvaardiging om het pand in [naam eiseres] onder te brengen in plaats van [naam bedrijf] .
- In 2021 heeft [naam bedrijf] (c.q. [naam 1] ), als bestuurder van Tetteroo, diverse percelen grond met een aanzienlijke waarde en waarop al fors door Tetteroo was geïnvesteerd alsook deelnemingen van Tetteroo in vennootschappen, onder de waarde of tegen ongunstige voorwaarden verkocht aan bevriende relaties van [naam 1] .
€ 1.016,00