ECLI:NL:RBROT:2022:2578

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
6 april 2022
Publicatiedatum
6 april 2022
Zaaknummer
ROT 22/1671 en ROT 22/1672
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussentijdse opheffing van voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke geschil over glasvezelnetwerk aanleg

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 6 april 2022 uitspraak gedaan op het verzoek van E-Fiber om de schorsing van twee instemmingsbesluiten op te heffen. Deze instemmingsbesluiten, genomen op 15 en 18 maart 2022, betroffen graafwerkzaamheden in Born en omstreken voor de aanleg van een glasvezelnetwerk. E-Fiber had eerder, op 4 april 2022, een schorsing van deze besluiten aangevraagd, die door de voorzieningenrechter was toegewezen op verzoek van Delta Fiber Netwerk B.V. (DFN), die een spoedeisend belang had bij de zaak. E-Fiber verzocht de voorzieningenrechter om de schorsing op te heffen, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat het belang van DFN zwaarder woog. De voorzieningenrechter benadrukte dat er geen verdere uitrol van het glasvezelnetwerk van E-Fiber mocht plaatsvinden voordat de zaak inhoudelijk was behandeld. Dit was gebaseerd op de overweging dat verweerder, het college van burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen, zijn plicht om samenlopende aanvragen gecoördineerd te behandelen niet nakwam en E-Fiber faciliteerde, wat DFN benadeelde. De voorzieningenrechter concludeerde dat de schorsing van de besluiten in stand bleef, en het verzoek van E-Fiber werd afgewezen. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier en is openbaar gemaakt op 6 april 2022.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Bestuursrecht
zaaknummers: ROT 22/1671 en ROT 22/1672
uitspraak van de voorzieningenrechter van 6 april 2022 op het verzoek om tussentijdse opheffing van een voorlopige voorziening van

E-Fiber Sittard-Geleen B.V. (E-Fiber), te Zeist,

gemachtigde: mr. M.J. Geus,
in de zaken tussen

Delta Fiber Netwerk B.V. (DFN), te Schiedam, verzoekster,

gemachtigde: mr. W.G.B. van de Ven,
en

het college van burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen, verweerder,

gemachtigde: mr. R.A.H. Vlecken.

Procesverloop

Bij zijn uitspraak van 4 april 2022 (ECLI:NL:RBROT:2022:2508) heeft de voorzieningenrechter op verzoek van DFN bij wijze van spoedmaatregel twee instemmingsbesluiten van 15 en 18 maart 2022 van verweerder aan E-Fiber geschorst.
Die instemmingsbesluiten zien op het verrichten van graafwerkzaamheden in straten in Born en omstreken ten behoeve van de aanleg van een glasvezelnetwerk.
E-Fiber heeft de voorzieningenrechter op 6 april 2022 verzocht om de schorsing direct op te heffen en daarmee niet te wachten totdat de zaken op een zitting zijn behandeld.
Vanwege de samenhang van de zaken is eenmaal griffierecht van E-Fiber geheven.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 8:87, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de voorzieningenrechter een voorlopige voorziening opheffen of wijzigen.
2. De voorzieningenrechter ziet geen aanleiding om het verzoek van E-Fiber in te willigen. Daartoe wordt het volgende overwogen.
3. Zowel E-Fiber als DFN hebben de wens om een glasvezelnetwerk uit te rollen in de (hele) gemeente Sittard-Geleen. In zijn uitspraak van 4 april 2022 heeft de voorzieningenrechter overwogen dat DFN een spoedeisend belang heeft bij het treffen van een ordemaatregel wegens de mogelijke onomkeerbaarheid van de aan E-Fiber verleende instemmingsbesluiten. Vanwege graafrust als bedoeld in artikel 3.6 van het Handboek kabels en leidingen Sittard-Geleen 2022, is de kans namelijk aanzienlijk dat deze instemmingsbesluiten tot gevolg zullen hebben dat DFN gedurende een jaar (of zelfs langer) geen glasvezelnetwerk zal kunnen uitrollen in Born en omstreken en uitrol daarna bedrijfseconomisch weinig aantrekkelijk meer is.
4. De voorzieningenrechter heeft er begrip voor dat E-Fiber schade lijdt ten gevolge van de stillegging van graafwerkzaamheden of het uitstellen daarvan. Niettemin vindt de voorzieningenrechter het spoedeisend belang van DFN zwaarder wegen dat niet voorafgaande aan een inhoudelijke behandeling van de zaak op een zitting van de voorzieningenrechter een verdere uitrol van het glasvezelnetwerk van E-Fiber in Born en omstreken plaatsheeft. Daarbij weegt voor de voorzieningenrechter zwaar dat in deze procedure maar ook in de procedure over een eerder verzoek van DFN om een voorlopige voorziening te treffen, het beeld naar voren komt dat verweerder geen invulling geeft aan zijn plicht om samenlopende aanvragen gecoördineerd te behandelen maar daarentegen
E-Fiber faciliteert en aan DFN eisen tegenwerpt die op het eerste gezicht geen grondslag in artikel 5.4 van de Tw vinden. Daarmee wordt DFN buiten de deur gehouden en kan E-Fiber haar glasvezelnetwerk steeds verder uitrollen. Dit een en ander is ook met partijen besproken op de zitting op 1 maart 2022, naar aanleiding van een eerder verzoek om voorlopige voorziening van DFN.
5. Wat E-Fiber heeft aangevoerd omtrent medegebruik van het glasvezelnetwerk is niet relevant, omdat medegebruik van voorzieningen niet ziet op het actieve netwerk (ECLI:NL:RBROT:2020:944).
6. Met betrekking tot de ambtshalve aangekondigde beoordeling door de voorzieningenrechter of de ordemaatregel dient te worden opgeheven of gewijzigd heeft
E-Fiber een zienswijze ingediend. De daarin opgeworpen kwesties lenen zich niet voor een beoordeling zonder voorafgaande zitting.
7. Hoewel de voorzieningenrechter ernaar heeft gestreefd de zaak zo spoedig mogelijk op zitting te agenderen was verweerder slechts beperkt beschikbaar, zodat de zitting eerst op 20 april 2022 plaats kan vinden. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter dient deze omstandigheid niet in het nadeel van DFN uit te pakken.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om opheffing van de bij uitspraak van
4 april 2022 getroffen ordemaatregel af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.C. Rop, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van
mr. R. Stijnen, griffier. De uitspraak is in het openbaar gedaan op 6 april 2022.
De griffier en de voorzieningenrechter zijn verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
griffier voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.