ECLI:NL:RBROT:2022:2468
Rechtbank Rotterdam
- Verschoning
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een verzoek tot verschoning van een rechter in een civielrechtelijke kortgedingprocedure
Op 26 januari 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam een verzoek tot verschoning toegewezen van mr. J.C.A.T. Frima, senior rechter in de rechtbank Rotterdam, in een civielrechtelijke kortgedingprocedure. De zaak betreft een kort geding tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. M.I. L’Ghdas, en gedaagde, vertegenwoordigd door mr. S. Kegreisz. De rechter heeft verzocht zich te mogen verschonen omdat de directeur/medeaandeelhouder van de gedaagde zijn overbuurman was in het huis waar de rechter tot twee jaar geleden woonde. De rechter en de directeur kenden elkaar als buren en hebben nog steeds contact, wat de rechter deed twijfelen aan haar onpartijdigheid in deze zaak. De rechtbank heeft vastgesteld dat, hoewel er geen subjectieve vooringenomenheid is, de objectieve vrees voor een schending van de onpartijdigheid gerechtvaardigd is. Daarom is het verzoek tot verschoning toegewezen, zodat de zaak door een andere rechter behandeld kan worden. De beslissing is ondertekend door de voorzitter en de andere rechters op dezelfde datum.