Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 januari 2022 in de zaak tussen
[eiseres] , uit [plaats] , eiseres
de Minister voor Medische Zorg, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
de NVWA vooralsnog akkoord gaat met de door u aangegeven recall van de in bijgevoegde melding omschreven partij amandelen.
Deze recall betreft dus alleen de aan [naam supermarkt 1] geleverde partij en niet het overige deel van de grondstof en de daarvan geproduceerde producten. Om in de toekomst discussies over de omvang van een recall (in geval van noten e.d. waarbij sprake is van een pre-export check) te vermijden, heb ik mijn NVWA-collega's in Utrecht gevraagd hierover een standpunt in te nemen. De NVWA behoudt zich dus het recht voor om in voorkomend geval anders te beslissen dan nu is gebeurd.”
Na het terughalen van het product wordt de producent (cq. het handelsbedrijf) in de gelegenheid gesteld te onderzoeken of dit een toevalstreffer was in de oorsprongspartij of niet. Dat betekent dat de producent in de teruggehaalde partij + evt. nog aanwezige voorraad een monstername en analyse conform Verordening (EG) nr. 401/2006 moet (laten) uitvoeren, waarna de NVWA de resultaten beoordeelt.
In geval de producent een deugdelijke ingangscontrole van die partij heeft verricht, is een andere handelwijze na overleg met de NVWA eventueel mogelijk. In het geval van de onderhavige partij amandelen ontbrak die ingangscontrole, althans de NVWA heeft daar niets van gezien. De voorgeschreven importcertificaten, waaraan door u werd gerefereerd en/of het naderhand onderzoeken van enkele consumentenverpakkingen zoals is geschied, zijn daartoe volstrekt onvoldoende.
In geval de producent een deugdelijke ingangscontrole van die partij heeft verricht, is een andere handelwijze na overleg met de NVWA eventueel mogelijk” in de e-mail van 17 september 2020 - is de rechtbank van oordeel dat in het midden kan blijven of hier sprake is van een toezegging. Uit de grote hoeveelheid e-mails die partijen elkaar over en weer hebben gestuurd, waarvan de rechtbank hiervoor slechts een deel heeft aangehaald, blijkt immers dat er ruimschoots overleg is geweest tussen eiseres en de NVWA. Zo al sprake zou zijn van een toezegging, is deze dus nagekomen. De omstandigheid dat een en ander niet heeft geleid tot het resultaat dat eiseres voor ogen had, leidt niet tot een ander oordeel.
Na het terughalen van het product wordt de producent (cq. het handelsbedrijf) in de gelegenheid gesteld te onderzoeken of dit een toevalstreffer was in de oorsprongspartij of niet” - is de rechtbank van oordeel dat dit weliswaar een toezegging is, maar dat deze is nagekomen. Verweerder heeft eiseres immers in de gelegenheid gesteld om tegenbewijs te bieden voor de aanname dat de gehele oorsprongspartij onveilig was (“tenzij een uitvoerig onderzoek geen aanwijzingen oplevert dat de rest van de partij of zending onveilig is”, als bedoeld in artikel 14, zesde lid, van de Verordening (EG) Nr. 178/2002). Eiseres heeft daartoe meerdere contra-analyses uitgevoerd en heeft deze mogen inbrengen, waarna verweerder ook om een toelichting op die analyses heeft verzocht en eiseres die vervolgens heeft gegeven. Daarmee is de gelegenheid waarover in de aangehaalde zinsnede wordt gesproken dus geboden. Ook hiervoor geldt dat de omstandigheid dat een en ander niet heeft geleid tot het resultaat dat eiseres voor ogen had, niet tot een ander oordeel leidt.
concreterisicobeoordeling had moeten maken ten aanzien van de (on)veiligheid van die deelpartijen. Verder komt het begrip alleen nog voor in afdeling 1 van Hoofdstuk II getiteld “Algemene levensmiddelenwetgeving” en in Hoofdstuk III getiteld “Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid”. Hieruit, in samenhang gelezen met de leden 9, 10, 12 en 13 van artikel 3 van de Verordening, leidt de rechtbank af dat het gaat om een risicobeoordeling
in algemene zin, die moet resulteren in het door verweerder vaststellen van redelijke normen, het maken van een redelijke afweging van belangen, het nemen van passende maatregelen en samenwerking met de levensmiddelensector.
Toezicht vindt plaats op grond van risicobeoordeling, in regelgeving voorgeschreven steekproeven of naar aanmelding van signalen uit de samenleving. Dit wordt regulier toezicht genoemd.”
concreterisicobeoordeling had moeten maken ten aanzien van de drie deelpartijen. Dit volgt evenmin uit de door eiseres aangehaalde paragraaf 2.1 van het Algemeen interventiebeleid. De omstandigheid dat de bewijslast op grond van artikel 14, zesde lid, van Verordening (EG) Nr. 178/2002 bij eiseres ligt, betekent namelijk niet dat verweerder geen rekening kan houden met de ernst, omvang en het karakter van de overtreding en de feiten en omstandigheden waaronder de overtreding is begaan, zoals die paragraaf voorschrijft.
in algemene zinheeft gemaakt zoals de Verordening voorschrijft, volgt naar het oordeel van de rechtbank voldoende uit de tabel die als Bijlage is opgenomen in IB02-SPEC 43, versie 04, te weten Regel ID 43R204000 (onder het kopje “contaminanten”).
de rest van de partij of zending– te weten die drie jobnummers – veilig is.
de rest van de partij of zending– te weten die drie jobnummers – veilig is.
de rest van de partij of zending– te weten alle drie de jobnummers – veilig is.