Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[naam gedaagde],
1..De procedure
- het vonnis in het incident van 14 april 2021 en de daarin genoemde processtukken,
- de conclusie van antwoord in de hoofdzaak,
- de zittingsagenda van 18 november 2021,
- de overgelegde producties,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling op 7 december 2021 en de daarin genoemde processtukken.
2..De feiten
Bionic.
3..De vordering
de rechtbank begrijpt: ‘vordert’)om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad :
4..De beoordeling
Inleiding
- € 18.211,55 aan gederfde winst betreffende verkoop van twee Bionics (bij een winstmarge van 35% op een verkoopprijs van € 52.033 in totaal). iClean gaat er bij haar berekening van uit dat TSG, zoals zij zelf aanvoert, twee CleanWater-apparaten heeft verkocht (met zeven bioreactoren), en
after
ofwinstafdracht op basis van de artikelen 27 respectievelijk 27a Auteurswet, dan wel artikel 6:162 BW respectievelijk 6:104 BW. In haar spreekaantekeningen (punt 5) lijkt iClean echter cumulatief aanspraak te willen maken op vergoeding van haar eigen schade
enafdracht van de winst van gedaagden. Artikel 27a Aw geeft iClean echter geen aanspraak op zowel schadevergoeding als winstafdracht (HR 14 april 2000, ECLI:NL:HR:2000). Artikel 6:104 BW doet dat evenmin. De rechtbank zal een schadevergoeding, in plaats van winstafdracht, toekennen aan iClean, nu dat voor haar het gunstigst is (de winst van gedaagden is lager dan de schade van iClean). Wat betreft de schadevergoeding overweegt de rechtbank nog het volgende.
€ 15.610,-. Aan dit oordeel doet niet af dat iClean stelt dat zij een aantal andere schadeposten niet vordert. Dat is een eigen keuze van iClean en betekent niet dat zij dan recht heeft op een hogere schatting van een wel gevorderde schadepost.
€ 14.789,25toewijzen.
€ 30.399,25aan schadevergoeding.
€ 30.399,25aan schadevergoeding.
5..De beslissing
€ 30.399,25 verhoogd met de wettelijke rente vanaf 10 juni 2020 tot aan de dag van algehele voldoening,