Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 19 april 2021, met producties 1 tot en met 9;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 en 2;
- de akte overlegging producties van 29 september 2021 van [naam eiser], met producties 10 tot en met 16;
- het ingewilligde verzoek van [naam eiser] tot aanhouding van de mondelinge behandeling op 13 oktober 2021;
- de oproepingsbrieven van 5 november 2021 voor de mondelinge behandeling op 10 februari 2021;
- de mondelinge behandeling op 10 februari 2022, waar verschenen zijn [naam eiser], bijgestaan door mr. De Wit en mr. J.L Vissers, en [naam gedaagde], bijgestaan door mr. Cuijpers.
2..De feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
[naam gedaagde] heeft bij die gelegenheid daarover het volgende verklaard: “Ik weet nog goed dat de bal diep werd gespeeld. Niemand stond achter mij. We stonden rond de middenlijn. Ik nam ‘m aan en schoot ‘m uit. Ik schoot de bal uit, omdat ik dacht dat dat de beste beslissing was om geen balverlies te lijden op een vervelende plek. Je denkt niet na over de manier waarop. Uit is uit, op dat moment.”
3.540,00(2 punten × tarief € 1.770,-)