Op 28 januari 2022 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [voornaam minderjarige]. De zaak werd behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. S. Ben Ahmed, en een vertegenwoordigster van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond aanwezig waren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder, die de Nederlandse taal niet of onvoldoende machtig is, bijstand kreeg van een beëdigde tolk Spaans.
De feiten tonen aan dat de minderjarige sinds februari 2021 in een netwerkpleeggezin verblijft, bij de grootmoeder. De ondertoezichtstelling van de minderjarige is eerder verlengd en de kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing ook al eerder verlengd. De GI heeft verzocht om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen tot 7 mei 2022, wat de kinderrechter heeft goedgekeurd. De moeder heeft in de afgelopen periode positieve ontwikkelingen doorgemaakt en staat open voor hulp, maar er zijn zorgen over haar relatie met de vader van de minderjarige, die als een stoorzender wordt gezien.
De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de verlenging van de uithuisplaatsing noodzakelijk is voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot 7 mei 2022 en benadrukt het belang van verdere uitbreiding van de bezoekmomenten tussen de moeder en de minderjarige. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.